VOOR DE JONGEREN weer in (C^ISTEREN ontving ik het simpele bevel iets aardigs te schrijven. Ik wil niet grof worden en bovendien onaangenaamheden met mijn vroegere vrienden voorkomen. Dit, lezers, is mijn excuus, en omdat ik Karei sparen wil, noem ik in dit verband geen namen. Hij stelt 't boek samen hij is verantwoordelijk voor den inhoud. En waar ik nu eenmaal in gedachten bezig ben met de H. F. C., voel ik den clubgeest mijn onmiddellijke nabijheid. De clubgeest, die ons elftal op Napoleontische wijze tot de overwinning voerde. De clubgeest, Een onzer beste clubleden. jn de zware jaren na 1920 wakker geroepen door een viertal menschen. Maar eerst ga ik terug tot de maand Sep tember 1921. Het seizoen daarvoor was ik in Indië. In dat seizoen was de H. F. C. verder gezakt, tot in de 2e klasse. Ik werd bij mijn terugkomst weer lid van 't Clubje en ik mocht meespelen in het tweede elftal. Volkomen naar mijn zin. Want wat voor genoegens kon een wedstrijd met het eerste me verschaffen, dat de Zondagen doorbracht op een weiland met koeienresten, in plaatsen ergens in de provincie Noord-Holland, waarvan de namen me weer ontschoten zijn. Niemand kon me toen wijsmaken, dat dat aardig was. Neemt dan nog in aanmerking de ongeriefelijke kleedhokjes zonder waschgelegenheid en een ieder begrijpt, dat ik zeer tevreden was met 't tweede elftal, dat in de reserve-eerste-klas en op goede terreinen speelde. Totdat ik in moest vallen en totdat ik toen in Karei, Nico, Ben en Frits iets heel eigenaar digs ontdekte. Iets wat me in dien eenen dag H. F. C.'er deed worden. Ik was onder hypnose gekomen van den clubgeest, zooals iemand ook onder den invloed komt van de Sahara. Dat geweldige viertal, waarvan er drie me ééns per week en één me driemaal per week een moreelen kater bezorgden. Karei Lotsy, Nico Bouvy, Ben Verwey en Frits Kuipers. Karei Lotsy, de beul, de vreeselijkste van allen, de bewuste van drie maal per week. Twee keer door een pamflet, op Woensdag en Vrijdag, en dan nog eens op Zondag. Niet rooken en geen alcohol Brrr Wouter Cohen Tervaert in Indië als trotsche vader

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 173