202
warm kloppend H. F. C. hart, beiden droegen hun steentje voor ons gebouw bij, en beiden
konden zoo gezellig kankeren, al waren zij het dikwijls met zich zelf niet eens.
Kotte werd opvolger van Piet, maar wie de nakomeling van Chris is, heb ik niet
kunnen ontdekken.
Een klein beetje dooi maakte ons veld op 1 Januari voldoende bespeelbaar om de
Oud-Internationals te ontvangen.
De getrouwen waren er weer, dus lachte men weer om den vluggen Welcker,
bewonderde men de handigheid van Jaap Bulder en trapvastheid van Bosschart, de
harde schoten van Thomee, het elegante keepen van Mac Neill, het stugge volhouden
H. F. C. III in 1929.
van Peer Krom en Bieshaar. Verder nog Martien Houtkooper, die als een aal door
onze verdediging gleed, Hans Tetzner, wiens mond ook in het veld niet stil stond, van
Linge, den springbok en als nieuweling Jan de Natris, die er voor gezorgd had, dat heel
wat Amsterdammers ons Nieuwjaarsfeestje meemaakten. Van de 17 goals bleven er liefst
7 in de touwen van Gejus hangen, zoodat de traditie van een levendige match volkomen
gehandhaafd bleef.
30 December moesten we nog naar het Spartakasteel, waar in een stroomenden
regen onder professorale leiding een verdiende 22 bevochten werd tegen de leiders
en huidige kampioenen. Als Rud niet zoo ongelukkig was geweest in eigen doel te trappen,
dan zou een, zij het dan ook niet geheel verdiende, overwinning ons deel geweest zijn.
Nadat de thuiswedstrijden tegen R. C. H. en Ajax met groote hardnekkigheid
ontelbare keeren werden vastgesteld en weer uitgesteld, was van Bisselick eindelijk
met moeite te bewegen ons half-zachte veld op den lOen Maart goed te keuren.
V.i n. r. C. Berkhout. W. Kruijer, L. Adam. J. W. v. d. Bogaardt, Mr. F. Jurgens. D. Smit. J. W. Adriaans,
S. de Kadt, H. de Koningh, V. Dorsman, J. v. Parreeren.