Het speelveld van de
Spanjaardslaandubs
4
Kiek giltay Veth
HFC 115 JAAR
'r ...een vast trefpunt
DOOR
Op de jaarvergadering
van september 1899
stond de opheffing van
HFC op de agenda. De
durf van de
uitgever/boekhandelaar
Martinus Loosjes heeft
de club toen gered
hoewel er aanvankelijk
maar een half eerste
elftal beschikbaar was.
HFC bestaat 115 jaar en als vanzelfsprekend betrekken
wij in dat feest onze medebewoners aan de Spanjaards
laan, Rood en Wit (van 1881) en de HLTC (van 1885).
De drie-eenheid van de clubs heeft geenszins altijd
bestaan, lange tijd gingen ze eigen wegen. HFC kwam in
1899 naar de Spanjaardslaan, de HLTC twee jaar later
en Rood en Wit pas in 1909. Voor alle clubs is het zo
geweest dat ze pas na geruime tijd aan de Spanjaards
laan terecht kwamen. Het leek aardig om er eens bij stil
te blijven staan hoe het met de velden van de clubs sinds
hun ontstaan is verlopen.
HFC: DE EERSTE TWINTIG JAREN IN
VOGELVLUCHT
Het verhaal begint met de oprichting van
HFC door Pim Muiier in 1879. Zoals bekend was de
directe aanleiding dat hij na het voetbalspel eerder op
de kostschool van zijn broer te hebben zien spelen, een
rugbybal op de kop wist te tikken bij de firma De
Gruyter in de Amsterdamse Leidsestraat. Pas in 1883
ging HFC over op 'soccer'. Na de oprichting (in de
open lucht!) werd er eerst ongeorganiseerd her en der
gespeeld, ook op diverse veldjes achter de Hout, onge
veer waar HFC nu is gevestigd. In 1880 kreeg Pim
Muiier van burgemeester Iordens van Haarlem gedaan
dat hij met zijn kornuiten in de Koekamp mocht
spelen, op de plaats waar tot voor kort het Sportfond-
senbad stond. Dat er midden in het veld drie populie
ren stonden was geen beletsel: het begin van onze
Good Old was enthousiast maar primitief.
Voorop stonden oefenen en het spelen van
onderlinge partijtjes. De eerste echte wedstrijd tegen
een andere club vond pas plaats in 1886, ondanks de
populieren in de Koekamp. Tegenstander was het
Amsterdamse Sport, met tien Engelsen in de gelede
ren. Onder leiding van Muiier, voorzitter en captain,
toen 21 jaar oud, werd met 3-5 verloren. De tweede
thuiswedstrijd vond plaats op 11 december 1887, in de
Koekamp, tegen het Rotterdamse Olympia. HFC won
met 5-0. Die tweede thuiswedstrijd was pas de vierde
wedstrijd tegen een andere club en dat acht jaar na de
oprichting.
In het seizoen 1888-1889 kwam het tot een
competitie, nog vóór de oprichting van de voetbalbond
in december 1889. Deelnemers waren zeven clubs,
waaronder HW en het lange tijd vermaarde maar toch
alweer lang geleden gesneefde RAP uit Amsterdam.
De zeven kwamen niet tot twaalf wedstrijden maar tot
vijf a zeven. Ondanks de populieren was de Koekamp
nog steeds de thuishaven voor onze mannen van toen
en dat ook nog het volgende seizoen. Pas in 1890
kregen we de beschikking over een echt wedstrijdveld,
vóór de tegenwoordige Ripperdakazerne waar nog
steeds een voetbalveld ligt. Er werd ook nog wel eens
gebruik gemaakt van een veld aan de Kleverlaan (toen
een landweggetje) bij het huis Ter Cleve. Op die plek
is nu de Stadskweektuin gevestigd. Best waren de twee
genoemde velden niet. Bovendien lagen ze vrij ver van
het centrum van de stad,
waardoor de Koekamp nog
vele jaren als oefenveld in
gebruik zou blijven.
Een vast trefpunt in
de buurt van de Koekamp
was café Neuf en dat ook vele
jaren lang voor bestuursver
gaderingen en andere activi
teiten bij Rood en Wit. We
komen het café ook tegen in
de annalen van de KNVB. Er
was een eerste poging de voetbalbond daar op te rich
ten, in november 1889. Dat lukte niet, maar een
tweede, definitieve, vergadering een paar weken later
op zondag 8 december 1889 in café Central in Den
Haag, had wel resultaat. In latere tijden zou café Neuf
vooral een ontmoetingsplaats voor leden van het in
1889 opgerichte Haarlem worden. Geen wonder als
men weet dat de vader van Jan van den Berg (vermaard
midvoor, voorzitter en erevoorzitter van de roodbroe-
ken en later directeur van het Olympisch Stadion) de
eigenaar van het café was. Het cafébedrijf omvatte ook
een stalhouderij. Het was gelegen op een nog steeds
gemakkelijk herkenbaar punt in de stad, op de hoek
van de Grote Houtstraat en de Raamvest, waar nu een
supermarkt van Albert Heijn is gevestigd.
Het ontbreken van een goed wedstrijdveld
werd eindelijk in 1893 uit de wereld geholpen.
Mevrouw Dólleman-Thierry de Bye, weduwe van de
kort tevoren bij een ongeluk omgekomen burgemees
ter van Heemstede en
moeder van de HFC'ers
Marv en Sannie, stelde r,
een fraai veld ter beschik- r
king op haar landgoed WGS café Neuf...
Het Clooster, dat 70
hectare omvatte. Het
sterk ingekrompen landgoed kennen we nu als Hage-
veld. Huize Het Clooster bestaat nog steeds. Het is de
villa waar je recht op uit ziet als je Hageveld binnen
rijdt, ook goed te zien vanaf de Nijverheidsweg. Het
veld lag vrij dicht bij de dorpskern rond het Wilhelmi-
naplein, aan de rechterzijde van wat nu de Cruquius-
weg is, ongeveer halverwege het daar nu aanwezige
Esso-station en de Ringvaart. Het werd meestal
genoemd het veld aan de Molenwerf, zo stond dat stuk
Heemstede -ter herinnering aan een vroegere koren-
molen- bekend. Er is nog steeds een stukje
Molenwerfslaan tot aan het zuidelijke Esso-station vlak
langs de Cruquiusweg. Vroeger liep de Molen
werfslaan door tot de Ringvaart. Accommodatie was er
niet, vandaar dat het Wapen van Heemstede vaak als
punt van samenkomst dienst deed. Zoals bekend is daar
nu restaurant Pandahof gevestigd.
De eerste wedstrijd op het nieuwe veld was
op 16 december 1893 tegen RAP en werd verloren met
1-3. Tekenend voor die tijd: het was de derde wedstrijd
van het seizoen en de tweede thuiswedstrijd. Hoewel
aan de Molenwerf goede jaren werden beleefd lag het
veld toch te afgelegen. Het huren van een klein oefen-