m
nog als ASC voortlevende Ajax Leiden. Ook al eindigde HFC dat sei
zoen onderaan, de club was toch uit de as herrezen. Door toedoen van
Loosjes was het gelukt meteen al met een tweede en een derde elftal aan
te treden in de in 1899 opgerichte Haarlemsche Voetbal Bond. Het veld
lag in die tijd net als nu, van noord naar zuid. In 1903 werd het veld ge
draaid en kreeg het zo de ligging die zou voortduren tot 1975, na de tri
bunebrand van 1974. Na de intrede in 1899 van Loosjes in het bestuur
(als secretaris-penningmeester) was de revival van HFC op alle fronten
al snel merkbaar. Na de degradatie in 1900 volgde meteen al weer pro
motie naar de eerste klasse. De Holdert-beker (nu KNVB-beker) werd
gewonnen in 1904 en ook nog eens in 1913 en 1915. De finales van de
Holdert-beker werden in 1901 en 1902 aan de Spanjaardslaan gespeeld,
wat ook wel iets zegt over de herwonnen status van onze club.
Aanvankelijk was er geen kleedlokaal, later wel iets van een kleedhok
(zonder water en wat dies meer zij). Kwam het er op aan, dan werd
gebruik gemaakt van 'Hotel Scholten'. Dat hotel, pas na de oorlog als
Hotel Den Hout verdwenen, stond op de plaats waar nu allerlei kanto
ren zijn gevestigd, naast Dreefzicht. Dus nog een aardig stukje lopen van
het veld. Toch was het een vrij gunstig punt. Vlakbij eindigde de paar
dentram, tot 1913 de vorm van Haarlems stadsvervoer. En ook stopte er
de elektrische ceintuurbaan van de tram, die vanaf het station rondom de
stad liep. Het nieuwe veld aan de Spanjaardslaan lag overigens in de
gemeente Heemstede. Dat zou zo blijven tot het op 1 mei 1927 door
annexatie overging naar de gemeente Haarlem. Tot die datum lag de
grens tussen Haarlem en Heemstede dwars door de Hout, vanaf het
Spaarne tussen de Mariastichting en huize 'Spaar en Hout', langs de
Meester Lottelaan, de Schouwtjeslaan en de Pijlslaan tot de spoorlijn
X. I
Staand vlnr: jhr. R.C. v.d. Nagel,
P.H. Kaars Sijpesteijn, B. Verweij
F.A.J. de Klerck, A.J. Verweij,
C.W. ten Cate
Zittend: H. Seignette, P.A. v. Delden,
Laan, Mannes Francken, Jacques
Francken