'I
43
„vriend" Pim. Mijn liefste publiek
werd gevormd door de liefste
meisjes van Haarlem-en-Omstre-
ken, van wie het in mijn nu
meer gelouterde verbeelding
indertijd letterlijk wemelde door
mijn jongens-fantasie
Mijn heftigst verdriet van
toen bestond uit de, streng-
zoo vor-
oudere en
melijke „captain", in
weerwil van een, bij
die gelegenheid op
zettelijk opgezetten
hooge-hoed, vergèèfs
op audiëntie bij mijn strengen en onverzettelijken
opvoeder was geweest, om mijn Zondags-arrest op
geheven te krijgen, wijl een kampioens-overwinning
op het Amsterdamsche R. A. P. moest geforceerd
worden.
moralitere bestraffingen van voetbal-verbod op het, van
vele ruiten om-muurde Wilsons-plein. Nog dieper knaagde
mijn jongens-verdriet, als ik, o rechtvaardiglijk bestraft
werd met ontzegging, aan een voetbal-match te mogen
meedoen. En de Haarlemsche hemel dreigde boven mijn
schuldig knapenhoofd ineen te storten, toen diezelfde
„meneer" Muiier, onze
Dit alles is met het
vorderen der jaren ietwat genivelleerd. Men spreekt van
bezinken van vermil-
derd en vervlakt.
Maar zoo'n club
jubileum is noodig,
de oude herinneringen
eens frisch op te
rakelen de vroegere
emoties sprankelend
op te jagen de ver-
leden vreugden en
verdrietelijkheden weer
vol leven te stuwen de Haarlemsche H. F. C.-reminicenties in het vroolijk of neer
slachtig beeld te plaatsen dier vlegeljaren
'n „Good-Old" dribbelaar.
Vrouwelijke mede- en tegenstanders uit het Kenau-park.
Tackel-geval.
onthutste Haarlemsche burgerij van anno dazumal.