volk van Rood en Wit dat de velden nooit rust gunde. De kiem voor een haatvolle verhouding met de witpakkers was gelegd. Het slechten van molshopen, het dichten van gaten (tientallen kubie ke meters zand en compost geleverd door hovenier Klaassen gingen door Leo's handen), het uitzetten van de velden, het trekken van goed zichtbare, kaarsrechte kalklijnen, het watervrij maken van het trainings veld, het onderhoud en schoonmaken van kleedkamers, het verleggen en repareren van de vlonders langs het veld, het schilderen van de tribunes, het luisteren naar confidenties van HFC'ers, niets leek hem te veel of te ontgaan. Het bestuur had voor 87 gulden schoon per week een goud haan binnengehaald. De gemeente Haarlem had overigens tegen een lager tarief (73 gulden per week) jarenlang van hovenier Dam en gebruik gemaakt en vooral diens behendigheid in het kappen van bijna onvelbare bomen leverden hem extra premies in de vorm van gevarengeld op: klimmen naar de zwiepende hoge toppen met slechts een paar klimijzers onder de schoe nen en de reus eigenhandig van kop tot kont slechten. Dankzij secretaris Max Slingerberg (Rotterdamse Bank) kon Leo een aardige woning betrekken aan de Generaal Bothastraat en moest daar voor 15 gulden per week opzij leggen. Later zou hij zich aan de Emaus- laan vestigen, alwaar hij de voormalige paardenstal van boer Mouw met behulp van onder meer Siebold Eringa, Frans Hiemstra en Jan Willem Tuininga omtoverde tot een klein paleis voor hemzelf en zijn vrouw die jarenlang verantwoordelijk was voor de propere aanblik van het textiel van onze keurteams. De Heren hielden zich immer gedeisd afzijdig en zo werd Leo in de loop der jaren de 'rex van het complex', een onverschrokken 'veldheer'. J»'«- kalkkar. ...de voormalige paardenstal van boer Mouw werd omgetoverd tot een klein paleis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1999 | | pagina 53