239 -
Weet ge eigenlijk wel, hooggeachte out-sider, wat er van een man als Glendenning
verwacht wordt? Laat ons zijn dagtaak eens nagaan.
's Morgens om tien uur b v. het eksteroog van Pimpernel met den noodigen tact
masseeren en er een Engelsche conversatieles bij geven, om elf uur een verrekte pees
of verzwikten enkel van Frits, IJsco of Henk Wamsteker bestrijken of beknijpen en niets
meer of minder te weeg brengen, dan dat deze deskundigen een blind geloof hebben
in Bob's hocus-pocus en zich met het grootste vertrouwen door den wonderdokter laten
cureeren. Om twaalf uur behandeling van den een of anderen snotneus uit de 4e klasse
Zweden Nederland (6—2) Stockholm, 9 Juni 1929.
van de H. B. S., die een noodlottig geloof in zijn voetbalcapaciteiten heeft en den
vorigen Zondag, om zijn figuur te redden, wegens een gekneusde dij is uitgevallen. Met
grooter zorg dan er aan Pim -t- de medici altegader besteed is, wrijft en aait Bob een
willekeurige vleezige plek van het corpus des jeugdigen helds en besmeert dezelve met
een kwalijkriekende vloeistof; al knijpende praat hij, montert op, doet ernstig, ja houdt
zelfs tegenover derden met een serieus gezicht vol, dat de jonge man Zondag a.s, wel
weer mee kan doen.
's Middags van half drie tot half vijf met zijn dikke lichaam achter den bal hollen,
wenken geven, opletten, wat hij zelf doet, wat anderen doen, somtijds spelers van diverse
Gejus en Bob aan het oefenen op de binnenplaats van Hotel „Atlantic" te Stockholm.
G. J. Landaal. H. C. v. d Broek. M. Grobbe. F. Smeets, Bob Glendenning, A. H. v. Kol, F. Homborg, A. IJ. v. d. Meulen.
