De stem der Liefde. FEUILLETON. Uit de Provincie, Uit het Land. VISlSCHERiJ Scheepvaart. Ingezonden Burgerlijke Stand hoopt, dat de leden zich ook trouw om dit vaandel zullen scharen. Daarna neemt de heer Ebbeling den doek weg en wordt het mooie vaandel zichtbaar. Hoewel Wij al es zullen aanwen den om de rechtmatig verworven medaille machtig te worden, wil het bestuur als vergoeding een ver guld-zilveren herinnerings-medaille aan het vaandel hechten. De voorzitter hecht de medaille daarop aan het nieuwe vaandel. Dan brengt de voorzitter hulde aan de onbekende vereerster, in de zaal aanwezig. Vervolgens wenscht hij Mej. Ouwerkerk geluk met haar overwinning en overhandigt haar het eeremetaal. Ook de jongeheer Bakker wilde de Jury voor zijn spel in „De Militaire Willemsorde" hul digen, waarom de heer Ebbeling hem namens den Bond een boek werk overhandigde. Tenslotte hul digde de voorzitter den heer de Vries, de regisseur. Aan U danken wij het, dat „T. A. V. E. N. U." hare prestaties zoo be kroond mag zien. Een blijk van genegenheid wordt den heer de Vries aangeboden. Al hebben wij dezen avond een stuk gespeeld, dat geen uiting was van echte kunst, en kon het daardoor uwe goedkeuring niet wegdragen, wij zelf wisten dit ook, maar wij hopen voortaan weer met u te zul len streven naar hooge kunst, zoo als we in „Ghetto" hebben gegeven. Deze toespraak werd telkens door applaus en door fanfares onder broken. Nu rest ons nog iets te zeggen over het stuk „De zoon van den Dronkaard". En dan erkennen wij dadelijk, dat wij ons grootelijks hebben geërgerd. Hoe kwam men er toe zulk een draak op te voeren? Want een draak was het. Maar het was meer dan dat. Het was voor een mensch, die nog niet met alle godsdienst gebro ken heeft, verschrikkelijk stuitend en afschuwwekkend. Dat een gege ven als in het tweede bedrijf op de planken wordt te zien gegeven is schandelijk, omdat het een parodie is van wat de godsdienstige mensch als zijn diepste zieleleven weet. Wij zullen daarom maar niet over het spel spreken (over 't algemeen was het slecht uitgezonderd dat van de heeren de Vries en van Buuren vooral de laatste was een kostelijk type, zooals altijd), maar ons aansluiten bij de woorden van den voorzitter, dat T.A.V.EN.U. met dit stuk dezen avond niet aan de verwachtingen van regisseur en zich zelf beantwoordde. Maar waarom dan zulk een stuk genomen, vragen wij. T.A.V.E.N.U. handhaafde nu alleen hare reputatie niet, doch ver loor er misschien wel wat van. Alles droeg daartoe bij, het slechte spel en de, slechte rolkennis in het laatste bedrijf, die dit stuk deden uitgaan als een nachtkaars. Hierdoor was er wellicht ook zooveel rumoer in de zaal, zoodat het geschreeuw daar soms beter werd verstaan dan het gesprokene der medespelenden. Als men toch een uitvoering wilde geven, waarom dan niet een klein stukje gegeven? Het blijspelletje was wel een Ver goeding, maar het nam den weerzin van het eerste stuk toch niet weg. Dat T.A.V.E.N.U. voortaan alle draken daar late, waar ze thuis hoorenin de prullemand. Vermelden wij nog, dat het vaan del een prachtig stuk werk is, ver sierd met attributen der tooneelspel- kunst, en het Wap9n der gemeente Velsen. Het is geleverd door de firma C. M. van Diemen te Dordrecht. y SANTPOORT, Verbetering Jan Gyjsenvaart. Het werk aan de Jan Gijzenvaart is gereed, de vaart is gedeeltelijk gedempt, de rioleering gelegd en de weg bestraat, alles tot groot gerief van de bewoners van die afdeeling der gemeente Velsen. Die vaart, waarin de bleekerijen hun vuil water locsden en om zijn geur, den liefe lijken naam van den „stinkerd" droeg, is de bewoners niet meer tot plaag. Riolen zorgen nu voor geregelden afvoer van het vuilewater. Met de bestrating is ook de weg verbreed, zelfs langs een groot ge deelte is een flink breed wandelpad gekomen, beplant met jonge boom jes. Wanneer nu het gemeentebe stuur voor flinke besproeiing zorgt, dan zal deze de kroon op het werk wezen, anders zal de stofplaag, ver oorzaakt door het drukke vervoer langs dien weg, dezen zomer voor de bewoners en wandelaars ontzet tend wezen. Herv kerk. De (vrijzinnige' kerkeraad der Ned. Herv. Gem alhier heeft van het (rechtzinnige) classikaal bestuur van Haarlem verlof verkregen, op Palmzondag ter bevestiging van lidmaten, te Haarlem ©en godsdienstoefening te houden, aldus bericht de N.R. Ct De (rechtzinnige) kerkeraad te Haailem heefc op een verzoek van den kerkeraad alhier om een harer kerkgebouwen hiertoe af te staan afwijzend beschikt. Naar het Engelsch door Paul Urquhart. (20) Aan elk station lette hij, of Leve- rington'soms den trein verliet, doch de man bleef evenals hij zitten. Er stapte aan een der stations een passagier in, die een gesprek aan knoopte. „Treinen gaan langzaam als men haast heeft," begon hij. „Ja, doch een vluggere manier van reizen zal er bezwaarlijk te vinden zijn," vond Weedom. Dat hangt er van af, waar U wezen moet." „Ik moet naar Arnside. „Dan moet U te Camforth over stappen. De trein gaat vandaar met een grooten bocht en stopt aan alle stations. U kunt er vlugger komen, als U te Wennington uitstapt en vandaar per auto gaat." „Zoudt ge denken?" vroeg Wee dom hoopvol. „Zek9r. Het zal een rit van een half uur zijn. Maar dan moet alles natuurlijk vlug gaan. Er is daar ie mand, die een auto heeft, welke ik zelf ook wel eens huur. Ik geloof, dat ik hier zijn adres heb." De man begon te zoeken en over handigde Weedom een briefje. „Als U aan het volgende station even uitstapt en een telegram zendt, zou hij aan den trein kunnea zijn om U te halen." Weedom deed dit. Toen zij te Wennington aankwa- Provinciale Staten. De heer Jhr, Mr. J. W. G. Boreel van Hogelan den heeft zich bereid verklaard een candidatuur voor de Prov. Staten bij de a.s. verkiezing te aanvaarden Over«de gedane vraag, over het den heer Boreelvan Hogelanden toegeschreven plan om geen herbe noeming in het College van Ged. Staten te aanvaarden, kon de reer Boreel zich nog niet uit spreken. „Mocht ik gekozen worden", zoo schrijft Jhr. Boreel van Hogelanden aan Haarlems Dagblad, „en Pröv. Staten zouden -meenen, dat het be lang der Provincie medebracht, mij eene plaats te geven in het College van Ged. Staten, dan meen ik dat 'toogenblik gekomen zal zijn, om te beslissen, of ik de betrekking kan aanvaarden". Zendingsfeest. Naar de Neder lander verneemt, hoopt het Christelijk Nationaal Zendingsfeest haar 52ste feest te vieren op 5 -Juli op Soest- dijk, daartoe door de Koningin- Moeder beschikbaar gesteld. men, zei de gedienstige medepassa gier Wacht nu even, als U wilt. Ik moet hier toch uitstappen en zal even zien of de auto er is. Misschien was hij niet thuis, toen het telegram kwam en dan zoudt ge den trein ook niet meer halen." Hij stapte uit en Weedom bleef wachten. Alle passagiers waren reeds uit en ingestapt. De portiers werden flichtgewoipen en de chef zette het duitje aan den mond. Weedom wachtte, met één voet op de treeplank staande. Het signaal weerklonk en langzaam zette de trein zich in beweging. Rood van inspanning verscheen Weedom's nieuwe vriend op het perron. HOOFDSTUK 25. „Ga niet mede" riep hij. Weedom sprong op het perron en sloeg de deur dicht-. Met een gevoel van fiomf zag hij de trein weg- stoomen. Nu zou hij tenminste twintig minuten voorsprong hebben op zijn vijanden. „De wagen was er nog niet, doch kwam juist aanrijden, vertelde de man, die Weedom dezen dienst be wezen had. „Ik wilde me echter eerst ervan overtuigen of het wel de goede was. Daar staat Uw auto." Weedom bedankte hem hartelijk en stapte in, na den chauffeur het adres opgegeven te hebben. Zij snelden langs de wegen. De bestuurder verzekerde Weedom, dat hij minstens een half uur zou winnen. Het aangeduide huis stond een zaam te midden der heuvels. Nederlandscha Vereeniging ten be hoeve van Zeelieden van elke nationaliteit De Nederlandsche Vereeniging ten behoeve van Zeelieden van elke na tionaliteit heeft te Amsterdam haar jaarlijksche algemeene vergadering gehouden. Aan het jaarverslag ovef 1915 is he^ volgende ontleend: „Beklaagden wij ons in het voor gaand jaarverslag over belemmerin gen in ons werk ten gevolge van den wereldoorlog, in nog veel heviger mate was zulks het geval in 1915. Van eene geregeld uitgeoefende vis- scherij op de Noord'zee was in den voorgaanden zomer geen sprake, waardoor het groote moeite kostte telkens een deel der visschersvloot op te zoeken en te vinden ten einde daar de gewenschte hulp te bieden. Er viel niet aan te denken, evenals andere jaren een vast programma voor ons H. K. S. op te stelleD. Spraken wij zooeven van bijzonde re kenteekenen, de oorlog en £e daaruit voortgekomen moeilijkheden op zee, noodzaakten ons „De Hoop" in een nieuw, al is het geen mooier kleed, te steken; vóór den aanvang der eerste reis, werd haar blanke witte huid beschilderd met reuzen letters, aangevende haar naam, be roep en herkomst, voorafgegaan en gevolgd door onze driekleur, omringd door een oranjerand. Aldus werd zij 13 April 1915 in dienst gesteld, ver haald van de Marinewerf naar het Oosterdok, ver volgens naar het droog dok, ten einde de noodige herstel lingen aan romp en machine te onder gaan. Op 21 Mei werd de equipage gemonsterd. Als geneesheer fungeerde geduren de de geheel© reis de heer A. Monnik, arts, die met den grootsten ijver alle zich voordoende gevallen behandelde en al was het getal vergeleken bij Weedom betaalde den chauffeur en aarzelde, wat nu verder te doen. Hij bad den wedstrijd gewonnen, maar bij het doel gekomen, wist'hij niet, hoe zijn zending te volbrengen. Hij moest de Indische spreken om informaties over juffrouw Fritzge raid in te winnen. Terwijl hij besluiteloos bij het hek stond, hoorde hij eenige beweging in den tuin en zag twee dames naderen. Een harer was mevrouw Marcelle. Weedom groette en ging naar de dame toe. Toen het hek geopend werd, ver dween de andere dame in het prieel en mevrouw Marcelle kwam op Weedom toe. „Ik hoop, dat U mij zult vergeven, dat ik mij weder met Uw zaken inlaat," begon Weedom. „Ik heb U een zeer belangrijke tijding te bren gen. U berinneit zich de man, die in hetParijsche hotel aan de kamerdeur luisterde? Welnu, die is op weg hier heen en zal binnen een kwartier te Arnside zijn." Mevrouw Marcelle trachtte haar aandoening te verbergen, doch het was duidelijk, dat het bericht haar ten zeerste schokte. „U is heel vriendelijk," zei ze. „Het is altijd goed, om voorbereid te zijn." Zij draaide zich even om en zei een paar woorden in de vreemde taal die zij te Versailles ook reeds ge sproken had. Weedom hoorde beweging in het prieel en wist, dat de andere dame vertrokken was. „U zult wel een verfrissching wen- schen te gebruiken," vervolgde me vrouw Marcelle. „Ik ben hier zelf te gast, ik twijfel er niet aan, of andere jaren beduidend minder, zeer' zeker was zulks niet aan hem te wijten, doch alleen aan het feit, dat onze visschers zich weinig in ver eeniging vertoonden en zich veel vuldig waagden in de verboden deeleh der Noordzee, waarbinnen het onzen kapitein uitdrukkelijk verboden was zich te wagen. Aan het evangelisatie werk hadden wij het voorrecht te verbinden achtereenvolgens de na volgende predikanten: ds. D. Wes tenburg uit Zeist, dr. H. E. van de Meenen van Langbroek en ds. Van Maanen van Burgh op Schouwen. Op 29 Mei was „de Hoop" voor den eersten kruistocht gereed en vertrok na een toespraak van onzen voorzitter en eene godsdienstoefe ning, geleid, door Ds. Westenburg, met eigen middelen naar IJmüiden en van daar met alle zeilen bij om de Noord. Op 2 Juni werd de eer ste hulp ingeroepen door en verleend aan Sch. 35, pn zoo vervolgens waar zulks mogelijk was. Geneeskundige hulp verleenden wij aan 22 loggers uit Scheveningen, 25 uit Vlaardingen, 10 uit Katwijk, 7 uit Maassluis,uit IJmüiden, en 1 uit Enkhuizen. In de tweede helft van October werd door voorbijvarende loggers voortdurend gewaarschuwd stegen drijvende mijnen, waarom besloten werd 25 October IJmüiden binnen te loopen en de campagne voor dit jaar te eindigen. Behandeld werden 73 patiënten, waarvan 3 werden opgenomen. Tweemaal werden wij door ge wapende Engelsche trawlers aange houden en op last van den com mandeerenden officier onderzocht Eenmaal werden wij gepraaid door een Duitsche onderzeeboot, die ons echter verder met rust liet. Zoolang ons land de zegeningen van den vrede deelachtig is, hopen wij te blijven zorgen, dat het H. K. S. „De Hoop" haar vlag ge durende de zomermaanden op de Noordzee onder Gods onmisbaren zegen zal blijven voeren en haar naam in eere houden". De exploitatierekening over 1915 sluit met een tekort van f 12 527.95VS. De voorzitter deelde voorts mede, dat men het als een plicht zal be schouwen, indien de visschers naar zee gian, dat ook te doen. Is dit niet het geval met een belangrijk percentage van de visschers, dan zal men er niet toe overgaan. Scheepvaartbeiveging. In de af- geioopen week passeerden hier door de sluizen 33 stoomschepen en 7 zeilschepen, of 5 schepen meer dan in de voorgaande week, namelijk 4 schepen minder uit zee en 9 sche pen meer naar zee. In de maand Maart kwamen al- mijn vrienden zullen me in dezen gaarne van dienst wezen". Zij gingen naar binnen en Wee dom gebruikte iets, terwijl mevrouw Marcelle het gesprek voortzette. Er verscheen een ander lid van het huisgezin en mevrouw Marcelle sprak slechts over haar reizen en over wat zij zag op haar tocht van Parijs. i „Blijft U hier lang?" vroeg Weedom. „Dat zal van de omstandigheden afhankelijk zijn," antwoordde me vrouw Marcelle gedrukt. Weedom deed wanhopige pogin gen het gesprek te leiden naar de onderwerpen die hem het meest interesseerden, want spoedig zou de ander verschijnen. „Weet U zeker, dat ik niets voor U doen kan?" vroeg Weedom met aandrang. „U woont hier eenzaam. Zou ik nog eens mogen bezoeken?" Dan vervolgde hij plotseling: „Zeg mij tenminste waar juffrouw Fritz- gerald is; Ik weet dat zij Versail les verlaten heeft". „Juffrouw Fritzgerald is .veilig", antwoordde zij. „Meer kan ik nu niet zeggen". Maar mevrouw, ik moet meer we ten, riep Weedom opgewonden. „Ik weet niet in welke relatie U tot haar staat, maar hebt U dan niet bemerkt, ziet U dan niet, dat ik „Stil", viel zij [hem in de rede. „Zeg met meer. Waarom doet ge niet, wat ik U vroeg en trekt U terug, zonder U [verder te bemoeien met zaken die gij toch ni9t begdj- pen kunt". „En als ik mij teruggetrokken had, en niet bij haar geweest was hier binnen 84 stoom- en motorsche pen met 82547 nettoregisterton en 3 zeilschepen met 224 ton en ver trokken van hier 82 stoom- en mo torschepen met 83893 ton en 12 zeilschepen met 1402 ton. Vanaf 1 Januari kwamen hier binnen 298 stoom- en motorschepen met 298244 ton en 12 zeilschepen met 2579 ton. Scheepvaart. Het van Namsos Dinsdagmorgen alhier binnengeko men stoomschip Folmina moest voor schutting een anker uitbrengen. Wegens een defect aan het ankerspil, kon het anker niet onmiddellijk ge licht worden en had het schip dien tengevolge een belangrijk oponthoud. Scheepvaart In de maand Maart kwamen alhier binnen 87 stocm- en zeilschepen met 82.771 Reg. Ton inhoud en vertrokken 94 stoom- en zeilschepen met 85.295 Reg. Ton- inhoud. VELSEN- Vertrokken, 1 April: Eendracht st. Londen, papier Maas, st. Rot terdamledig. B uiten verantwoordelijkheid van de Redactie Geachte Redactie! Naar aanleiding van het ingezon- dene van de V. V. „Kinbeim" in Uw Zaterdagavondnummer zoudt U ons verplichten met plaatsiog van de mededeeling, dat wij voorlocpig niet zullen ingaan op de daarin vervatte beschuldigingen tegen de vereeniging „Stormvogels" geuit. Wij zuilen kalm de uitspraak van de N. V. B. af wachten, waarna wij nogmaals om gastvrijheid-in Uwe kolommen zullen aankleppon: tot het geven van de juiste inlichtingen. Tot zoolang ver zoeken wij de voetballiefhebbers in IJmüiden en omstreken hunne mee ning te willen opschorten. U dankend voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend, IJ. V. V. „Stormvogels." van 29 Maart t/met 4 April. BEVALLEN: A. Schweitzer Broertjes d. H. v. d. SteenKos- ster z. M. Groen—Dekker d. A. L. Bak elsTinholt z. J. v. Wetering de Moei d. A. KrabbendamStar- kenburg z. ONDERTROUWD: J. Westerwal en A. Mijzen. J. E Iskes en M. Engelhart. GEHUWD. W. L. Onstenk en M. Pleging. J. J. Bosman en E. de Boer. OVERLEDEN: J. J. Schols 67 j. A. Handgraaf 86 j. H. C. Hin 15 j. Ar. Wijker 64 j. in Dover en Folkestone en U hier niet gevolgd was om U te waar schuwen, zou dat in Uw voordeel geweest zijn? Ik zeg dit niet om Uw dankbaarheid te verwerven, doch slechts om U te overtuigen, dat het noodlot ons steeds samen brengt. Ik ben niet bijgeloovig, maar zie hier toch een bijzondere macht, die ons tezamen brengt." In plaats van de dame te over tuigen, schenen deze woorden haar pijn te doen. „Spreek niet zoo- tegen mij," zei ze. „Denk niet, dat ik harteloos ben. Ik ben ook jong geweest, en vol hoop, zooals U. Ik begrijpMaar er zijn dingen, die het onmogelijk maken, dat wij anders handelen". Weedom wilde antwoordden op deze gloedvolle woorden, doch een geagiteerd kloppen op de deur stoor den hen. Mevrouw Marcelle liep er heen en sprak een paar woorden. Terugkomend zei ze: Het is niet raadzaam, dat U hier langer blijft. Ik vertrouw, dat U gelooft, dat wij uit noodzaak zoo handelen en dat U ons niet onnoodig zult bemoeilijken, doch dat ge nu zult vertrekken. Er is een uitgang dooi den tuin en als U meegaat, 'zal ik U die wijzen." Weedom begreep, dat de andere gekomen of in aantocht was en dat hij niet gezien mocht worden. Hij volgde haar naar den tuin, waar zij hem een hek aan de ach terzijde wees. „Bonjour, dr. Weedom," zei ze hem de hand drukkend," aanvaurd mijn hartelijken dank voor ahes wat ge voorj ons heot gedaan." Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1916 | | pagina 2