Seizoen 19^0-195-1 Een van de mooiste momenten uit de derde kwarteeuw van het bestaan van de H.F.C. was ten einde. Ons eerste elftal had zich niet terneer laten slaan, ondanks het feit dat het zelfs aan de afgrond van de vierde klasse had gestaan. Onder de energieke leiding van president Piet van Houten was de neergaande lijn in de prestaties met medewerking van velen omgebogen, met de herovering van het tweede klasseschap tot resultaat. Wat zouden wij er daar na een bijna tienjarige afwezigheid van terecht brengen, vroegen wij ons af? Uiteraard misten onze spelers, op een enkele zeer bijzondere uitzondering na, de ervaring van hoger voet bal. Men hoopte, dat de tegenstand minder hard (meer 'technisch') en de velden bij de uitwedstrijden aan zienlijk beter zouden zijn. De eerste wens ging meer in vervulling dan de tweede, hetgeen al vermoed werd bij de indeling in de Zuid-Hollandse 2e kl. B met merendeels onbekende tegenstanders Coal, C.V.V., E.B.O.H., Neptunus, Overmaas, Quick (H.), Scheveningen, Sliedrecht en Unitas. Ook de betrekkelijk verre busreizen en mede dientengevolge kleinere supportersschare dan in de voorafgaande derde klas-jaren vorm den een nieuw element voor ons in doorsnee gelukkig jeugdige team. Zij, die nog in de feestroes verkeerden, werden al voor de competitie tot de harde werkelijkheid terug geroepen. Het seizoen werd geopend met de deelname aan het Jan van Eck-tournooi, georganiseerd door V.V.A. Tegen de derde-klasser Zeist werd het i i (gewonnen na strafschoppen) en in de finale werd na verlenging met 3—2 van A.F.C. verloren. Het was erg gezellig om weer eens aan de A.R.O.L. te mogen meedoen. Ajax gaf ons echter een lesje: 3—0 in 2 X een half uur. Na een (ook na afloop) gezellige partij met H.B.S. werd Sliedrecht aan de Spanjaardslaan voor de competitie ontvangen door Nico van der Lee Paul Begemann Cees Timmerman Carel Flack Hans Busselmann Wim Groot Hans Winter Cees de Nijs Jan Corbeth Tom Corbeth Piet Ligtenstein (de laatste als invaller voor Hein Winter). Ondanks het feit, dat Sliedrecht feller speelde dan wij, werd met een 2—1 zege gedebuteerd, waarmede we tevreden konden zijn (en ook waren). E.B.O.H. uit deed in het begin het beste beloven. Door goed spel werd het 0—2, doch nog voor rust 1—2. In de tweede helft geraakte onze achterhoede tegen de a.s. kampioenen volkomen de kluts kwijt. Het werd een ongezouten 6—3 nederlaag, ondanks de mooie voor sprong. De tweede thuismatch leverde de tweede overwinning op en wel na een wisselende strijd met 3—2 tegen Neptunus. Dat zou voorlopig de laatste overwinning zijn. Of het nu aan het twee jaar later in zijn oor spronkelijke vorm weer afgeschafte stopper-spil-systeem of aan de hogere klasse of aan beide lag, een feit is het, dat onze achterhoede heel veel vreemde dingen uithaalde en op elk ranglijstje tot het bittere einde van het seizoen als 'topscorer' prijkte. Quick in Den Haag 4—2, Coal thuis 0—3- en C.V.V. (naast Feyenoord) 3—1. Gelukkig werd thuis (natuurlijk weer met de oneven goal, dit keer 3—2) van Scheveningen gewonnen en bleef Sliedrecht het nog slechter doen dan wijDe onpleizierige traditie om op vreemd terrein te verlie zen werd ook tegen Overmaas (2—1) en Unitas in Gorinchem (3—2) helaas gehandhaafd. Na enige weken rust werd de traditionele 1 Januari-match (wat een prachtige traditie toch, op die eerste dag van het jaar!) tegen een sterk team van Old Internationals met 3—6 verloren. Nog een vriendschappelijke 3—4 zege op Schoten en toen was het 14 Januari 1931Sliedrecht-H.F.C.Wat zouden wij met onze 'uit- traditie' doen? Een handhaving daarvan zou ons aardig in de puree werken en na het lange en zenuwslopende voorafgaande seizoen wel eens heel funeste gevolgen kunnen hebben. Het werd geen beste match. Er waren geen bepaalde uitblinkers, maar gelukkig was er ook niemand onvoldoende. Een constant ietsje beter H.F.C. stelde zijn tweede-klasserschap voor een goed deel zeker door een zwaar bevochten 2—3 zege op een uiterst moeilijk bespeelbaar veld. Cees de Nijs, Tom Corbeth en Hans Winter scoorden de zo belangrijke doelpunten. De stand der twee laagst geplaatsten luidde toen: H.F.C. 10 4 o 6 8 20—34 0.80 Sliedrecht ro o 1 9 1 14-32 0.10 Eén punt uit de volgende 6 wedstrijden maakte de situatie toch nog beangstigend. E.B.O.H. (tweeseizoe nen later eerste klasser) demonstreerde aan de Spanjaardslaan een prima spelletje, maar onze tegenstand was toch wel erg matig: 1—8! Quick leverde het ene, boven gememoreerde punt op, na een 3—2 nederlaag in een friendly game tegen Zeeburgia te Amsterdam, in welke match o.a. Bob Kammeijer (for ever) de spilplaats en Herman Heijting die onder de lat innam. Vooral onze defensie weerde zich tegen de 'Haantjes' uitstekend en zag zich slechts éénmaal, vrij kort na het begin, door een ongelukkig doelpunt gepasseerd. De 138

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 142