DE EENZAME Hij kwam terug uit verre Oost, Hij had geen vriend, geen vrouw, geen kroost, En liep alléén te sjouwen. Wat was het leven droef en dof, Geen énkel mensch, in je verlof, Van wien je wat kon houwen De meisjes, uit zijn jongenstijd, Al lang getrouwd en vér verspreid Naar allerhande streken, In d' ouwe kroeg, waar hij nu zat, Was zelfs geen kellner, om eens wat Van d' ouden tijd te spreken. Ben Verweij in Amerika. Hij voelde zich een eenzaam man, En had zoo met zichzelf kassian Zoon triest verlof, dat doodt je! Terwijl hij staarde in een krant. Gebruikte hij, met tragen tand Een pils en nierenbroodje Corinthian en H. F. C.'er waren toen vooral graag gelezen bladen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 86