174 - Ik geloof niet, dat het ooit zóó gespeeld heeft, vooral niet, waar in het tweede o.m. Chris van Houten, Reeder, Hoomans, Jongeneel, Henk Engel en C. Lamp werden aangetroffen. Het derde bevatte verder nog Hein van Renesse, J. van Baasbank en J. Kruyt, onze tegenwoordige sterren en dwaallichtjes. De rest van de jongeren was schijnbaar nog niet ontdekt, of het moest van Parreeren zijn, dien we nog juist in het vierde kunnen vinden. Thans de competitie; weer begonnen we met vijf nederlagen. Weer bengelden we onderaan, weer dikke letters van Karei in de H. F. C.'er, weer ironische opmerkingen in de sociëteit en weer een ongenietbare pers met de bekende opmerkingen over de oudere vereenigingen, die ten ondergang gedoemd zijn. Hier volgen de eerste uitslagen. Noodeloos werd op eigen terrein van Spartaan en Blauw-Wit met respectievelijk 12 en 0d verloren. Dan een 5 2 in de Zaan, gevolgd door een de omstandigheden in aanmerking genomen niet oneervolle 41 tegen Feijenoord in Rotterdam, terwijl het drama eindigde aan de Spanjaardslaan met een 0d tegen de Stormvogels. Henk Wamsteker was in den Haag tegen A. D. O. voor het eerst van de partij en smaakte het genoegen een belangrijk aandeel te hebben in onze eerste overwinning (1—4). Doordat de H. V. V. zich ook van haar slechtsten kant liet zien, waren we met al die nederlagen maar één punt bij de Haagsche achter geraakt, terwijl er nog andere gegadigden als A. D. O., 't Gooi, Stormvogels, Blauw-Wit en Z. F. C. waren met 4 punten voorsprong. Jaap de Jonge koesterde Indische plannen en voerde die begin December ook uit. Onze Eere-President herdacht het feit, dat hij dertig jaar lang dezelfde functie bij den Nederlandschen Voetbal-Bond bekleedde. Na een futlooze 00 thuis tegen Gorel c.s. werd een van de belangrijkste ont moetingen van het seizoen in den Haag gespeeld, 't Werd een desillusie. Met een 5—1 nederlaag en tranen in de oogen gingen we van den Wassenaarschen weg, ik meen, stationwaarts. Op een van de „Olympische oefen dagen" kwam Hermes D. V. S. ons opzoeken. Alhoewel de Heeren vrijwel volledig verschenen en er bij ons een stuk of vijf tweede elftallers aantraden, werd met 113 gewonnen. De Schiedammers moeten wel een off-day gehad hebben, want datzelfde elftal (met v. d. Griendt dan) veroverde enkele maanden later het eerste-klasseschap. Hein van Renesse benutte de hem geboden kans om in het eerste te komen. Hoeveel hij er van de elf gemaakt heeft, weet ik niet, maar eenige schitterende doel punten kwamen van zijn voet. Van der Meulen oogstte inmiddels nieuwe lauweren onder de internationale lat (Holland—Zweden 10, Duitschland Holland 2 2). De a s. Kampioenen namen aan de Spanjaardslaan geen halve maatregelen. Ons geheele elftal lag in elkaar. Met 8—1 werden we verpletterd. Na 9 wedstrijden hadden we nu een achterstand van 3 punten op H. V. V. en vijf op Spartaan, 't Zag er hopeloos uit. Wie kon er toen bevroeden, dat van die andere negen wedstrijden er geen één verloren zou worden. De eerste succesjes werden op twee achtereenvolgende Zondagen in 't Stadion behaald, n.l. een slechte 1 1 tegen de Spartaan en een gelukkige dito tegen Blauw-Wit. Als intermezzo kregen we op 1 Januari 17 goals in den Oud-Internationals-wedstrijd te bejuichen (89). Op een besneeuwd veld, dat zoo goed als afgekeurd was door

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 178