dat de factor sportiviteit niet afhankelijk is van milieu en onderwijs, doch een
zaak van inborst en eerlijkheid.
Hoe ik in dit verband denk over de verderfelijke en nietswaardige prullen
ook wij hebben er enkelen! die al scheldende op tegenstanders zich niet ont
zien zelf onsportieve daden te plegen, behoef ik op deze plaats niet te herhalen.
Wel zullen de spelers veel meer dan vroeger zich op de technische kant van het spel
moeten instellen, hun tempo opvoeren, en de fijnere puntjes, die de algeheele stijging
van het spelpeil onmisbaar maken, door serieuse training leeren beheerschen, maar
de trainer staat voor jullie klaar en benijdenswaard is het in het oog van ons
ouderen, dat jullie nog over de physieke capaciteiten moogt beschikken om het spel
uwer keuze onder deskundige leiding te vervolmaken.
Wie van jullie hiervoor geen enthousiasme heeft, wekt gegronde twijfel,
of hij zich wel H. F. O.-er noemen mag!
Heel wat geringer dus dan aan de groene tafel is op het groene veld het
verschil tusschen heden en verleden. Jullie, spelers, hebt letterlijk niets te transigeeren,
al de vroegere groote H. F. C.-ers zijn voor jullie voorbeelden, die nu nog direct
nagestreefd dienen te worden. Ziet dit toch in en jullie zult tevens begrijpen, dat
ook nu nog door onze elftallen een alleszins eervolle plaats kan en moet ingenomen
worden!
Wij stappen thans af van het onderscheid tusschen heden en verleden. In
welk opzicht is H. F. C. niet veranderd, waarop heeft de geest des tijds gansch geen
vat gehad
Nog steeds hebben wij ons fundament" van eereleden, leden van verdienste,
oud-spelers en bestuursleden, die alleszins actief medeleven.
Nog steeds is Eere-Voorzitter Mulier in jeugdige kracht en voortvarendheid
de jongste van ons allen, nog steeds is Karel, hoezeer gerenommeerd wereldsportsman
en Olympiade-heros, in daadwerkelijke aanhankelijkheid en oprechte clubliefde
dezelfde, nog kunnen wij ten volle rekenen op Loosjes, de Breuk, Swens, „Snor
op Mannus Francken in zijn niets ontziende openhartigheid, op de Lanen, op Feith,
op John van Eeghen, enz., in hun spoor is een serie van jongeren getreden: Wijt,
Onderwater, Heybroek, Berg, Jan Spoelder, enz., enz., over wier tijd en op
offerende moeite de H. F. C. vrijelijk beschikt of beschikt heeft.
Nog steeds is H. F. C. een vriendenkring, waarin vogels van diverse pluimage
en uiteenloopende leeftijd op de meest ongedwongen wijze met elkander in
vreugde en tegenslag verkeeren, nog steeds gaat de H. F. C.-er bij voorkeur
met den H. F. C.-er om. Slechts zij, die weten, wat deze omgang beteekent, kunnen
beseffen, hoezeer de H. F. C. in staat is in moeilijkheden des dagelijkschen levens
eenige verkwikking te brengen, wat de oorzaak is, dat ieder, die eens echt
13