behoeft te zijn geweest. Niettemin, het oogenblik, waarop de jongeman Mulier
zijn kornuiten bij zich schaarde om voor het eerst het spel bewust als sport te gaan
beoefenen, mag nog niet zoo heel lang van ons verwijderd heeten. Zestig jaar, ja
wat is eigenlijk zestig jaar?
In die zestig jaar heeft de ontwikkeling van de voetbalsport niet stil gestaan.
Begon de H. F. C. met het monopolie op dit gebied, thans moet zij een zwaren
strijd voeren om niet in de concurrentie ten onder te gaan. Als paddestoelen zijn
de vereenigingen uit den grond gerezen. Ware het voor een club niet noodzakelijk
geweest om althans een dozijn leden te tellen teneinde in competitieverband, bijgestaan
door een supporter, de strijd aan te binden, wellicht zou het aantal nog belangrijk
grooter geweest zijn. Aan den anderen kant zag men velen sneuvelen, die niet opgewassen
bleken tegen hun sterkere zusters. Laat een oudere U vertellen, wie zijn tegenstanders
waren, en U zult namen hooren, die hun laatste rustplaats hebben gevonden in het
gulden boek der historie. Slechts zij, die door solide organisatie het hoofd wisten
te bieden aan de nooden van het oogenblik en die daarnaast het oog gericht hielden
op de toekomst, handhaafden zich in onze voetbalmaatschappij. Ook de H. F. C.
heeft moeten vechten voor haar bestaan. Waarachtig, het is ons niet op een presen
teerblaadje toegeschoven. Zestig jaren lang hebben wij met wisselend succes onze
stellingen verdedigd, maar wij hebben nimmer versaagd. Het bekwame beleid van
tallooze bestuurders heeft er toe medegewerkt, dat wij thans in opgewektheid den
zestigsten verjaardag der H. F. C. kunnen vieren. Ook in de afgeloopen tien jaar
zijn er zulke stuurlui geweest, voor wie moeite noch tijd te veel was, waar het ging
om het welzijn onzer vereeniging. Zij hebben recht op onze bijzondere dankbaarheid.
De werkzaamheden en den persoon van een dezer dapperen willen wij thans wat
nader belichten.
Bas Onderwater is altijd een aparte figuur in ons midden geweest. De
aanvang van zijn voetbalcarrière verliest zich in het verleden, maar wie het derde
H. F. C.-boek opslaat, ziet daar op bladzijde 222 een sportieve gestalte, gehuld in
een soortement trui, die eer den wielrenner dan den voetballer siert. Toentertijd
was Bas op onze velden dus al een geregelde verschijning en een ieder, die het
voorrecht heeft mogen smaken ooggetuige te zijn van Bas' optreden als actief speler,
zal zich deze herinnering niet gaarne meer laten ontnemen. Bas was typisch een
speler, die het best tot zijn recht kwam in elftallen van wat oudere spelers, waaronder
liefst eenige getrouwde, die het spel met groote fantasie beoefenden en niet
schroomden na te kaarten over de waarde van elke trap. Wellicht had Bas reeds
zijn kinderjaren in het veteranenmilieu willen slijten. Na eenige minder succesvolle
omzwervingen op andere plaatsen werd het hem duidelijk, dat zijn roeping uiteindelijk
116