Kris en kras
Hieronder volgt, zonder enig ander gegeven dan het geheugen, een aantal herinneringen, kris en kras door
de nieuwe en nieuwste H.F.C.-geschiedenis, waaruit hier en daar een kruimeltje werd opgepikt en aan het
papier toevertrouwd. Het zijn over het algemeen voorvallen, waaruit menigeen, zij het soms met enige varia
tie zijn H F.C.-tijd zal herkennen. Dus het aanstippen van gebeurtenissen ter illustratie, hoe een zeer middel
matig voetbalspeler zijn H.F.C. genoegens heeft geproefd. Voor de gedetailleerde geschiedschrijving moet
u elders in dit boek zijn.
De allereerste voetbalwedstrijd, die ik zag, was die in het einde der twintiger jaren op Nieuwjaarsdag
van H.F.C. tegen Old-InternationalsMet mijn vader stond ik achter de goal. We kregen waar voor ons
geld: het werd, naar ik meen, 10-7. Een paar geweldige kogels van jan Thomee vervulden mij met ontzag.
Later werd de Zondag-ochtend wandeling meest langs de Zuiderhoutlaan geleid, als het mij lukte. Vele kwar
tiertjes en langer stonden wij naar de lagere elftallen te kijken. Met vriendjes uit de buurt speelden wij op
diverse landjes in Heemstede, o.a. daar waar nu de Zandvoorter Allee ligt. Daarna iets verder op, aan de
Chrysanthemumlaan of achter de Zandvoortselaan op vroegere bollenveldjes met greppels en lage bomen-
hagen.
De weg naar school was op zijn hoogst tien minuten gaans. Al voetballend deden wij er op zijn minst een
half uur over. De bomen waren de goals en de grasrand was uitermate geschikt om als keeper uit te vallen.
Op het laatst stopte de politie niet eens meer. Als we weer eens gesnapt werden, gooiden we de bal gewoon
in de zijspan en zonder iets te zeggen reden de heren met bijna onverminderde vaart door. Een soort gentle
men's agreement!
In de vierde klas van de lagere school hadden wij een organisator-in-de-dop in ons midden. Na schooltijd
trokken we naar Groenendaal. Een tijdens de middaglessen opgesteld programma werd afgewerkt, onder
broken door allerlei heerlijkheden, die zijn moeder altijd present bij zich had.
Met enige jongens-van-het-landje uit de vijfde en zesde klas gingen we 's Zondagsmiddags naar H.F.C.
kijken. Bij^het gouden jubileum mocht ik ook lid worden. De H.F.C.-kousen waren mijn mooiste cadeau
op mijn tiende verjaardag.
We kwamen daar in de 'Onderlinge', waar we heel wat jaren gespeeld hebben. Er waren toen maar een
paar juniores en helemaal geen adspiranten teams in de H.V.B. De Onderlinge bestond dan ook uit drie al-
delingen, als ik me goed herinner. Ook dacht ik, dat wij zelf als aanvoerder de invallers moesten waar
schuwen'. Heel goed herinner ik me nog een beslissingswedstrijd achter de tribune (naast de tennisbaan
stond alleen een losse oefengoal, er was daar toen nog geen speelveld uitgezet) in de laagste afdeling tegen
het elftal, aangevoerd door een thans bekend restaurateur in Heemstede. Met rust stonden we dik achter,
doch ons elftal won toch nog en als prijs ontvingen wij een ingelijste foto van het eerste, dat juist kampioen
was geworden van de tweede klas en na één jaar ook weer zou promoveren. Dat was een geweldig seizoen.
Kort daarop stonden we met twee elftallen H.F.C.-jongens als ere-haag in dat zelfde stadion bij Nederland -
Hongarije (0-1). We verdwaalden in de catacomben van het stadion, zagen de spelers in de gang voor de
deur onder de Ere-tribune wachten op de volksliederen en mochten op een bank, vlak buiten de sintelbaan
naar de wedstrijd kijken. De Blauw-Wit juniores fungeerden als ballenjongens, hetgeen we toch ook wel
een beetje jammer vonden.
We speelden drie jaar in de juniores. Het laatste seizoen werden B en C kampioen en gingen samen in een
bus onder leiding van Wim Heybroek naar H.V.V. Ergens bij Lisse werd gestopt om een bloembollen-slinger
te kopen, die onze captain later aan zijn Haagse collega overhandigde. We kregen allemaal het jubileum-boek
van H.V.V. als herinnering mee.
Na de juniores-tijd volgde een periode van ongeveer tien jaar, waarin ik maar te hooi en te gras zelf speelde.
In die periode van 1937 - 1947 vielen dus tevens de oorlogsjaren, alsmede de viering van het zestig-jarig bestaan
in de mobilisatie-winter. De refreintjes uit de jubileum-revue, bijgewoond in onze betrekkelijk kort tevoren
als eerste-jaars gekochte smoking, brullen wij nu bij bepaalde gelegenheden nog wel eens. Aan het spelen
in de allerlaagste elftallen bewaren we ondanks alles of misschien juist dank zij het volkomen onbekommer
de voethal-nog vele grappige herinneringen.
Zo denk ik aan die match op het zeer hobbelige T.H.B.-veld aan de voet van de duinen te Aerdenhout.
Het was daar toen heel gemakkelijk om een corner hoog voor de 'korf' (er werd vlak naast tevens door meer
of minder lieftallige vrouwspersonen gekorfbald) te krijgen. Sterker: het was onmogelijk om de bal laag te
183