BAS
ONDERWATER
Wanneer de H. F. C. thans
een gedenkboek uitgeeft ter gelegen
heid van het feit, dat zij vóór zestig
jaar als eerste voetbalclub in den
lande werd opgericht, mogen wij daar
uit concludeeren, dat er eens een tijd
geweest moet zijn, waarin dat trap
pen tegen zoo'n bruinen knikker hier
nog geenerlei bekendheid genoot.
Zelfs zou die tijd niet eens zoo heel
ver achter ons liggen, want wat maken
zes onnoozele decenniën tenslotte uit
bij dien rijstebrijberg van jaartallen,
die ons op school werd voorgezet?
Neem het portret van Uw over
grootvader en U aanschouwt een
man, wiens gansche leven gebukt ging onder den vloek der Zondagsrust; hoogstens
's ochtends naar de kerk, maar daarmee was al het vertier van dien dag ook bekeken.
Geen H. V. B.-amusement, geen ,,big-match" van het Eerste, om van een borrel in
het clublokaal nog maar te zwijgen. Nu moet men zich dien tijdgeest van vroeger
eeuwen ook weer niet te kwalijk voorstellen. Voorzoover ons bekend, beoefenden
weliswaar onze voorouders het voetbalspel nimmer in vereenigingsverband, maar
wie zegt ons, dat zij nooit eens een balletje getrapt zouden hebben? Dat zal zeker
niet gedaan zijn met een viersteek van prima rundleder. Wellicht namen de Kaninefa-
ten, die in het begin onzer jaartelling de Haarlemmerhout onveilig maakten, genoegen
met de schedels van rondbollige stamgenooten. Het heeft geen nut zich op deze
plaats hierin te verdiepen. Wij bedoelen slechts te constateeren, dat het verre verleden
niet geheel en al van voetbal als uiting van menschelijke ontspanning verstoken
115
Mr. B. J. ONDERWATER.