W. j. H. Mulier
De heer W. j. H. Mulier, geëerd door de H.F.C. reeds jaren
geleden met de trotse titel 'oprichter', heeft helaas het 7^jarig
jubileum van zijn club niet meer mogen meemaken. Slechts
luttele maanden voor de viering is hij op de zeer hoge leeftijd
van 89 jaar overleden.
Toen de H.F.C. haar 70-jarig bestaan vierde o.a. met atle
tiekwedstrijden aan de Spanjaardslaan om de beker, die zijn
naam draagt, hebben een paar H.F.C.-ers die ook niet meer tot
de jongsten behoorden en dus aarzelden met deelneming aan
een spontaan ingelast extra nummer, 60 meter hardlopen voor
veteranen, al hun overredingskracht moeten gebruiken om Pim
Mulier af te houden van zijn even spontane wens, om ook in dat
nummer mee te lopen. Hij was toen 84 jaar oud en ongeveer
30 jaar ouder dan degenen, die hem bijna met geweld moesten
tegenhouden.
Hoe was nu diezelfde Pim Mulier in zijn jonge jaren omstreeks
1 879, toen de H.F.C. het levenslicht zag? Met zijn geboortejaar
hier vlak boven kunt u het antwoord dadelijk klaar hebben. Een
andere kwestie is, of u zich ooit hebt gerealiseeerd, dat de H.F.C.
is begonnen als een clubje van wat kleine jongens van veertien jaar
en daaromtrent. Om je dat voor te stellen, moet je je even los
maken van de tegenwoordige H.F.C. met haar gewichtig be
stuur, dat overigens zijn gewichtigheid broodnodig heeft om aan de vele problemen het hoofd te bieden
Maar ondernemend en vastberaden waren die kleine jongens wel, met Pim Mulier als de ondernemendste
de meest enthousiaste en dus de aangewezen leider.
In het eerste jubileumboek van de club, verschenen bij het veertigjarig feest in 1919 en door Karei Lotsv
samengesteld, heeft Mulier zelf verteld over dat eerste begin. Al omstreeks 1870 was de kleine Pim in de
gelegenheid geweest zijn eerste voetbal te aanschouwen en wel te Noordwijk in de buurt van de kostschool
waar zijn ouders hem heen hadden gezonden. Engelsen speelden met het eerder in ons land onbekende
voorwerp. Toen hij 10 jaar was, zag hij weer Engelsen voetballen, ditmaal geregeld te Ostende en hij was er
zoals hij zeil geloofwaardig verhaalt, niet weg te slaan.
Wij citeren Mulier nu even letterlijk:
Ik rappeleer me, dat ik met mijn Haarlemsche schoolvrinden besprak de oprichting van zoo'n voetbal
clubje en hen vertelde van dien fameuzen grooten bal. Maar ik kon er geen toonen. Men schudde het hoofd
Eindelijk zag ik bij De Gruyter in de Leidschestraat zoo'n mij welbekenden bal, spik-, nee maar spiksplinter
nieuw Piel geel met een oranje geel-leertje. Een paradijs aan een touwtje. Ik wou hem dadelijk mee hebben
maar had geen crediet. Den volgenden dag had ik het bedrag mee in m'n zak en ik kocht m'n bal, dolgelukkig'
We besloten niet op het duin achter het Kolkje te spelen, omdat je dan kwam onder den dwang van de
groote jongens, die daar cricket speelden. We wouen zelfstandig beginnen en togen met onzen bal en 'n klein
groen Engelsch spelregelboekje - ik zie het nog - alweer van den vriendelijken heer De Gruyter gekregen
naar diverse weilanden achter den Hout, o.a. ook naar het veld, waarop de H.F.C. nu speelt. Wij sjouwden
dan mee: den bal, een paar stokken en een plank. De plank diende om te vluchten, zoodra de boschwachter
Kofderie of de boer of 'n ander volwassen mensch aan den einder verscheen en begon met- Willen jullie
weieens als de bl Dan werd de plank gelegd over den Exodus en we trokken een landje verderop
Dat was dan in 879. Elders in dit boek wordt dit verhaal wel voortgezet, op deze plaats willen wij het nog
even over het persoontje van de kleine Mulier hebben, die later zo groot werd op sportgebied.
Wij kunnen ons het laaiende enthousiasme van het kereltje wel enigszins voor de geest halen. Hij had
voor de bal gezorgd en ook een rood-zwart kapje gekregen. Daarom waren de eerste kleuren, waarin de
H.h.C. voetbalde rood-zwart.
- Wij speelden dus in rood-zwarte truien met stevig op het hoofd zittende zeer kleine 'caps' of kapjes en
wuivende gebreide mutsen van dezelfde kleur.
En, laten wij dat ook even vaststellen, zij speelden geen voetbal zoals wij het kennen, maar een soort rugby.
l6
PIM MULIER IN ZIJN JONGENSJAREN