den naar het oosten des lands uitge
weken waar hij thans onder dak is
bij het inmiddels koninklijke UD.
Voor Ruskamp is het eenvoudig zijn
hoogtepunt te noemen: Het afde
lingskampioenschap van 1961, ge
volgd door een niptverloren finale
om het amateurkampioenschap van
Nederland.
Vervolgens van Baasbank. Slechts
drie jaar jonger dan Heybroek. Li
chamelijk niet in goede conditie.
Maar wat een uitstraling. Ogen
waaruit de spot nooit wijkt. Sportief
gezien een amateur in hart en nie
ren en bij de tijd in de meest letter
lijke zin. Wijst ons op de column
van Jan Mulder in de Elsevier van
22 december 1988 waaruit hij met
instemming het navolgende citeert:
„Weg uit Olympia! Wanneer 90 me-
sjogge landen zich uitsloven voor
die zinloze medailleladder, gaan wij
heerlijk kaatsen in Friesland, korf
ballen in Ons Eibernest en schaat
sen op de Gouwzee". Hoogtepunt
voor van Baasbank was de uitbrei
ding van het clubhuis in 1965.
Voor die tijd had je alleen 'het stink-
hokkie van van Rooijen'. Het club
huis moet de spil van het ver
enigingsleven zijn en dat clubhuis
moet altijd aan de Spanjaardslaan
staan. Bewaar de Spanjaardslaan
goed, bezweert van Baasbank ons.
„Noem mij Uw hoogtepunten en ik
zeg U wie U bent."
De ogenschijnlijk koele Macher Be-
gemann denkt aan een fysieke pres
tatie en wel in de vorm van de geza
menlijke krachtinspanning waar
mee - tegen iedere voorspelling
Voorzitters van
H.F.C. Zittend
v.I.n.r.: tV. Hey
broek, J.P. van
Baasbank,
M. Ruskamp.
Staande: D.A.
Oud, E.J. Poster.
P. Haverkamp Be-
gemann en N.J.P.
Giltay Veth.