steeds niet aan gisteren, maar aan morgen. Ze groeien, zooals zestig jaar geleden
de jongens groeiden. Ze zullen ouder worden, en dan zullen ze als zoovelen gaan
denken aan gisteren. Herinneringen uit het verleden zullen opdoemen en telkens
weer zullen ze hun schreden richten naar dat goede, oude, bekende veld, aan de
Spanjaardslaan, waar ze een deel van hun onbezorgde jeugd sleten. -En daarom
Laten we hopen, dat die cirkelgang nog vele jaren mag voortgaan. Want
zij van heden, weten niet, wat ze zouden missen, als het oude H. F. C. er eens niet
meer was.
D. L.
58