T
ven steken, voor het overige toonde de schrijver een opmerkelijk vermo
gen in het voorzien van gebeurtenissen die pas jaren later onder de pet
vandaan zijn gekomen. Had Anton Geesink maar in de zaal gezeten, dan
had hij wel linker uitgekeken!
Hopelijk zet die visionaire trend zich niet voort in de musical die in
1999 onder de titel 'Omniclub Arcadia Morgana' wordt uitgevoerd,
want daarin wordt een millenniumprobleem geschetst dat de vereniging
en de velden op hun grondvesten zal doen trillen. Helaas kan er nog niet
te veel over gezegd worden. Niet omdat daarmee de afloop bekend zou
geraken. Dat het toneel aan het eind vol dooien komt te liggen heeft
immers ook nog nooit iemand ervan weerhouden om naar de Hamlet te
gaan. Doorslaggevend is dat in kort bestek niet valt uit te leggen dat uit
gerekend De Heer - de exponent van plat-Haarlem met zijn haatliefde
relatie tot HFC - voorzitter wordt van onze club omdat de huidige
voorzitter door de computers is uitgewist. Hoe is het mogelijk! De enige
overeenkomst tussen die twee is hun omvang, misschien komt het daar
door. Hopelijk blijft het allemaal fictie want anders dreigt het terreinen
complex opnieuw ten prooi te vallen aan de nietsontziende drang tot
projectontwikkelen van de gemeente Haarlem die, na het Appelaar
debacle, om bevrediging huilt. Ze willen een Appelaar Nouveau aan de
Spanjaardslaan neerzetten! Uiteraard geeft dit een hoop verzet bij lieden
als Houdt en Naegel die het nog betreuren dat de paardentram is ver
dwenen.
Ook het jonge deel van de club is in rep en roer, al spelen daar andere
hormonen in mee. Er verschijnen twee projectontwikkelaars, in wie we
Houdt en Naegel
betreuren het nog
dat de paardentram
is verdwenen.