Het tweede, dat zovele malen met hangen en wurgen het vege lijf gered had, delfde thans het onderspit en verliet de Res. ie klas voor goed. Het vierde daarentegen werd kampioen van zijn afdeling, doch wist helaas niet te promoveren. De overige elftallen handhaafden zich behoorlijk, zodat dit seizoen tenslotte weinig reden tot ontevreden heid gaf. Een grote teleurstelling bracht dan ook het volgende seizoen 1935-1936, het laatste, dat wij in de iste klasse doorbrachten. Weer laboreerden wij aan een schotloze voorhoede, terwijl onze achterhoede ook niet altijd even safe bleek. Het werd een spannende nek aan nek race met V.U.C., wie er onderaan zou eindigen een race, die onbeslist eindigde. In het Ajax-Stadion werd in een beslissingswedstrijd, die wij met 2—1 verloren, uitgemaakt, dat H.F.C. met H.V.V. en C.V.V. om één plaats in de eerste klas zou moeten strijden. Zelden zullen drie clubs een spannender competitie gespeeld hebben dan deze. Eerst in de laatste minuten van de vierde degradatiewedstrijd werd ons lot beslist, een 3-3 gelijk spel tegen het reeds kansloze H.H.V. be zegelde ons lot. In het Bestuur was van Rijn van Alkemade wegens vertrek uit Haarlem vervangen door 'Vader' Jongeneel, die zijn door niet zo heel velen begeerde baantje van penningmeester tot de huidige dag tot voldoening van allen vervuld heeft. Nu ook Rud begin Januari broer Piet naar Indië gevolgd was, bleef dus toch een lid van de familie Jongeneel deel uitmaken van de kern van onze H.F.C. Het tweede elftal werd kampioen, maar had in de promotiewedstrijden weinig succes. Dus deed het vierde dit beter, dit keerde weer terug naar de tweede klasse van de H.V.B. Wederom waren wij dus naar de tweede klas afgezakt. Waren er aanwijsbare oorzaken van deze herhaalde degradatie? Waren het de grote concurrentie en de verscherpte strijd om het bestaan in het Walhalla van de K.N.V.B., waren het de gewijzigde verhoudingen in ons voetballandje, waardoor verenigingen als de onze tenslotte ten onder moesten gaan? Wij zullen er niet op ingaan. Wel leek het alsof wij onze nieuwe degrada tie met een soort berusting aanvaardden, misschien in de verwachting, dat wij voor de derde maal de kracht toer zouden uithalen, in één ruk het verloren terrein te herwinnen. Als wij deze hoop destijds gekoesterd hebben, dan zijn wij in de loop der jaren wel bitter ontgoocheld. Maar laten wij op de geschiedenis niet voor uit lopen. Reeds het seizoen 1936—1937 bracht ons de koude douche. Verre van kam- pioens-illusies te hebben, moesten wij ons meer bezorgd maken voor de laatste plaats. Alleen in de maanden December en Januari bezorgden wij onze aan hangers veel vreugd door zes achtereenvolgende overwinningen, doch daarna was het weer mis en wij eindigden tenslotte op de 7de plaats met 17 punten uit 18 wedstrijden. Dit seizoen vertrokken weer twee van onze beste spelers naar het buiten land: Dorsman en Koper. Met de beide Jongeneelen was dit een aderlating, die ons eerste niet te boven is gekomen. Het was ook het laatste seizoen van onze Engelse trainer Bill Yates. Het seizoen 193J— 193S. Wederom een middelmatig seizoen. Yates was vervangen door zijn landgenoot Marshall, een voortreffelijk trainer, die o.a. bij ons het 'stopper'-spil-systeem invoerde. Veel succes had hij er niet mee. Ook dit seizoen waren wij lange tijd benauwd voor de laatste plaats, die ten slotte aan B.F.C. uit Bussum ten deel viel, terwijl wij uiteindelijk ook nog Velox onder ons hielden. Zestien punten uit 18 wedstrijden was het povere resultaat van dit seizoen. De geschiedenis herhaalde zich zoals wij, in de eerste klas vaak hadden moeten worstelen om de degradatie te ontgaan, zo gaf ons verblijf in de 2de klas geen ander beeld. Onze voorzitter herdacht in Maart zijn koperen jubileum in deze functie. Ongetwijfeld zal hem toen duidelijk zijn geworden, hoe de H.F.C. en de ge hele voetbalwereld hem waardeerde. Met onze financiën was het slecht gesteld. De gouden jaren van ons eerste klasseschap waren voorbij. Wij waren nu slechts een matige, zeer matige tweede klasser en de publieke belangstelling was recht evenredig met het spel van ons eerste elftal. Het 'Fundament' van Wim Heybroek bracht gelukkig een grote verbetering, die echter op het veld bevochten had moeten zijn. 44 jCs s Gé Koper

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 58