...HFC was
amateuristisch
georganiseerd.
zien aan de sterk teruglopende ledentallen in de periode 1980 tot 1986. In laatstge
noemd jaar bedroeg het totale aantal leden 780, van wie nauwelijks meer dan twee
honderdvijftig jeugdleden. Een historisch dieptepunt. Waarde het spook van de
ondergang van de oudste club van Nederland reeds rond tussen de bomen van de
Haarlemmer Hout en maakte het zich op om de Spanjaardslaan over te steken?
Elke amateurclub staat of valt bij de inzet van vrijwilligers. Wat kon de reden zijn
van het geringe enthousiasme van ouders om hun zoon in de beoefening van zijn
favoriete sport bij te staan? Was dat te wijten aan de verzorgingsmaatschappij? Ging
men ervan uit dat, als het HFC-lidmaatschap eenmaal betaald was, de vereniging
zelf maar moest zorgen dat de zaak daar verder op rolletjes liep? In 1986 legden de
leden van de jeugdcommissie hun functie neer, met uitzondering van de 'baas der
mini's', Rudolf Smit. Gerard Adrian, net terug in Haarlem na zes tropenjaren in het
Verre Oosten, trad toe tot de jeugdcommissie. Nadat de algemene ledenvergadering
het oude jeugdbeleidsplan verworpen had, nam Adrian het initiatief om met enke
le bevlogen HFC'ers het Handboek Jeugd - een lijvig geschrift van 58 pagina's -
samen te stellen. In de inleiding schrijft hij streng, doch rechtvaardig:
...Inde loop van de jaren hebben vele commissies rapporten uitgebracht; vele zijn niet
in de openbaarheid gekomen, laat staan uitgevoerd. Eén ding hebben al deze rapporten
gemeen, men signaleert een verandering in de maatschappij, meer vrije tijd, maar ook
een groter aanbod van recreatieve mogelijkheden. Derhalve moet een voetbalvereniging
zich duidelijk profileren om te kunnen blijven bestaan. Aangezien men steeds grotere
eisen stelt aan accommodatie, leiding, begeleiding, etc., moet het duidelijk zijn wat de
vereniging nastreeft en hoe zij dat wil bereiken. De vereniging op haar beurt moet de
leden ervan doordringen dat men met het lidmaatschap ook vrijwillige verplichtingen
aanvaardt, vanuit onze optiek de verplichting om [ook als ouder, red.] in een of ande
re vorm wat voor de jeugd te doen.
HFC was tot eind jaren tachtig op vele fronten 'amateuristisch' georganiseerd; zo
ook het jeugdvoetbal. Deze kwalificatie is niet negatief bedoeld, maar gebruikt in de
positieve betekenis van het woord: liefdevol. Op papier bood het Handboek Jeugd
(1989) structuur en praktische oplossingen voor de eisen die toen aan de ontwik
keling van het jeugdvoetbal gesteld werden. Het belichtte de meest uiteenlopende
onderwerpen als 'Opleiding en begeleiding vrijwillig kader', 'Voetbaltechnische
waarde, tactisch gedrag, mentaliteit', 'Spelerskaarten selectie- en niet-selectiespelers',
'Spelsystemen' en 'Alternatieve activiteiten' zoals paassixes, priksleeën op de be
vroren Crayenestersingel, stoelduwwedstrijden, et cetera.
In de wederopbouwfase vanaf 1986 werd het jeugdbestuur uitgebreid met enkele
trouwe medewerkers als Pim van Liemt sr., Ids Brouwer, Stefan de Krijger en Jaap
Funnekotter. Het ledental groeide: in het jaar 1991 werd het duizendste HFC-lid
gehuldigd en telde de club circa vijfhonderd jeugdleden, zeg maar een verdubbeling
ten opzichte van vijf jaar daarvoor. Inspireerde dit ook het Eerste, dat - versterkt
door enkele spelers 'van buiten' - in hetzelfde halve decennium promoveerde van de
eerste klasse HVB naar de tweede klasse KNVB?
Gedurende dat laatste seizoen liep er met het jeugdbestuur een 'schaduwcommissie'
mee, bestaande uit Koos Jochemus, John Weijers en André te Winkel om inzicht te
krijgen in de organisatie van het jeugdvoetbal. Als voorzitter van de jeugdcommis
sie zat Te Winkel in 1992 in het bestuur en hield Weijers zich als ex-profvoetballer
van o.a. Alkmaar, FC Amsterdam en Telstar en als selectiespeler van HFC1 bezig met
Technische Zaken, vooral betreffende de jeugd. In het seizoen 1995-1996 nam hij
59
Gerard Adrian met Handboek Jeugd.
Stefan de Krijger.
Ids Brouwer.
Pim van Liemt sr. Koos Jochemus.