JAAP VAN BAASBANK: altijd bereid
v.
HOE WAS HET TOEN OOK WEER (50-jarig bestaan 1929)?
Welk een staat van dienst heeft Jaap van Baasbank aan de Spanjaards
laan. Na vele jaren commissaris en secretaris van de H.C.C. 'Rood en
Wit' te zijn geweest, werd hij tot erelid dezer vereniging benoemd. Later
gedurende vijf jaren voorzitter van Rood en Wit, aanvoerder van het
tweede elftal en voor korte tijd van het eerste elftal.
Vijf jaar voorzitter der Kon. H.F.C., speler van het eerste elftal een
verdienstelijk achterhoedespeler in het begin der jaren dertig.
Hij werd na zijn aftreden als voorzitter tot lid van verdienste onzer
vereniging benoemd.
Het is de grote verdienste van Jaap van Baasbank dat hij, zonder als
dictator op te treden, door zijn grote tact en gevoel voor humor alles
gedaan wist te krijgen, wat hij voor de H.F.C. nuttig en nodig achtte.
Hij wist de vereniging te versterken door goede vrienden te bewegen
tot het bestuur toe te treden, zoals de door ons allen betreurde Kees van
Wijk, die een voortreffelijk secretaris was en Jan Kroon, nog steeds onze
tweede penningmeester.
De jaren van Jaap's voorzitterschap waren niet de gemakkelijkste,
want onze vereniging maakte na de opgang onder voorzitterschap van
onze ere-voorzitter een periode van achteruitgang mee, wat tot degradatie
naar de tweede klasse der amateurs der K.N.V.B. leidde. Jaap wist deze depressie echter uitstekend op te
vangen, en de periode van opbloei, welke wij thans weer meemaken, hetgeen tot uitdrukking komt in de
prestaties van ons eerste elftal, zijn voor een groot deel aan zijn beleid te danken.
Zijn grote verdienste voor de Spanjaardslaan worden onderstreept door het feit, dat hij thans weer
teruggeroepen werd tot voorzitter van Rood en Wit.
Wij hopen, dat het niet nodig zal zijn, omdat hij thans volgens zijn eigen zeggen bijna de leeftijd der
'bejaarden' heeft bereikt, maar mocht de H.F.C. weder een beroep op hem doen, dan zijn wij er van
overtuigd, dat hij ook dan weer aan onze vereniging zijn krachten zal wijden.
H.F.C. I had in het voorjaar van 1929 zelfs een slappe kampioenskans. Twee nederlagen met de oneven
goal tegen R.C.H., de uitwedstrijd aan de Middenweg waar nu ongeveer het E.D.O.-terrein (toen aan de
Kleverlaan bij het zwembad) ligt, bracht ons uiteindelijk op de eervolle vierde plaats. De H.F.C. had de
sterkste achterhoede van Nederland en in die tijd leverde de H.F.C. zelfs twee achterspelers in één
wedstrijd: België-Holland in Antwerpen. Opstelling H.F.C. in 1929: A. Y. van der Meulen; H. Wamsteker,
A. van Haeren; R. Jongeneel, M. van der Lee, C. Lamp; G. de Ruyter, E. Reydon, G. Daniëls,
H. van Renesse, A. H. van den Berg.
H.F.C. eindigde in de 1ste (hoogste klasse achter kampioen Sparta, A.D.O. en R.C.H., voor V.U.C.,
H.D.V.S., Hilversum, Ajax (op het oude veld in de Watergraafsmeer gelijk en thuis voor een uitverkocht
huis won H.F.C. van Ajax Stormvogels en U.V.V.
29