in het Eerste in een wonderlijken wedstrijd op het oude V. U. O.-veld in Den Haag.
De laatste match van het seizoen, V. U. C. definitief onderaan en vol hoop om door
een zege op het veiligstaande H. F. C. haar moreel te sterken voor de degradatie
wedstrijden tegen D. H. C. Wanneer we nu even de moeilijkheden nagaan van de
elftalcommissie in het afgeloopen jaar, dan komt het welhaast ondenkbaar voor,
dat we jaren geleden van V. U. C. met een fancy-combinatie met 5^3 wonnen.
Ato voor het eerst in het doel, Piet Jongeneel eveneens als debutant, Wim Kruyer
als spil en een voorhoede met Constant Lamp midvoor en naast zich Ernst Reydon
als linksbinnen; en vijf goaltjes, meneer, en zonder één wanklank, is het niet om
te watertanden?
We krijgen dan de bekende kwakkelperiode, van uitblinker in het Tweede
en matige kracht in het Eerste, totdat we precies twee jaar later ons eerste-
klasseschap tegen D. H. C. te Delft moeten verdedigen. Wim begint als rechts
binnen, eindigt als spil en als een wrak worden we de eerste klasse uitgeknikkerd.
Dan volgt het meest glorieuse seizoen, dat wij ons kunnen herinneren. Het
eerste jaar met een totaal verjongd team in de 2e klas, met - en dit moet voor W IM
een bittere pil zijn geweest Nico Dorsman op de spilplaats. Zonder eemg voor-
37
Een historische wedstrijd: D. H. C.H. F. C. (60). 13 Maart 1932.
V. 1. n. r.: D. J. Smit, H. Wamsteker, A. Y. van der Meulen, R. Jongeneel, N. Dorsman, D. Miezérus, W. Kruyer,
H. Höck, P. Jongeneel, F. C. Kuipers en P. C. Hagenaar.