kost de juiste volgorde neer te schrijven. De muziek werd verzorgd door de toen
in Haarlem zoo bekende band van Piet Jongeneel, voor dien avond gestoken in
knal roode jasjes met blinkende knoopen. Hier was een minder aangename taak
voor mij weggelegd. De groote organisator Wijt had bevolen, dat ik tezamen
met het dochtertje van ons eerelid, den heer Lotsy, het bal in H. F. C.-costuum
zou openen. Ik herinner mij zeer goed, dat dit voor ons beiden een groote kwelling
was en nog heden ten dage heb ik dit Aad niet vergeven.
Wat er verder dien avond op het feest is gebeurd, weet ik niet, want voor
mij luidde de opdracht: half twee thuis. Dus ik weer met mijn H. F. C.-spulletje
loopend door de Groote Houtstraat en over de Dreef. Eenige tientallen meters van
mijn huis doemden uit het donker twee agenten op, die mij aan een verhoor onder
wierpen. ,,Wat zit er in dat koffertje, waar kom je vandaan en waar ga je naar
130
Deelnemers Muiier Beker 1929.
Bovenste rij v. 1. n. r.: J. v. Parreeren, W. Kruyer, H. L. Les, W. H. Muiier, F. Vries, C. Lamp, Visser en
Jhr. J. C. Mollerus.
Knielend: P. Jongeneel, N. Dorsman en A. v. d. Togt.
Zittend: Ch. Marchant, M. G. Jonker, W. Denijs, A. ter Haar Romenv en A. H. v. d. Berg.
Liggend: F. Baljon en P. C. Hagenaar.