Maar als ze bij elkaar waren, was het nog moeilijk ze in het goede gareel
te houden. Ik denk b.v. terug aan Japie van der Togt en Louis van Houten. Japie
was te druk naar Dick's inzicht, alhoewel de film nog wel een zwijgende was. Louis
van Houten was, eenmaal voor de lens geweest, daar niet meer van weg te slaan.
Dat kostte Dick vaak meters en meters celluloid en vergde ook veel van zijn zenuwen.
Dan het doodvallen van Gejus, dat leek wel een operette bij de eerste
opvoering. Rudje trok zich de roode haren uit het hoofd van plezier, maar Dick
redde de situatie door een hernieuwde tactische mise-en-scène.
Toch heb ik het genoegen gesmaakt nog een der avondpartijen van het festijn
mede te beleven. Dat was de opvoering van de operette „De Voetbalbruid" met
in aansluiting daarop de vertooning van de bovengenoemde nieuwe H. F. C.-film.
Deze avond opende met een feestrede van den Voorzitter Dr. C. Spoelder. Ik
heb genoten van dit optreden van onzen Voorzitter, voor mij toen nog de schier
ongenaakbare rector, op het podium van de Stadsschouwburg, in rok, toesprekend
zijn 50-jarige voetbalvereeniging H. F. C. Een grootsch oogenblik!
Ofschoon de operette nu al zoolang achter den rug ligt, komen hieraan nog
tallooze herinneringen steeds weer op. Vele oude getrouwen van dien tijd zien
in hun oogen weer terug het sublieme spel van Wim Wijsmuller en Clinge Doorenbos,
het koor van voetballers, waaronder de broodmagere Heybroek, Henk van den
Berg, Jaap Sturm enz. teveel om op te noemen, in alle mogelijke voetbalcostuums.
Wie droeg ook weer die rood-blauwe kleuren?
Nu nog leven de refreintjes uit dit stuk voort. Als Kees Jr. eens een enkele
keer luidruchtig wordt, tien tegen één, dat hij U nog kan voorzingen:
„Bobbelmans ballen heerlijk, Bobbelmans ballen puik
Zij zijn er de trots en de roem van het land".
of
„Zoodra de Phoenix uit het vuur ongedeerd komen zal
Zoo kom ik uit den strijd met mijn kunstoliebal
Dit is een Balaine zoo heerlijk en zacht
Dat hadden de heeren niet gedacht?"
Na deze opvoering, die zooals reeds gezegd in de Stadsschouwburg plaats
vond, verhuisde een ieder naar het Rembrandttheater waar de vertooning van de
nieuwe H. F. C.-film gehouden werd. Daarna al weer zoo'n volksverhuizing, zij
het thans op korteren afstand, naar de zalen van Brinkmann voor het bal.
De herinnering aan dit alles is nog zoo levendig, dat het mij geen moeite
129
9