Onzakelijk, wèl practisch, maar sentimenteel voor bijgeloof.
Edel het leven beschouwend, doch geen materiële levensgeneugten versmadend.
De artiest, de bohemien, die geen palet hanteert, maar zijn kunstzinnigheid uit in de wetenschap, paedago-
giek, het woord en de ware levenskunst.
Ieder die het voorrecht heeft, of heeft gehad, met deze uitzonderlijke figuur in aanraking te komen moet, zelfs
als dat op het gymnasium is geweest, iets van de oude talen, maar veel voor het
leven van hem hebben meegekregen. Dat is zelfs in een jaar met een een voor latijn
mogelijk.
Maar wat wij, zijn H.F.C.-vrienden, door en met hem in al zijn veelzijdigheid
genoten hebben, (zelfs uit zijn misdragingen leerden wij levenslessen), is onbe
schrijfelijk in zijn ruimheid van opvatting, ernst, humor, vlijt en plichtsbesef.
Cees, Rector of de Dokter, hoe ze hem ook mogen noemen, wie hem ook nog op
mag volgen, hoe groot hun verdiensten ook mogen zijn, voor de meesten blijft hij
toch 'de Voorzitter'.
Een bijeenkomst van H.F.C.-ers zonder zijn woord is maar ten dele geslaagd.
Hij mag tegenwoordig dan misschien meer opvallen in de uitoefening van zijn oude
talen, voor de radio, in het Haarlemse openbare leven, of in hoge K.N.V.B.-
functies voor alles blijft hij toch maar de H.F.C.-er. Dit is in zijn eigen
ogen trouwens de hoogste lof, die men hem toe kan zwaaien. Aldus wilde ik hem
nog eens de grote dank van gans H.F.C. betuigen voor hetgeen hij deed, was en
nog steeds is.
WIM HEYBROEK
Mr JAN SPOELDER
Een vijftal jaren maakte hij deel uit van de Redactie van de H.F.C.-er en de jeugdcommissies. Op beide ter
reinen heeft hij veel vrije tijd voor onze vereniging beschikbaar gesteld juist in een periode, toen het H.F.C.
niet voor de wind ging. Vooral voor ons clubblad heeft hij toen de medewerking van velen weten te ver
krijgen, iets dat zeker niet aan ieder ander gelukt zou zijn.
Het is jammer, dan Jan Spoelder na het beëindigen van zijn studie niet in staat was werkaamheden voor
H.F.C. te verrichten. Maar wat hij in het betrekkelijk korte tijdvak daarvoor heeft gedaan (en dat was niet
gering) mogen wij hier met dankbaarheid vermelden.
Dr HENK WAMSTEKER
Zo'n kwarteeuw geleden is er een periode geweest, dat de H.F.C. in haar eerste
elftal het sterkste achtertrio in de Nederlandse voetballerij had en Henk Wam-
steker bezette daarin een der backplaatsen. Als speler en aanvoerder was hij in de
jaren 1927 tot 1932 een der hechtste steunpilaren van de ploeg. In competitie
wedstrijden was hij bijna onpasseerbaar en van de ouderen zal niemand nog ver
geten zijn hoe hij eens naar de hoek van het doel duikend, koppende een zeker
schijnend doelpunt voorkwam.
Aanvoerder Wamsteker eiste veel van zijn spelers, maar dat mocht hij, want hij
gaf zelf een voortreffelijk voorbeeld in het verbeten enthousiasme, waarmee hij
van de eerste tot de laatste minuut streed. Dat de H.F.C. in 193 1 moest degra
deren lag waarlijk niet aan hem.
Hij kwam tweemaal voor de oranjeploeg uit.
Hij is thans een algemeen bekend en geacht chirurg in Haarlem en is bij wedstrijden van het eerste elftal
nog geregeld als toeschouwer te vinden.
Dat zijn belangstelling voor de club onverflauwd is gebleven, is voorts nog gebleken uit het feit, dat hij
jaren geleden een beker uitloofde voor een adspirantentournooi, waarom jaarlijks op een altijd succesvolle
Zaterdagmiddag door de H.F.C.-jeugd met grote felheid wordt gestreden.
Ï7