H. F. C.'ers in deli Bijna dertig jaar geleden Kwam 'k in 't land van Deli aan, Ik werkte toen veel meer dan heden, Met de sport was het gedaan Weldra zag ik de gevolgen Knoopjes sprongen van m'n jas 'k Groeide dicht, werd zeer verbolgen, Kreeg 'n buikje, 't gaf geen pas. 'k Heb een lezing toen gehouden, ('t Was uit nooddwang, hondsgemeen!) Preekte Lui, je bent verkouwen, Je wordt gerolmopst, slecht ter been. Geleerd gezwam vol vreemde woorden: Cultuur, menteel, paedagogie, Die 't auditorium bekoren, Prophylax, physiologie. 't Zatde club werd toen geboren, Alfred Buck, die hielp ons ook, Weldra schopten we en scoorden, Buikjes gingen op den loop. Beucker, Vollmer, Schut, Puck Meijer Speelden weer, ook Jongeneel, Onder 't avondklokgebeier, Afkeer was in 't eerst ons deel. Immers Indië doet deftig, Wandelen in 't schemeruur, Toeren in milords, heel plechtig, Hoorde toen bij de cultuur. Doedoek staatsie bij visites. Borrels, glaasjes vermouth, port, Dat was mos, de dooie ritus, 't Lichaam schoot er bij te kort. Mede voor die zes H. F. C.'ers Was de taak toen weggeleid Het sloeg in, zelfs Klingalezers Speelden binnen korten tijd. Pionierwerk gaf 't exempel, Weg met siësta's, pait 3) en bier, H. F. C.-lui, zes warempel, Gaven weer het voorbeeld hier. Zes jaar later ('t staat te lezen In de bladen van 't gewest) Waren zestig clubs in wezen, En het spel bevalt er best. En Maleiers en Chineezen, Javalui en Klingalees, Chitties, Pak-Paks, Bengaleezen Schoppen, schreeuwen zich nu heesch. Weg de luierstoel en 't paitje, Weg de bierbuik van weleer. 't Is 'n feit, 'n aardig feitje, 't Planterdom werd slanker weer. PIM MUL! ER 1) Doedoek staatsie opgeprikt volgens rang in 'n rij zitten. Paitborrel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 186