SEIZOEN 1924/25
WAAR het laatste „Karel's werk", dat de periode behandelde van 1919 tot 1924,
vrijwel uitsluitend de verrichtingen van het eerste elftal weergaf, kan ik, alvorens
de ups en downs van het seizoen 1924/25 onder de loupe te nemen, niet nalaten even
de keurige prestatie van ons tweede elftal in het seizoen daarvoor te memoreeren.
Het pleit altijd voor de kracht van eene vereeniging, indien het de beschikking
heeft over goede reserves. En al werd er wel eens om dat tweede elftal gelachen, al
werd er gezegd„ze kunnen er geen bl van dat elftal werd toch maar kampioen
en je kunt mij niet wijs maken, dat je zonder behoorlijk spel in een dergelijk zware
competitie den eeretitel kunt behalen.
De spelers, die het meeste tot dit succes hebben medegewerkt, waren
J. de Jonge
M. Dirken H. Adelink
N. Eldering Fr. Reuvekamp Gille J. Lamp
H. Seignette G. Daniëls H. van Beem Gebrs. H. en F. Engel
De grootste attractie van de Jaarlijksche Algemeene Vergadering op 6 September
was wel het feit, dat Mannes Francken, die 19 Augustus in het land gekomen was,
te midden van de vergaderden verscheen, terwijl het eigenaardigste van deze bijeenkomst
was, dat men een herkozen bestuurslid voor niet herkozen verklaarde, zoodat op
27 September d.a.v. een tweede Algemeene noodig was, daar het herkozen bestuurslid
Bijvoet intusschen voor de eer bedankte. Alhoewel een groot deel van de vergadering
Karei candidaat stelde voor de opengevallen plaats, meende deze zich ten behoeve van
de eenheid in het Bestuur te moeten terugtrekken, zoodat de Bestuurscandidaat Chris
van Houten met vlag en wimpel werd binnengehaald.
De vergadering, die 's middags begonnen was, gaf zooveel stof tot spreken, dat
schorsing, zooals wij die zoo dikwijls meemaken bij N. V. B., W. E. K. of districts
vergaderingen, zelfs bij de H. F. C. noodig was, daar de aanwezige heeren meer voor
een taai biefstukje dan voor een knagende maag voelden. De eerste vergadering bracht
ons nog een niet onvermakelijke interpellatie over den post „Algemeene Onkosten De
interpellant, die vanwege zijn huidige functie thans niet meer zoo onbescheiden zal zijn,
werd echter op m.i. weinig bevredigende wijze tevreden gesteld.
Het Bestuur werd als volgt samengesteldG. H. Kaars Sijpesteijn, Voorzitter,
B. Verweij, Vice-Voorzitter, Jhr. J. C. Mollerus, Secretaris, H. Seignette, Penningmeester,
A. van Lennep, J. van Eeghen en C. G. van Houten, Commissarissen.
De competitie bracht ons eerste elftal tesamen met A.S.C., Blauw-Wit, Feijenoord,
't Gooi, Haarlem, Quick, Sparta, Unitas en Z. F. C eene afdeeling, die met het oog
op degradatiekansen niet ongunstig beoordeeld werd.
Na een drietal oefenwedstrijden (uit en thuis tegen Stormvogels, beide 1 1, en
R. C. H. H. F. C. 1—3) brachten de eerste drie officieele ontmoetingen ons 4 punten,
(C. G. van Houten)