- 235 - Bobbelmans. Jaren lang bleef Swens een deugdelijke praïses, Deftig steeds, maar flink en leider bovenal, Schoon niet zoo oerfideel als onze praeses Kees is, Maar zóö'n tijd in 't Bestuur, da's geen gering geval Zeg, weet je nog dien kei, 'n pil haast niet te mijden, Pal in 't benarde doel maar Lex, die stond paraat De palen trekt hij recht, het schot ging dies bezijden, Zoon keeper als Lex Cool, die wist op alles raad. Bobbeltje. Ja, ja, maar beste vrind, je moet je wat beperken, Herdenk Nico Bouvy, denk aan 't kwartet Verweij, Job Thöne, de vier Sijpesteijn's, helaas ik kan t wel merken, Je wordt 'n beetje slofje bent niet meer zoo bij. Bobbelmans. Verrukkelijk Bobbeldier laat mij nog wat betijen...; Ik kan zoo'n halve eeuw, zoo gauw maar niet verslaan, De Lanen noem ik nog, zij sierden onze rijen Bobbeltje. En 't 40-jarig feest, is dat al van de baan Bobbelmans. Toe oudje, zachtjes aan! Toen presideerde Karei, Was praeses van de club, het was n zware tijd. Bobbeltje. En werken kan die vent! Het is je reinste parel, Behalve als 't donderen is en hij de menschen mijdt. Dan ijsbeert hij daar rond en is niet meer te houwen, Dan spreekt hij met geen mensch, is zuur als des augurks, Dan bromt ie onderaardsch „we benne straks verkouwen Dan lijkt de enthusiast 'n echte booze Nurks. Bobbelmans. Ook hij trad eenmaal af en nü wil 'k Spoelder noemen, Die, met Dokter Frits, zooveel reeds voor ons deed, Hij is nu onze vlag, een man waar wij in roemen, Die 't niet te klein ooit acht, dat jongens-voetballeed. Doch als een voorbeeld staat, verheven boven allen, Die neerzien uit de school op 't paedagogisch spel. Bobbeltje. Ja 'k buig m'n grijze hoofd, en 'k wil het niet verhelen, Dikke Rector Kees, ik vind jou 'n model. Bobbelmans. Ik eindig, ach ik weet, men mist nog vele namen, Noem stoeren Arie nog, steeds lachend, gul en blij, Het vlugge Huis-Reydon En Tonny den bekwamen, Met Wam zijn compagnon, de stugge rotspartij. Mollerus in zijn pen van Lennep op de centen Mijn hulde jongeluiVan Eeghen hoog Ik dop Hij vadert over 't grutook hèm mijn complimenten En voor 't orgaan hoed af. En 'n hurrah voor trainer BOB.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 239