ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN SCHOUW OVER DE WATEREN. Nederlandsche belangen. STEMMING No. 84, Zaterdag 19 Augustus 1916. Ie Jaargang. Administratiebureau en Drukkerij JAC. SINJEWEL, WILLEMSPLEIN IJMUIDEN, Telefoon 153. Verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Tot plaatsing van advertentiën van buiten de gemeente VKLSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentiebureau P. F. C. ROELSE IJMUIDEN. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen aan het bureau WILLEMSPLE1M IJmuiden (Drukkerij Sin- jewel), in het advertentiebu reau van den heer P. fC. ROELSE, Kabaalstraat. Te Velseroord bij v. Til burg, Willcbrordstr, 85. Te Velsen en Wijkeroog bij D. Schermer, Doodlaan L 47, Wijkeroog. Te Santpoort bij P. vao Meurs, Bockhandel. Dringend verzoek om bij verhuizing het oude en het nieuwe adres, niet aan den looper, doch aan ons bureau WILLEMSPLEIN 11, op te geven. De Administratie. BEKENDMAKING Candidatenlijst en Proces-Y erbaal, IJMUIDER COURANT ABONNEMENTSPRIJS60 ets., per 3 maanden, franco per post 75 ets., voor het Buitenland f 1.25 ABONNEMENTEN worden aangenomen aan het Bureau en bij de Agenten. REDACTIE-ADRESWillebrordstraat 105, Velseroord, Telefoon No. 141 Uitgave van de Naaml. Venn. Uitgevers Mij. „IJmuiden". ADVERTENTIËN van 15 regels 50 ets. Iedere regel meer 10 ets. Kleine advertentiën (dienstaanbiedingen en aanvragen, familieberichten van 15 regels 25 ets. iedere regel meer 5 ets. Ingezonden mededeelingen 15 ets. per regel. Advertentiecontracten tegen zeer billijk tarief. Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG en ZATERDAG tot 9 uur v.m. Burgemeester en Wethouders der gemeente Velsen brengen ter alge- meene kennis, dat de schouw over de Jan Gijsenvaart en de Delft als mede over de beken, waterleidingen, heulen en duikers zal gevoerd worden Zaterdag, den 26 Augustus f916. De betrekkelijke voorschriften der Algemeene Politieverordening be palen Art. 50. Met boete van ten hoog ste vijf en twintig gulden wordt ge straft de eigenaar van een perceel diq a. niet zorg draagt, dat de tot dat perceel beboorende wateren in goeden staat worden onder houden b. wanneer hij daartoe door Bur gemeester en Wethouders is aangeschreven, de herstellingen en verbeteringen aan wateren, heulen, duikers, beken en sloo- ten tot dat perceel behoorende, door hen noodig geoordeeld tot het verkrijgen van een goe den waterafvoer of in het be lang der openbare gezondheid, niet aanbrengt. Art. 52. De wateren zullen op den bodem minstens 2 d.M. breeder moeten zijn dan de eerste zich be nedenwaarts bevindende heul of duiker. De bodems der wateren moe ten liggen minstens 5 e.M. beneden de lijn, welke de bodems der op eenvolgende heulen verbindt. De heu len of duikers zullen minstens moe ten zijn 5 d.M. breed en 6 d.M. hoog. Burgemeester en Wethouders noo- digen de schouwplichtigen uit om in het belang van den goeden wa terloop en ter voorkoming van moeilijkheden te willen medewerken tot een richtige uitvoering der voor schriften. Velsen, den 8 Augustus 1916, De Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, H. ver LOREN van THEM A AT. De Secretaris, J. KOSTELIJK, (l.s.) Burgemeester en Wethouders van Velsen brengen ter openbare kennis; dat van de Commissie van Bijstand tot de zaken der Nederlandsche Hervormde Gemeente te Santpoort is ingekomen een verzoek dd. 24 Juli 1916, waarbij vergunning wordt ge vraagd om de beek, ioopende door de perceelen kadastraal bekend Ge meente Velsen, Sectie F nummers 121, 122 en 123, door een riool te mogen vervangen. Tegen dit verzoek, dat met de daarbij behoorende teekeningen ter secretarie ter visie is gelegd, kunnen binnen 14 dagen na heden hij den Gemeenteraad schriftelijke bezwaren worden ingebracht. Geschiedende deze afkondiging in voldoening aan artikel 46 der Alge meene Politieverordening. Velsen, den 15 Augustus 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, H. ver LOBEN VAN THEMAAT. De Secretaris, J. KOSTELIJK, (l.s.) voor den GEMEENTERAAD. De BURGEMEESTER der Ge meente Velsen brengt ter openbare kennis, dat op Dinsdagden 29 Augustus aanstaandevan des mor gens acht tot des namiddags vijf uren, de stemming zal geschieden ter vervulling van een plaats in den GEMEENTERAAD, voor het kiesdistrict II, ter ver- vulliug van de vacature ontstaan door de ontslagname van den heer H. Sant. De candidaten, in alphabetische volgorde, zijn: Dalmeijer, J. A. Dolleman, W. A. Wamsteeker, N. W. Tevens wordt de aandacht geves tigd op artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht, luidende: Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven ver kiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste EEN JAAR". Velsen, 16 Augustus 1916. De Burgemeester van Velsen, H. VER LOREN VAN THEMAAT. bedoeld bij art. 10 der Gemeentewet. Op heden 16 Augustus 1916 zijn tusschen des voormiddags negen en des namiddags vier uur bij mij, Burgemeester der gemeente Velsen (gemeentelijk kiesdistrict II), inge- leverd de volgende opgaven van candidaten voor de verkiezing van één lid van den Gemeenteraad. (Alphabetiscb opgemaakt Namen. Voorlett. Woonpl. Dalmeijer J. A. Santpoort. Dolleman W. A. IJmuiden. Wamsteeker N. W. IJmuiden. Ten vier ure is deze lijst door mij gesloten en is hiervan onmid dellijk proces-verbaal opgemaaakt. Gedaan te Veteen, den 16 Au gustus 1916 (was get.) H. ver Loren van Themaat Burgemeester. Voor afschrift. De Burgemeester, H. ver Loren van Themaat. Tef'VisieJig^ing opgavete van Candidate#», De Burgemeester der Gemeente Velsen maakt bekend: dat de bij hem ingeleverde opgaven van Can didaten voor de op heden gehouden verkiezing, ter vervulling van één plaats in den Gemeenteraad evenals het door hem opgemaakte proces verbaal van sluiting der candidaten lijst, ter gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage liggen; dat afschriften dier stukken aan geplakt en tegen betaling der kosten verkrijgbaar ziju. Velsen, 16 Augustug 1916. De Burg ;nrndSter voornoemd, H. ver LOREN VAN THEMAAT. Zijn er nog Nederlandsche belan gen, die verdedigd moeten worden? Tot zulk een vraag kan men best komen, als wij zien het groot aan tal bladen en personen, die alleen spreken over Duitsche of Entente belangen. Zeer veel waarlijk neu trale of beter Nederlandsche bladen zullen er niet meer zijn. Wij kennen er, die er zich op voor staan neutraal genoemd te worden, doch die met zichbare ingenomenheid vermelden dat de Duitscbers een Ned6rlandsch schip (voorbeeld s.s. Zeeland) in den grond boren en er dan bijvoegen dat het maar geen contrabande vervoeren moet. De N. Rott. Cr. vertelt van een Nederlander (wien de eer/ en het belang van zijn land zeer ten harte gaan, voegt het blad er ironisch bij), die het opbrengen van een groot deel onzer Visschersvloot door de Engelschen vergoelijkend verklaarde als een teeken te meer, dat de tijd voor het onafhankelijk voortbestaan van kleine naties voorbij raakt. Kostelijk ironisch merkt de Re dactie der N. Rott. Ct. op dat de Engelschen zelf er niet zoo over denken, dat die in tegendeel nog altijd blaken voor de rechten eD belangen van kleine volken. Ten bewijze haalt het blad de volgende zinsnede aan uit de rede van Asquith, gehouden op den tweede verjaardag van den Oorlog, welke zinsnede door het Engelsche blad, de Nation, als de belangrijkste passus uit de rede wordt aangeduid „Een gelijke mate van gelegen heid tot ontplooiing en van onaf hankelijkheid voor kleine en groote staten, voor zwakke en sterke waarborgen, gegrond op den gemeen- gemeenschappeiijken wil van Eu ropa en ik hoop, niet van Eu ropa alleen tegen internationale begeerlijkheid, tegen kwade trouw, tegen roekelooze aanwending van geweld en vredeverstoring ter be slechting van geschillen en dien tengevolge, eindelijk, een groote gemeenschap vap volken, verbonden in het gezamenlijk streven naar een vrijer en voller leven voor ontelbare millioenen, die door hun arbeid en door hun offers, geslacht na geslacht, den vooruitgang handhaven en de erfenis der menschheid verrijken". Zeer ter snede merkt de N. Rott. Ct. daarna op „Men ziet hier dus Engeland als den kampioen tegen de begeerlijk heid, waarmede een machtig land zwakkere landen inlijft of den voor spoed van een lastig mededinger wil vernietigen, en tegen kwade trouw, en voor het gelijkwaardig, onafhankelijk voortbestaan van kleine zoowel als -groote volken. Op welken grond men dus zou willen trachten, maatregelen, als het be letten van onze visscherij, te ver dedigen, men moet het niet doen met een argument, dat Engeland zelf verwerpt." Dat is zeer juist gezien. Maar wanneer bijkans alle belangheb benden,' patroons en arbeiders, een scherp, maar waardig protest tegen dit onrechtmatig optreden van En geland doen hooren, noemt de Ne derlandsche Visscherij Courant dit ongepaste propaganda voor die or ganisaties en het blad spreekt er zijn blijdschap over uit, dat de protestvergadering te IJmuiden niet kon doorgaan. En als een Wolffbericht. meedeelt dat uit een gevonden order der En gelsche Admiraliteit blijkt dat voor- loopig geen Hollandsche visschers meer naar Peterhead moeten wor den opgebracht, teekent de Vis. scherij Courant hierbij aan „Uit dit geheime bevel blijkt, dat de Engelsche regeering het bevel gegeven had om alle Nederlandsche visschersvaartuigen, die men mach tig kon worden, naar Engeland op te brengen. Het was de Engelsche regeering dus onverschillig of enkele der opgebrachte vaartuigen verdacht waren, hetgeen het opbrengen ge rechtvaardigd zou hebben, of niet. Het kwam haar er klaarblijkelijk alleen op aan enkel door geweld een middel in handen te krijgen om de voorgenomen pressie op de Nederlandsche regeering ten opzich te van de Nederlandsche visschers te kunnen uitoefenen." En met dikke letters zet de Redac tie daaronder „Maar uit dit bericht blijkt tevens, dat de opbrenging welke Engeland dus staakte, enkel als waarschuwing zai bedoeld zijn." Juist, en nu weer geregeld Hol- laudsche schepen worden opgebracht, za) de Visscherij Courant wellicht schrijven,,'t Is uw eigen schuld, ge zijt gewaarschuwd geweest 1" Ja, de Nederlandsche belangen worden door de Nederlandsche bla den in dezen tijd uitnemend ver dedigd. Maar wie weet krijgt de Redacteur van de Visscherij Courant na den oorlog niet een Engelsche kousenband. Als deze dan maar niet te erg knelt. O, die krantenknoeiers in onze dagenGe zoudt u bijna schamen journalist te zijn. Het Haagsch Correspondentie bureau verspreidde op 9 Augustus j.l. het volgende bericht: Naar aanleiding van het bericht in „Het Centrum", betreffende den uitvoer van landbouwproducten naar Engeland, kan met zekerheid worden medegedeeld dat er geen sprake van is dat van onze regeering een regeling zou te verwachten zijn, om eventueel prijsverschil tusschen den marktprijs van producten op de Nederlandsche en op de Engel sche markt voor rekening van den staat te nemen. De Telegraaf nam dit bericht ook op, doch liet de woorden „dat er geen sprake van is" weg, zoodat het bericht toen luidde als zou er wel een regeling van de regeering te verwachten zijn. Nadat een ander dagblad deze fraaiigheid had aan getoond en er op wees, welk een indruk dit bericht in Engeland, waar deze pro-Engelsche krant invloed heeft, wekken moest, kwam de Telegraaf een week later, op 16 Augustus, met de rectificatie. Het blad voegde er aan toe, dat bedoelde zinsnede op de zetterij over het hoofd was gezien. Maat dan toch ook bij de correctie en dit komt ons ongelooflijk voor. Of heefc de Tele graaf zulke prullaria als correctors Wij voor ons gelooven dat het niets dan een uitvlucht is, die het groote publiek wel slikt. Het Roomsche orgaan De Tijd gaf voor eenige dagen een artikel over de ontstemming in Duitschland, naar aanleiding van Engelands maat regelen. De (Roomsche) Kölnische Voluszeitung had daarover geschre ven, n.l. alsof wij de maatregelen van Engeland lijdzaam zouden ver dragen. De Nieuwe Courant toonde in een artikel aan, dat dit niet waar is. Voor deze Duitsche ontstemming is geen reden, zegt het blad. Verre van dat, zeggen wij. De gevoelig heid daar is wel groot. Vergeet men welke massa's levensmiddelen dagelijksch uit ons land ingevoerd worden Toch begrijpen wij niet, dat de Nieuwe Courant tot de volgende conclusie komt: „Maar al zou de Duitsche Re geering dan ook in de houding onzer Regeering geen verontschuldiging kunnen vinden voor maatregelen tegen Nederland, dat is allerminst een reden om nu ook maar als vaststaand aan te nemen dat ons land van die grieven toch niet het slachtoffer zou kunnen worden. Er is in dezen oorlog al zooveel geschied, dat niet te verontschul digen is. De „oorlogsnoodzaak" heeft rechts en links geleid tot allerlei daden, die ook naar de overtuiging van wie ze beging, onrechtmatig waren." Dat moge zoo zijn, wij Neder landers moesten zulke conclusies niet maken. Een krachtig woord, een fier opkomen tegen alle on recht, ook van Duitschen kant, past ons het beste. Het blad vervolgt dan: „En in zoover bewijst dit niet te rechtvaardigen dreigement van Duitsche zijde ook opnieuw, hoe gevaarlijk de onrechtmatige maat regelen, door de geallieerden tegen de onzijdigen genomen, ondanks al hetgeen door onze Regeering daar tegen gedaan wordt, ook voor ons land zijn." Met groote instemming nemen wij tenslotte over, wat de Neder.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1916 | | pagina 1