DE LEIDING ONZER VOETBALCLUBS
Gejus' Attributen. W'J H. F. C .'ers zijn wel zeer be
voorrecht. De rector van een
gymnasium bemoeit zich met, leidt een
voetbalclub, onze clubMogen wij
verwachten, dat dit navolging vindt?
Het ware te veel gevergd. Eerstens
zijn deze heeren overstelpt met werk,
niet allen even kerngezond en sportief
als Dr. Spoelder en ook zouden wij er
niet bij gebaat zijn, indien deze leiders
niet zéér geschikt waren voor deze
moeielijke rol. Want een rol blijft het
en slechts een man met veel tact en
toewijding kan die vervullen. Ik heb
eens een enquête ingesteld (uitgaande
van de door mij opgerichte school-
voetbalcommissie) als onderbouw van
een stelsel, waarin ik mij de mogelijk
heid gedacht had om tot samenwerking
te komen van onderwijsmannen én
sportbonden én ouders, teneinde over
dreven sportbeoefeningen tegen te
gaan, den jongen patiënten de reddende
hand toe te steken en erger te voor
komen. Het ding is dood-gecommissied.
Daarbij was ook 'n ontwerp voor
verplichte keuring, met behulp van
mqne (wel tot stand gekomen) medische
commissies in sommige bonden.
Ik wilde deze zaak later, evenals ik met voetbal en athletiek heb gedaan, geleidelijk
maken tot rijkszaak. Misschien is het waar, dat qui trop embrasse mal étreintIn elk
geval is ook dat nog niet bereikt, die keuring is er nóg niet.
Hoe dit ook zij, zonder deze profylaxen kan de leiding in een club veel goeds tot
stand brengen.
De „hoogere" standen kunnen bij ons leeren, hoe men, wanneer men zich zelf leert
om om te gaan met alle lagen der maatschappij, vele vrienden maakt en veel nut leert
stichten de onderste lagen der maatschappij kunnen van dien omgang, mits ze hunne
ooren te luisteren leggen, nog veel meer profiteeren. Mitsde leiding goed is en
actief. Duizenden mannen, thans hommes arrivés, zullen het beamen, ik weet het.
Kleinkinderen van degenen, die tegelijk met ons als voortrekkers het groene veld
van eer betraden, spelen nu zelf. Zullen wij de achterkleinkinderen nog zien spelen
Hailo, hallo, waar is mijn baas? ,1 1 v