229 Zoo geschiedde het, dat ik de prijsvraag als volgt oploste: Haarlem wint met 10 en de goal wordt gemaakt door Schippers. Dit nu was een zeer zonderlinge oplossing, vermits Schippers het doel van H. F. C. verdedigde. Ik had zijn naam vermoedelijk meermalen gezien en gehoord en zal er min of meer door gefascineerd zijn geweest. In elk geval was de oplossing éénig in haar soort enbezorgde zij mij den eersten prijs. Want Haarlem won inderdaad met J,0 en de goal was gemaakt door Stom, die een bal in eigen doel had getrapt. Ik was er dus het dichtst bij geweest. „De eerste prijs is gewonnen door Gerard Zalsman stond er eenige dagen later in de krant, tot verbijstering van mijn vader, die kort daarop door den Waren Jacob zaliger nagedachtenis in verband met deze kwestie danig in het ootje werd genomen. Maar ondergeteekende was teleurgesteld, omdat hij véél liever dan het „Boek der Sporten" een paar voetbalschoenen had gehad. Na veel aarzeling begaf hij zich naar het dagbladbureau en vroeg hij den directeur, of hij inplaats van den eersten den tweeden prijs mocht hebben. De heer Peereboom, die de zaak natuurlijk wel begreep, zeide, dat dat héél best kon. Toen hij mij de schoenen gaf, sprak hij lachend: „Schop er maar een heeleboel ballen mee in de goal Ik kwam thuis met de schoenen en heropende het offensief met frisschen moed. Mijn ouders zagen tenslotte het nuttelooze van hun tegenstribbelen in en ik mocht lid van H. F. C. worden. Van mijn achtste tot mijn elfde jaar ben ik dat geweest. Ik zou te veel plaats moeten vragen, als ik alle blijde heugenissen van de Spanjaardslaan wilde neerschrijven. Mijn grootste dag uit dien tijd was de dag, waarop H. F. C. haar dertigjarig bestaan vierde en ik, vooral dank zij het welwillende falen van groote mannen als Mannes Francken, den tweeden prijs met doeltrappen won. Het H. F. C.-speldje, dat mij den avond van dien dag werd uitgereikt, bewaar ik als een kostbaar reliquie. Toen mijn vader de gewichtige mededeeling deed, dat wij te Rotterdam gingen wonen, werd mijn blijheid over het nieuwe, de groote verandering, naar den achter grond gedrongen door die kwellende gedachte„nu moet ik óók uit H. F. C. Men neme dit niet als een phrase-voor-het-jubileumboek, maar als de werkelijke waarheid. G. ZALSMAN Jr.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 233