vele plaatsverwisselingen van de vaste kern, alsmede talloze come-backs van de mindere broeders, wezen nu ook
niet bepaald op krachtige reserves, waaraan het uitkomen van H.F.C. 2 in de reserve 3e klas niet vreemd was.
Een pleizierige uitschieter werd in Amsterdam tegen V.V.A. genoteerd. De jeugdige Walter Dekker de
buteerde verdienstelijk op de backplaats. Zoals ook later nog zo vaak zou gebeuren, zorgden Tom Corbeth
en Cees de Nijs voor onze doelpunten. Het zat achter goed dicht deze keer en ook Nico van der Lee speelde
een prima wedstrijd. Na een vriendschappelijke 1-3 overwinning op D.I.O. naast de Kleverlaan leverde de
return-match tegen V.V.A. wederom een teleurstelling op: ook 1-3 en wel na een zeer pover spel onzer
zijds. Zou de 3-2 zege op Nieuwjaarsdag tegen de Old Internationals een goed voorteken zijn om ons door een
overwinning op het onderaan bungelende Alcmaria in Alkmaar practisch veilig te stellen? Herman Heyting
was weer van zijn blessure genezen en ook Paul Begemann bleek terstond beschikbaar, toen men hem dat
speciaal verzocht had. De achterhoede weerde zich goed, doch de voorhoede bracht er maar bitter weinig
van terecht. Met 1-0 werd ten tweeden male van nummer laatst verloren, waarop we nu nog maar 3 (i.p.v.
7!) punten voorsprong hadden. Op dat moment had Alcmaria van de 14 gespeelde wedstrijden er slechts
twee gewonnen: beide keren tegen H.F.C.
Met deze nederlaag werd gelukkig de slechte middenmoot van het programma radicaal afgesloten. Het ging
crescendo. De twee volgende thuiswedstrijden leverden de volle buit op. Eerst Helder met £-3, in welke
wedstrijd Leo Molijn (vroeger in de wandeling ook wel eens 'Popeye' genaamd) zich fors trappend als
kanthalf in het eerste speelde. Ook de Hanzen Busselman en Winter (de laatstgenoemde scoorde de twee
eerste goals, nu eens als linksbuiten, na met broer Hein te zijn geruild) konden op een goede partij terug zien.
Daarna werd A.F.C. met 4-3 geslagen, ondanks een 0-2 achterstand met rust. In de tweede helft werd er
met veel elan gestreden. Al spoedig opende Hein Winter de score, Cees de Nijs zorgde voor 2-2, een per
sentje bracht ons met 2-3 achter, maar de 'winning mood' kon niet meer verbroken worden en Tom Cor
beth hielp ons met 2 goals aan de zo nodige volle puntenwinst voor een talrijk en enthousiast publiek. Deze
wedstrijd werd voorafgegaan door een vriendschappelijke tegen V.S.V. thuis (2-j) en gevolgd door Z.V.V.
uit (3-3). Na enige weken rust, afgewisseld met de gememoreerde friendly games (de afwerking van het pro
gramma ging ondanks het ongewoon vroege begin wel zeer traag!) kwamen we op 2 Maart weer eens voor de
competitie in het krijt. O.S.V. uit is nooit een gemakkelijke taak. Met het behaalde 2-2 gelijke spel waren
we tevreden; Jan van der Maesen maakte als half-back zijn rentree in ons hoogste team en deed dat lang niet
slecht. Het nog slechts in theorie dreigende degradatiegevaar werd in de volgende wedstrijd definitief af
gewend. Baarn werd met 3-2 aan de Spanjaardslaan geklopt. Het ging nogal moeizaam, maar de twee ver
overde punten waren verdiend. De twee nog resterende matches hadden voor geen der betrokkenen meer
bijzondere belangen, hetgeen ook duidelijk in bet spel tot uitdrukking kwam. Op 16 Maart werd H.V.C.
in Amersfoort met 1—2 geklopt en eerst op 20 April
(na een seizoen zonder weersstagnaties van betekenis)
kwam West Frisia naar Haarlem. Na een zeer matige eerste
helft kwam ons elftal met 0-2 achter. Dat werd de heren
echter te bar en een 2-2 draw werd het resultaat. H.F.C. had
het gepresteerd om in de laatste 6 wedstrijden ongeslagen
te blijven: 4 gewonnen en 2 gelijk. Vóór West Frisia werd
nog vriendschappelijk gespeeld tegen H.V.V. (2—2) in den
Haag. Het seizoen werd besloten met een 4—4 gelijk spel
tegen het jubilerende Hercules in de Domstad. Dit was
liefst onze elfde wedstrijd buiten competitie-verband, een
bewijs van het dit seizoen wel bijzonder slecht afgewerkte
programma met een aaneenschakeling van vrije en inhaal-
dagen tot vervelend wordens toe.
H.F.C. eindigde in de competitie met zes punten voor
sprong op nummer laatst, terwijl die voorsprong in het
vorige seizoen acht punten had bedragen. Het aantal tegen-
goals was wederom schrikbarend groot en de wijzigingen in
de opstellingen waren talrijk. Desondanks waren de resul
taten niet onbevredigend. We waren niet 'na vijf jaar eerste
klasser' geworden, maar wel had onze Good Old zich in
die periode van een bij de afgrond van de vierde klas staande
derde klasser opgewerkt tot een tweede klas tegenstander,
'AS
Eind van het seizoen. Piet van Houten scoort
zichzelf in de bovenhoek.