'Jozef
opzooie bij die pits'
(Rood en Wit aan de Spanjaardslaan)
Als sportveld ben je toch altijd de onderliggende partij, heb ik altijd
gevonden. Kijk eens hier, brave lezer, jullie hebben over mij maar twee
meningen: 'Hij ligt d'r mooi bij' of 'hij ligt d'r waardeloos bij'. Iets daar
tussenin bestaat voor sportmensen niet. Maar hoeveel pijn het kost om
er 's zomers mooi bij te liggen, als de hele winter die gasten van 'de Ko
ninklijke' over je heen hebben lopen raggen, daar denkt nooit een hond
over na. Wat zeg ik? Die viervoeters schijten je met plezier helemaal
onder.
En hoe gaat dat? Nauwelijks is de laatste 1-april mop verwerkt of er
komen een stuk of vijf mannen van de gemeente en die steken je binnen
een uur het hart uit je lijf. Ze leggen me gewoon op de snijtafel. En alle
maal d'r omheen: 'ha het cricketseizoen gaat weer beginnen'. Met grof
38
geweld wordt rondom mijn navel (de middenstip noemen jullie dat)
maar liefst vijftig vierkante meter van mijn huid gestroopt en op de zere
plek gaan ze dan een pitch maken. Pits heette dat bij Leo Damen, een
van de grootste van alle terreinmeesters van de laatste 120 jaar. Later
kwam natuurlijk Hennie Böhm. De allrounder onder de veldheren: har
ken, ploegen, maaien, timmeren, schilderen, schoonmaken Wat kan
die man niet?
28-5-1972 HCC- Rood en Wit
Achter het wicket vlnr:
J. C. Luining, M. Flohil,
M. Tuininga
Bowler: R. Onstein
Batsman: G. v. Laer van HCC