Willen wij
wel watjes wezen?
spelen als een kip
zonder kop.
HFC een besmettelijk virus
Hugo Nelissen, coauteur Maarten Barnhoorn
HFC is de mooiste club van de wereld. Dat staat vast. De oudste van Nederland,
misschien de meest bekakte. HFC is een unieke club. Maar het is niet de beste voetbal
vereniging. Dat komt omdat HFC'ers voetbal niet zo belangrijk vinden. Presteren en
het hoogste bereiken in de sport past niet echt in onze aard. Wat is dat eigenlijk, een
HFC'er?
Hoe Hein Winter dit team echter jaren achter
een, tot aan de C3 toe, kampioen maakte was
uniek. Als je naar het eindresultaat kijkt, bleek
zijn aanpak een zegen voor de opgroeiende voet
baller. Bovendien schiep Hein een kader waarin
deze HFC'ertjes de gelegenheid kregen elkaar op
te voeden, te trainen en te corrigeren. Een ware
topcoach, zou je zo zeggen. Maar is daarmee ook
gezegd dat dit kader onze cultuur bepaalde? Dat
Hein Winter de cultuur bood die wij aantrekke
lijk vonden? De HFC-cultuur waarin wij onze
persoonlijkheid ontwikkelden?
Iedere zaterdag is het weer raak. Het veld stroomt vol. Uit alle windstreken komen
ze aangewaaid. Het lijkt wel een natuurverschijnsel! Honderden kinderen, als vlie
gen op de stroop af. Voor hen is HFC het epicentrum van het leven. Daar gebeurt
het allemaal. De enorme drukte bewijst.Bewijst wat? De kracht van HFC? De
populariteit van de voetbalsport? Voetbal is geliefd bij kinderen, dat staat vast, maar
waarom ze graag bij HFC willen spelen is minder duidelijk. Waarom niet bij een
andere club uit de buurt?
Het zal met de aantrekkingskracht van de HFC-cultuur te maken hebben. Poch is
het opvallend dat binnen deze beschaving zo weinigen, sportief gezien, écht door
breken. De Hein Winters en Jaap Spees van deze wereld verdienen alle respect, maar
ik zie hen als de spreekwoordelijke uitzonderingen die de regel bevestigen.
Toen ik in mijn allereerste seizoen direct uit de pupillen werd gefilterd en in de E2
terechtkwam, stond dat elftal onder leiding van Hein Winter. Volgens 'meneer'
Winter speelden wij iedere week 'als een kip zonder kop'. Hij deelde ons dat mee in
de rust en na de wedstrijd; gelukkig niet tijdens de voorbespreking als wij, kleumend
van de kou en bibberend van angst voor onze leider, in de middencirkel stonden.
Meneer Winter was in mijn ogen namelijk een
akelige man, voor wie het blijkbaar niet belang
rijk was of wij het leuk vonden; hij hechtte er
slechts waarde aan dat wij goed speelden en
wonnen. Ja, hoe kom je erop!
Hein Winter met zijn E2. V.l.n.r. achter: Jelle
Schöteldreier, Joop van Niel, Erik Tan, Pieter
Kooistra, Hein Winter, Menno Niehe, Christiaan
Heupers en Marco Winter. Voor: Hugo Nelissen,
Edze Hiemstra, Misha Alexander, Chris
Steensma en Richard Tummers.
Hein Winter met zijn C3. V.l.n.r. achter: Hein
Winter, Joop van Niel, Don Arends en Erik Tan.
Midden: Menno Niehe, Misha Alexander, Marco
Winter en Bob van Meekeren. Voor: Edze
Hiemstra, Hugo Nelissen, Chris Steensma en
Sicco Roorda.
50