hadden iets wilds te doen. Ook in die tijd vochten de jongens geregeld met elkaar, ze maakten lange
wandelingen, klommen in bomen en op daken, oefenden zich in het schaatsenrijden en probeerden ook
toen al graag, elkaar in deze bezigheden te overtreffen. O, wilde spellen genoeg maar dan in het wilde
weg en niet georganiseerd in verenigingen. Om dat te bereiken en ook om takken van sport te leren
kennen, waarvan zij nog nooit gehoord hadden, was Pim Muiier er dan.
Pim maakte voor het eerst kennis met voetbal en cricket in 1875, toen hij 10 jaar oud was en de
gelegenheid kreeg een reisje naar Engeland mee te maken. Later zou de belangstelling voor de beide
takken van sport leiden tot een erelidmaatschap van de Nederlandse Cricketbond en, zoals algemeen
bekend is de eer van oprichter van de Nederlandse Voetbal Bond, toen nog niet Koninklijk, dus simpel
N.V.B. geheten, voorzitter van deze bond en later ere-voorzitter. Dit betekent nu al een dubbele
organisatorische werkzaamheid, maar het bleef daar niet bij. Pim werd vervolgens, zij het dan niet alles
op dezelfde jeugdige leeftijd natuurlijk een belangrijke figuur in de Nederlandse Bond voor Lichamelijke
Opvoeding, voorzitter, als goede Pries, van de Nederlandse Kaatsbond, verder voorzitter van de
Internationale Schaatsrijdersbond. Hij bemoeide zich ook organisatorisch met hockey en lawntennis.
Bij tal van sportbonden werden op zijn advies medische commissies ingevoerd. Hij richtte de Haarlemse
Lawntennisclub op, introduceerde de bandysport als vroege voorganger voor het ijshockey. Bandy werd
met een bal gespeeld, niet met de tegenwoordig gebruikelijke schijf. Hij organiseerde de eerste meer
daagse wandelmarsen, in 1893 reed hij voor de eerste maal de Elfstedentocht op schaatsen in Friesland,
ongeveer 200 km. in 12 uur 55 minuten en in 1917 zou hij dit, als oudste deelnemer, nog eens doen.
Hij reed er toen, op 52-jarige leeftijd, maar 40 minuten langer over. Hij organiseerde de eerste veldloop,
werd de eerste overhand-bowler bij Rood en Wit, maar was volgens zijn eigen oordeel een slap en
beroerd batsman. Hij liep de afstand tussen de Amsterdamse Poort in Haarlem en de Haarlemmer Poort
in Amsterdam ettelijke malen en streefde ernaar die afstand binnen het uur af te leggen. En nu kan ik
nog steeds niet zeggen dat ik volledig geweest ben, wel dat ik ook weer danig in herhalingen van wat al
ettelijke malen eerder is gepubliceerd ben vervallen.
Wij moeten nodig nog wat naar voetbal terug en dus speciaal naar H.F.C., nadat dan eerst nog is
gezegd dat Muiier jaren in Nederlands Indië doorbracht als journalist, dat hij in het Verre Oosten veel
andere landen bereisde, dat hij een vaardig tekenaar was, een goed talenkenner, een pionier in de paar
densport. Maar naar voetbal terug, het wordt anders te duizelingwekkend.
Voor hem was er echter geen duizeling bij, want hij had bij al zijn organisatorische initiatieven een
merkwaardige eigenschap. Als hij iets aan het rollen had gebracht bleef hij er meestal niet jarenlang
bij; dan moesten de pupillen die hij had opgeleid het verder zelf maar doen, hoewel zijn belangstelling
voor al die sporten wel bewaard bleef. Iedereen moest aan sport doen, dat was voor hem een leidend
beginsel.
Wij mogen echter wel zeggen, dat voetbal bij hem voor alles ging.
Hij zorgde ervoor, dat H.F.C. in de Koekamp mocht spelen op vergunning van de burgemeester van
Haarlem. De Koekamp was het terrein waar nu het Sportfondsenbad staat. De burgemeester gaf verlof
aan Muiier en zijn vriendjes om daar, zoals hij het zei, te worstelen. Er stonden enige bomen op dat veld
en die moesten er op blijven staan. De H.F.C.'ers kregen er grote bedrevenheid in via de boomstammen te
spelen. Voordat het zo ver was, speelden zij hier en daar op weilanden, o.a. waar nu de H.F.C. al zo
lang gevestigd is. Zij namen dan behalve een bal ook altijd een plank mee, met behulp waarvan zij over
de sloten konden vluchten als een „koddebeier" dreigend in de buurt kwam om die dekselse jongens te
verjagen. De Koekamp werd het eerste voetbalveld in Nederland, dat had Pim, die zich aandiende als
president van de H.F.C., dan toch maar bereikt. Muiier was een zeer zuiver sportsman. De historie
vermeldt dat, wanneer de scheidsrechter bepaald had dat H.F.C. had gescoord en de „president" wist dat
de bal niet gezeten had, Muiier het doelpunt weigerde te aanvaarden. Kom daar nu eens bij een scheids
rechter mee aan.
Toen Pim 25 jaar was ging hij zijn spelers persoonlijk van school halen en dan moesten zij onder zijn
toezicht hard lopen, goal schieten, dribbelen, tot en met de doelverdediger werden alle spelers aan de
tand gevoeld. Zijn invloed op hen was groot. Pim rookte nooit, dus dat deden zijn sportleerlingen ook niet.
Hij was, heel vroeg al, een heftig tegenstander van beroepsvoetbal. Voetbal, vond hij, moest je voor je
plezier spelen en je beloning daarvoor was dit plezier.
Hij was 17 jaar lang voorzitter, aanvoerder en speler van H.F.C., speelde ook enige malen in het
12