bij zijn medespelers op door zijn buitengewoon prettig karakter. Hoewel zijn voetbal-
capaciteiten niet die hoogte bereikten om hem tot een der uitblinkers te bestempelen,
wist hij terdege zijn mannetje te staan; zijn enthousiasme en werklust waren formi
dabel, onsportiviteit daartegenover was een woord, dat hij niet kende.
Het behoefde dan ook geen verwondering te wekken, dat de elftalcommissie
van den aanvang af in hem een voortreffelijk leider zag en niet aarzelde hem tot
captain van het derde te benoemen, toen Jan WIllem V. D. Bogaardt zich genood
zaakt zag deze functie neer te leggen. De elftalcommissie zal zelden met meer
genoegen hebben teruggezien op dit besluit, waardoor inderdaad ,,the right man in
the right place" kwam.
Een ieder, die met het interne leven van onze vereeniging op de hoogte is,
weet, voor welke schier onoverkomenlijke moeilijkheden de elftalcommissie staat
aan het begin van het seizoen, wanneer de captains voor de H. V. B.-elftallen
gekozen moeten worden. Is de één door zijn drukke maatschappelijke werkzaamheden
niet in staat de captaincy van een elftal op zich te nemen (een ieder, welke deze
functie bekleed heeft, weet, hoeveel tijd en moeite voor het vervullen hiervan
beschikbaar moeten zijn), aan den ander worden niet zoo groote spelcapaciteiten
toegekend, dat men hem de plaats van leider van het team kan waardig keuren.
Slechts bij hooge uitzondering zal men beide eigenschappen in één persoon belichaamd
zien; tot die uitzonderingen behoort Piet Schmal.
Van den beginne af nam hij zijn taak als captain serieus op en het is slechts
een enkele elftal-commissie-vergadering geweest, dat Piet niet in het clublokaal
aanwezig was. Nimmer vergat hij zich Zaterdag in de tent van van Rooy te melden,
teneinde zoo noodig de Zaterdagavond te besteden aan het verkrijgen van een vol
waardig team voor den komenden strijd. Teneinde ook bij niet-insiders belangstelling
op te wekken voor de prestaties van het derde, vertelde hij op de hem eigen wijze
in elke H. F. C.-er van de belevenissen van het derde. Succes kon niet uitblijven
en het was dan ook voor het grootste deel aan Piet's captaincy te danken, dat het
derde elftal er in slaagde in het seizoen 1937/1938 weer die klasse van den H. V. B. te
bereiken, waar het thuis hoort. De woorden van hulde bij die gebeurtenis door den
Voorzitter en later door anderen, w.o. Karel Lotsy, uitgesproken, waren weliswaar
voor het geheele elftal, maar toch wel in het bijzonder voor den captain bestemd.
Bij de vervulling van hun maatschappelijke positie is 't den H. F. C.-ers
slechts zelden beschoren elkaar te aanschouwen; hoogstens treffen enkele belangrijke
zakenlieden elkaar op de Amsterdamsche beurs, doorgaans weet men van elkaar
slechts de plaats, waar de werkzaamheden gelegen zijn. Hiermede wil ik echter
allerminst beweren, dat men voor elkander's werkzaamheden geen interesse heeft:
het tegenovergestelde is het geval en, wanneer H. F. C.-ers elkaar bij de uitoefening
144