- 23 - in de H. F. C. krachten hebben gehad als vooral Tinus Loosjes, die de Good Old weer uit het verval heeft opgehaald, evenals Otje (de heer Otto) Menten, mannen als Swens en Thöne, de van Waveren's, de Laanen en thans nog den immer nijveren secretaris Mollerus en den hevig op de duiten zittenden Feith (alias A) van Lennep, den man, die de ijle draden van het clubleven dooreen en bijeenvlecht in zijn H.F. C.'er, ons meest-gelezen orgaan. Het is mij 'n voorrecht daarbij ten slotte nog een viertal menschen te noemen, aan wie onze club ontzettend veel verschuldigd is Karei Lotsy, de oud-praeses maar jong-vrijwilliger, steeds gemobiliseerd, steeds klaar staand, of zittend in zijn club-auto om laatkomers naar den trein te sleepen, autoriteiten te bespringen of te vermurven en zich met de knokploeg, het le XI te bemoeien. En dan John van Eeghen Hij is de man, die de jonge garde met raad en daad bijstaat, die met zacht beleid waakt over al het aankomende grut met en naast ons aller vriend Robert Glendenning, in de wandeling door oud en jong familiariter Bob genoemd, den goedlachschen, pootigen, gezelligen maar ijverigen, tactvollen oefenmeester. Ten slotte onze rector, Cees Spoelder Joviaal en open, maar 'n goed philosoof, een viator, een menschenkenner en fijne denker, die ons de groote eer aandoet om, evenals Dr. Kan, de broer van Jee Bee, onzen populairen minister ondanks zijn veelomvattenden paedagogischen werkkring en sociale positie in de maatschappij, voorzitter, en nog meespelend veteraan (destijds 11 sec. over de 100 Meter!!) te zijn voor onze jubileerende vereeniging En nu zitten de 50 er alweer op. Ik hoop niet, dat we de 60 zullen vieren, desnoods de 75 Dat is brutaal, dat is bout gedacht zult ge zeggen. Dat is het ook, maarwanneer men omgang blijft houden met een voetbalclub en daarin nog zoo n beetje mag meepraten met al die jong-kerels en van al die leden en oud-leden af en toe 'n vriendelijk knikje krijgt, wel dan geeft dat den burger weer moed, het houdt je jong en dan zeg ik nogmaals: Laten we nu probeeren niets meer te bejubileeren voordat de 75 d'r op zitten. Ben ik er dan nog en de ouwe Pelt ook (die is dan hoogstens 92) dan doen we weer mèè. En als ik dan wat jichterig ben en wat dies meer zij, dan komt Karei Lotsy wel met 'n club-Pandertje of wat er dan weer voor kwieks is uitgevonden, bij me vóór- vliegen en ik dicteer hem wel. Mogen we het beleven MULIER.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 27