GAAT ZOO VOORT I^JET zeer veel genoegen voldoe ik aan het verzoek der Redactie om een bijdrage voor het jubileumboek van H. F. C. te schrijven. De reden daarvan is al zeer spoedig verklaard, want H. F. C. ken ik vanaf het oogenblik, dat ik mij voor voetbal interesseerde dat zal zoowat in 1891 of 1892 geweest zijn en mijn sympathie voor deze vereeniging is intusschen niet anders dan qegroeid. R. C. H.-H. F. C. (2-1) 7 April 1929. In den oertijd van het georganiseerd voetbal waren de vereenigingen vergeleken bij thans zeer schaarsch en tegen de spelers werd, vooral door de jongeren, opgezien als tegen helden. Uit dien ouden tijd herinner ik mij de namen van S. W. Tromp, den doel- verdediger, het backstel Pies—Menten, den rappen buitenrechts J. H. Meyer, die zich in de bewondering van het jonge geslacht mochten verheugen en nog zoovele anderen. De wedstrijden van H. F. C. tegen R. A. P., H. V. V. en Sparta behoorden indien tijd tot de hoofdmomenten van het voetbalseizoen. Later werd H. F. C. zoo eenigszins beschouwd als de club van de van Waverens, daarna kwam de periode van Francken. Een weinig ouder geworden kwam ik terecht in de Nederlandsch-Elftal-Commissie. Na het tijdperk, waarin ik als knaap vol ontzag tegen de spelers opzag, kwam de tijd Hein van Rencsse. één onzer „coming-men'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 196