Een terugblik over 10 jaar Junioresvoetbal is voor hem, die dit van nabij
beleefde een herinnering, als alle berinneringen een tikje weemoedig, aan personen
en feiten. Feiten heb ik bijna niet vermeld, enkele personen genoemd, die óf zeer
op den voorgrond traden óf thans nog zoo gelukkig zijn trouw in de H. FO. gelederen
te kunnen meemarcheeren. Alen leest de honderden namen van spelers van onze
junioreselftallen over de laatste 10 jaar, heeft slechts enkelen in het oog kunnen
houden en van de anderen, veel grooter in aantal, die als H. fO. ers zich allen
gelijkelijk slechts demonstreerden als school- en sportjongen, daarna vertrokken, vraagt
men zich af wat er van hen is geworden. Alaar wanneer men dan met zijn gedachten
naar de H. F. C. zelf terugkeert, rijst de vraag, waarom zij, die als speler of clublid
vaak zoo veel voor de toekomst beloofden, uit onze kring vertrokken, doch ook
een tweede, nl. waarom de zee wel nam, maar niet teruggaf.
Het lijdt geen twijfel, dat het verloop onder onze leden zeer groot is, evenmin
dat het hockeyspel vooral de allerlaatste jaren een nadeelige factor voor de
ontwikkeling van onze vereeniging is geworden, ruimer gezegd, dat het voet
balspel, zooals het thans is, niet meer als vroeger de jongeren trekt, die
wij als leden begeeren. "Wel worden de jongeren door de kleine van de groote
bal afgetrokken, o, physisch monstrum, wel storten velen zich aanstonds op
de witte, doch niet onschuldige bal, maar hiertegenover staat dat de H. F. C.
nog aantrekkingskracht heeft en zeker in de afgeloopen periode had op de
knapen, die onze leden kunnen worden, dat de aanwas van onderen op nog
ruim voldoende is. Er is echter ook een factor ten ongunste, waarvan men zich
niet steeds bewust is en die in de afgeloopen periode, ook toen de resultaten van
het eerste nog bevredigend waren, zijn invloed heeft doen gelden. Zou men de
redenen van een later bedanken als lid nagaan, dan zal dit zeer dikwijls zijn, plechtig
uitgedruktvertrek naar elders. En nu weet iedereen, dat er weinig vereenigingen
meer zijn als de onze, dat die er waren veelal geheel van karakter zijn veranderd
of met behoud van hun oude samenstelling zijn ingeschrompeld, zoodat men van vele
steden van Nederland kan zeggen, dat de jeugd van onzen stand, zonder dezen stand
ook maar eenigermate te willen apprecieeren, een anderente deprecieeren, het voetbal
spel niet meer speelt.
Wij zagen dat velen gaan, ziehier waarom weinigen komen.
Dan rijst de vraag, die naast de vragen, die men thans, nu onze H. F. C.
ontegenzeggelijk groote moeilijkheden heeft te overwinnen, stelt, zeker ook een
plaats verdient. Het is deze: maken wij van het beschikbare jongerenmateriaal
het juiste gebruik, geven wij hen de juiste opleiding?
Tot 1929 was het zeer eenvoudig. Pas hierna is in werkelijk belangrijke mate
door de bonden het jongerenvoetbal georganiseerd, in den vorm van competities
voor spelers aan een bepaalde leeftijdsgrens gebonden. Het steeds harder worden
167