- 60 - Misschien. Maar het spel zelf is veranderd. De competitie is 'n vooralsnog onmisbare, maar met doornen bezaaide harde weg, vol gevaren. Telken jare zijn er bevoorrechte clubs, die kans hebben op „het" groote kampioenschap, op afdeelingskampioenschappen, op een behoud van haar plaats. Een wensch beïnvloed, vaak door de traditie en de club geschiedenis. En telken jare ook zakken er enkele terug naar lagere klassen, zeer enkele verdwijnen geheel. Elders in dit gedenkboek spreek ik over de kansen van een club, die tegen stoere, hun lichaam oefenende jongelui uit den werkmansstand moet strijden. Die jongelui moeten begrijpen, dat de heertjes van de dancings en cock-tails, wijntje èn Trijntje, het afleggen tegen jongens, die behalve hun ééntonige werk slechts één geluk kennen, de ontspanning op het speelveld en 'n zeker succes, 'n sporttitel van le klas, kampioen of wat ook. Wanneer de jongelui, die kantoren, H. B. S„ Mulo, Lyceum of Gymnasium afloopen en veel en inspannend, zittend geestelijk werk verzetten, op den duur een kans willen behouden, moeten sterker, d.w.z. geregelder training en soberheid per se haar steun blijven geven, anders is hun behoud 'n zeer open vraag. Immers er dreigt een algemeen en groot gevaar, een gevaar te grooter, naarmate men het zich minder bewust is. Zoodra toch een club, die jarenlang in de eerste klasse speelde, door vertrek der leden naar elders, door verslapping in de leiding, verslapping der ambitie bij een oefenmeester, verloop, of tegenslag in de successen, degradeert, is de kans groot, dat zij er niet meer naar streeft om zich te herstellen en in de versukkeling gaat geraken. Dan echter is de leiding van groote waarde Dan dient er psychisch meer van die leiding uit te gaan, dan in de vette jaren. Gebeurt dat niet, dan is de kans zéér groot, dat de club totaal verdwijnt niet alleen, maar dat dit zelfs zeer snel, H. F. C. Blauw Wit (0 1) 25 Sept. 1927. binnen een paar jaren geschiedt. Ook de financieele eischen voor terreinaccomodatie zijn, wanneer het publiek niet meer komt kijken, een groote factor. Dies is het gewenscht, dat een club moreel gesteund wordt, de clubgeest warm wordt gehouden en óók, helaas, dat er financieel flinke steunbeeren blijven bestaan. Ik kom nu tot de kern van dit korte betoog. Moge het al gewenscht zijn, dat deze beide wijzen van steun voort durend in stand worden gehouden, het is voorzeker een zaak van de grootste importantie, dat goed geleide clubs, waarvan de leden bestaan uit studeerende scholieren en jonge ambtenaren, kantoorpersoneel, in één woord jongelui, die met hoofdwerk hun bestaan moeten gaan verdienen en voor dat hoofdwerk thans de helft en soms meer dan de helft van elke 24 uren moeten offeren, bestaan blijven. ook al gaan zij van een eerste klasse bergaf (sportief gesproken) naar een tweede of Gejus en Jaap de Jonge in de knel. ife'.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 64