métier, rancune jegens mijn moeders HFC-verleden, of gewoon desinte resse dat Piet Kluit slechts een vluchtige blik op mijn kostbare documen ten wierp en zich niet geroepen voelde zijn eeuwige sigaret voor één enkel ogenblik uit zijn linkermondhoek te nemen voor een reactie? Hij, de man met ook nog eens een EHBO-diploma op zak, die op een nood lottige zaterdagmiddag in de zomer van 1955 zijn winkel zomaar in de steek had gelaten om uitgerekend mij eerste hulp te verlenen, nadat ik mijn linker scheen- en kuitbeen had gebroken in het Wilhelminapark tij dens een voetbalduel met de boxer van dierenarts dokter Heek. Juist deze zich voor een zesjarige knul uit de naad rennende middenstander was en bleef de stoïcijnse zwijger ten aanzien van zijn eigen kleurrijke keeperverleden. Ik zei het al: Piet Kluit was een man van weinig woorden. De enige keer dat ik iets van verbaal enthousiasme voor voetbal bij hem bespeur de, was toen ik met mijn vader bij hem thuis naar een Europacup wedstrijd op de bij ons ontbrekende t.v. mocht kijken. Een van de twee ploegen was AC Milan, waarin onder andere Giovanni Trappatoni mee-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1999 | | pagina 136