daarvoor ook het Kersttoernooi. Een trofee helaas, zonder glans van
herinnering. Die straalt wel van het portret, dat de legendarische Bob
Uschi maakte na Ajax-HFC 5-0 tijdens het AROL-toernooi in 1950. Een
bijna volledig Ajax (alleen rechtsbuiten Fischer ontbrak, meen ik) tegen
een veredeld HFC 2. De uitslag dankten we vooral aan het fabelachtig
keepen door Nico van der Lee. Rinus Michels bleek er een aimabel mid-
voor, er kennelijk niet van op de hoogte, dat voetbal oorlog is. De kari
katuur bevond zich als verzamelobject in de verpakking van Rizzla siga-
rettenvloei en werd ontdekt en geschonken door Leo Molijn*. De
gedachte ooit misschien geruild te zijn voor 'een Wilkes', vind ik ver
kwikkend.
Mijmerend over ruim 40 HFC-seizoenen voel ik de neiging die
momenten vast te leggen met mezelf in de positieve hoofdrol. Een soort
HFC dankzij Bob Luif dus. Maar zou u, lezer, me om die heldendaden
prepostuum al opwaarderen? Meent u dat nou echt? Het is toch niet
meer dan geschiedenis? Geschiedenis om je over te verheugen, maar die
droef stemt zodra geen ander meer het ook heeft meegemaakt.
Liever beperk ik me dus tot één sportief hoogtepunt van mijn HFC-
bestaan. Het werd verzorgd door Cock Jochemus. In de nadagen, met
een selectie onder Leo Molijn op het grote bijveld tegen Beverwijk, één
van die zeldzame clubs waarvan ik me niet herinner ooit in vrede tegen
te hebben mogen voetballen. Met de bal aan de voet naderde Cock de
Haarlemmer Hout tot op zo'n 25 meter, om van de doelman vervolgens
het orgaan te treffen, waarvoor ons na 100 jaar Spanjaardslaan geen
schuttingterm rest. De resulterende positie was als voren, met dien ver
stande dat de getroffene niet meer in de weg stond maar lag. Cock nu
schoof niet, zoals de Vlaming zegt, binnen, maar behoedzaam naast en
wendde zich vol deernis tot zijn slachtoffer. Naar verluidt heeft hij hem
de keuze gelaten enkele van zijn kinderen in adoptie te accepteren, dan
wel voortaan, als eunuch de bescherming van Bep op zich te nemen. Wat
hiervan ook zij, de beheersing in die 'split second' toont hem als een
model HFC'er.
Een andere topper ontviel ons recent. Van Cees de Nijs bewonderde
ik niet alleen de voetbalkwaliteiten, maar ook het gevoel voor humor:
manlijk maar nooit grof. Onderstaand fragment belicht iets van beide.
Weer met Molijn c.s., nu bij KIC. Tweede helft, HFC trapt af.
Cees: 'Keeper!' 'Joe'. 'Klaar?'. 'Ja!'. Maar dan vliegt-ie wel, na die ene
omwenteling, vanaf de middenlijn de bovenhoek in.
En dan nog de wens voor de jonge HFC'ertjes: mogen velen van hen
net zo vaak en met evenveel plezier, op welk niveau dan ook voor hun
club uitkomen, als ik heb kunnen doen.
I\ V/
vlnr:
Bob Luif, Fred Groot
en Ad Sandtke.
Cees de Nijs
Leo Molijn: begon carrière als Popeye, later vooral geroemd om zijn dierlijke souplesse.