Centraal Kleeding-Magazijn
VOOR KLEEDING NAAR MAAT
PRIMA RATINE EN DUFFEL
Rotterdamsche
Touw- en Staaldraadhandel
Ivirslierstnal
A. J. MEESTERS
Yoordeelig en mooi wonen.
PUT- Grootste keuze, laagste prijzen
in Heeren-, Jongeheeren- en Kinderkleeding
lac. v
LICHTBE5PflRlf1G
Haarlemsche Bankvereeniging
Aftfeeling Spaarbank, rSDls4pCt S'jtiR
Alle «ten STAALDRAAD rar de wsetajj VOORHANDEN
ROTTERDAM
SPAAR- en VOORSCHOTBANK
„BOAZ"
EFFECTEN,
COUPONS,
DEPOSITO,
GIRO-VERKEER,
CREDIETBRIEVEN
en alle overige Bankzaken.
De twee broeders.
WEBER
Aanbevelend,
TELEFOON No. 13806
SCHILDER EM BEBAHGE»
Willem B&rendzstr. 12
TELEFOON S86.
Bouwterreinen „Leeuw en Hooft" gemeente Heemstede.
Bijna geen belasting. Tien minuten per electrische tram van
het Station Haarlem. Vlak aan den Hout.
Terreinen en teekeningen te bezichtigen. Zeven villa's
in aanbouw. Nadere inlichtingen bij de eigenaren
G. TIMMER, Eindenhoutstraat 63 Heemstede.
E. J. VELLEMA, v. Hogendorpstr. 7 Heemstede.
Coöperatieve
O^evestig-dL te I*Tmniden,
VISSERINGSTRAAT 12.
Raad van Toezicht
G. van. der Poll, W. Polderman Jr., H. W. Creutzberg.
Rechtskund. adviseur Mr. A. W. HELLEMA, advocaat en procureur, alhier
Deze Basale verstrekt voorschotten tegen borgstelling
of zakelijke zekerheid.
Spaargelden worden tegen uitgifte van een boekje in
bewaring genomen tegen eene rente van 3*/u pCt. In't jaar.
Bij plaatsing van bedragen van f iooo en daarboven
voor minstens i jaar bedraagt de spaargeldrente 4pCt. s'jaars.
De biak is geopsad
Eiken Maandag en Donderdag van 7—9 u. n.m.
DEERT,rn J
niE-T
KOmn©@TRAAT Mi TIEn
Bijkantoor IJHU1BERL Kmaalstrast C 69.
Yerhuring van loketten in hare brand
en inbraakvrije
Ondergrondsche Safe-Inrichting.
FEUILLETON.
De oude heer zou stellig eirtverge-
tuimeld zgn, wanneer het schrijf
bureau hem geen steun verleend had.
Als verpletterd viel hij in den stoel,
zijn gezicht verloor alle kleur en hij
bracht de sidderende h and voor het
voorhoofd, als moest hij eerst zijn
gedachten verza-mele n om het onge
loofde te kunnen begrijpen.
„Honderdvijftig (Luizend 1" steun
de hij. „In een n acht verspeeld 1"
Maar plotseling richtte hij zich
weer stram omh'jog, als schaamde
h(j zich zjjn gemoedsbeweging. Zijn
stem klonk we' ierom koud en vast,
toen hij vroeg„Wanneer moet het
geld betaald worden
„Binnen acLt dagen."
„Goed, ik aal het betalen." En
daarop met de hand naar de deur
wijzend, gir/g de oude graaf voort:
„En nu, b evrijd mijn huis va n jou
tegenwoordigheid Laatje hier nooit
weer zien! Ik zou je met de hon
den van.'t; erf jyigen. Laat je dat
gezegd zijn... M et den trein vaa 12
uur vertrek je, hoor je! Onder gi en
voorwendsel wensch ik nog langer
met jou aanblit: gestrafe te worden."
Otto talmde. Hg zag nog eenm&sd
ZÖn vader half.'schuw, half smeekend
aan.. Maar dei ;e vertrok geen spier
van zijn gezicS ,t. Onbeweeglijk stond
hij daar, en gebiedend wees zijn;
hand naar de deur.
Met het hoofd op de borst gebo
gen, als een misdadiger, sloop dei
jonge graaf naar buiten.
DERDE HOOFDSTUK.
Kamerheer baron Tassiio von
Bliumenfeld.
Den volgea den dag kwaa i Kar ner-
heer baron von Blumenfeld, de
schoonzoon van graaf Gerhard, op
't kasteel Eikenstein. De oude graaf
had hem telegrafisch ontboden voor
een gewichtige „familie-aangelegen
heid".
Toen de wagen het plein van 't
kasteel op reed, ging de oude graaf
zijn schoonzoon tegemoet. Baron
von Blumenfeld was een voorname,
elegante verschijning, naar de laatste
mode gekleed. Op de borst droeg
hij een ridderorde. Zijn halsboord
reikte tot aan de kin. De lange
keizer Wilhelmknevel stond aan
beide einden krampachtig naar boven
gedraaid. Verlakte laarzen alles
onberispelijk
„Wat is er, vader?" vroeg hij.
De oude graaf fronste het voor
hoofd en voor hij antwoordde, keek
hij om zich heen, of zijn ecbtge-
noote ook de nabijheid was.
„Otto heeft ons groote droefenis
veroorzaakt," zeide hij fluisterend.
„Moeder mag het niet weten, ten
minste thans nog niet. Ik moet er
haar langzamerhand op voorbereiden.
Wat jou betreft, 't gaat voor jou
om zaken"
De kamerheer knikte diplomatisch,
Zijn regelmatige, maar nietszeggende
trekken namen een gewichtige uit
drukking aan. Nu verscheen ook
graaf Diederik, die zijn zwager har
telijk groette, waarna de drie heeren
naar binnen gingen.
In 't salon verwelkomde de gravin
een dame van omstreeks 50 jaren,
wier bleek gezicht en teere bouw
van lichamelijk lijden getuigden,
den schoonzoon. De baron begroette
zijn schoonmoeder met een elegante
handkus en kraamde direct daarop
allerlei nieuwtjes van het hofleven
uit. De komst van een nieuwe hof
dame Harer Majesteit, de voorstelling
van eenige dames en heeren uit
de provincie, de veranderingen in
het hofceremonieel tijdens de be
zeeken van hooggeplaatste buiten
landers dat alles liet de Kamer
heer de revue passeerea met een
ijver en een begeestering, die be
wezen, dat hij dergelijke dingen tot
de voornaamste gebeurtenissen van
zijn tgd rekende. Zijn oogen schit
terden van trotsche bevrediging,
dat hij mede-acteur was geweest
bij de door hem beschreven scènes,
Graaf Gerhard had iutusschen
meermaleD teekenen van ongeduld
gegeven. De breedsprakigheid van
zijn schoonzoon maakte hem blijk
baar zenuwachtig, te meer, wijl hij
op dit oogenblik allesbehalve in een
stemming was om te luisteren naar
het verhaal van gebeurtenissen,
waarin hij heel wat minder belang
stelde, dan zijn schoonzoon. Geluk'
kig meldde eindelijk een bediende,
dat het ontbijt gereed stond. De
oude graaf ging de overigen voor,
terwjjl de baron natuurlijk niet ver
zuimde zijn schoonmoeder een arm
aan te bieden en haar ter tafel te
voeren. Ook aan tafel was het hof
leven voor den baron een onuitput
telijke bron. Hg vertelde uitvoerig
van hof-galadiners en zou waarschijn'
lijk ook na het ontbijt daarmee zijn
voortgegaan, wanneer de graaf zijn
woordenstroom niet in zijn loop
gestuit had door te zeggen „Beste
Tassiio, een andere maal vertel je
ons daar wel meer van. Wil je me
thans volgen naar mijn bureau?"
En tot zijn echtgenoote„Ik moet
Tassiio voor" zaken spreken. Het
betreft een hypotheek op Alt-Möhren.
Tot het diner dus."
Hg gaf ook zijn zoon een wenk
hem te volgen. Op zijn bureau aan
gekomen stak de baron een sigaar
aan en verzocht de beide anderen
plaats te nemen. Terwijl graaf Die
derik met spanning wachtte op het
geen zgn vader zou te zeggen hebben,
leunde de kamerheer met de tevre
den behaaglijkheid van een mensch,
die goed gegeten heeft, in den ge-
makkelijken stoel en zoog dikke
rookwolken uit zijn echte havannah.
„Nu, vader, wat is er? Wat voor
een dwaasheid heeft Otto weer
uitgehaald? Een lichtzinnig jong-
meusch I Maar een echt soldaat
Eu welk een ruiter! Wat eea gratie
bg alle roeklooze rg-evoluties I Ik
kan u verzekeren, vader, dat ik in
mgn tgd voor den besten ruiter
van het regiment gold, maartegen
Otto zou ik niet op kunnen. De
dolman staat hem prachtig. Een
echts huzaar."
„Hij zal de dolman niet lang
meer dragen," onderbrak hem de
oude graaf, wien de woordenstroom
van zgn schoonzoon minder goed
scheen te bevallen.
De baron maakte een gebaar van
verwondering en zette zijn monocle
recht om den ouden heer beter te
kunnen opnemen.
„Wat zegt u daar, vader Zal
Otto den dienst verlaten? Jammer
De graaf knikte somber.
„Hij gaat uit den dienst en zal
afscheid nemen niet alleen van zijn
regiment, maar ook van ons van
ons allen. In 't kort ik wilde
jelui mededeeleu, dat ik Otto niet
meer als mijn zoon beschouw".
De oude graaf bad deze verklaring
met verheffing van stem op plech
tigen toon uitgesproken, terwijl zgn
bleek gelaat tegehjk van diepen
ernst en onbuigzamen wil getuigde.
Diederik, die van Otto reeds iets
gehoord had, zag zgn vader met
medeigden aan. De kamerheer liet
vau schrik zijn monocle vallen. Hg
ving de aan een snoer hangende
vluchteling op, schoof hem weer op
zijn plaats en vroeg„Heeft hg dan
hm verkeerde dingen gedaan?"
De oude heer vertelde. Aan den
onzekeren blik zijner oegen, den
zachten toon zgner stem en het
rood van zgn gezicht merkte men
hoe pgnigk hem de mededeeling
was eu hoezeer hg zich in het diepst
zgner ziel schaamde aan den kamer
heer de sehande van zgn zoon te
moeten openbaren.
De mededeeling werkte zóó sterk
op den baron, dat bij zijn eigen
waardigheid vergat en onstuimig
van zijn stoel opsprong. „Honderd
vijftig duizend!" riep hg ontzet.
„In een nacht verspeeld! Die
En nadat hij een paar maal gejaagd
de kamer op en neer had geloopen,
voegde hg er nog heftiger aan toe
„Ik begrgp, in dit geval is hg niet
te helpen. Hg is verloren. Fataal,
hoogst fataal! Met schande verwij
derd uit den offieiersstandWan
neer mgn naam aau't hof daardoor
maar uiet geschaad wordt!"
De oude graaf knikte kalmeerend.
„Met het oog op jou en Diederik
acht ik het mgn plicht openbaar
schandaal te vermijden. Otto vraagt
zelf zijn ontslag en verlaat in alle
eer den dienst."
Verwonderd keek de baron op.
„Excuseer," zei hg, „wanneer
Otto zgn speelschulden niet betaalt,
dan...."
Ik betaalt ze," onderbrak hem
de graaf.
„U betaalt?" De kamerheer stond
te kijken of hij het in Keulen
hoorde donderen en terwgi hem
van opwinding het bloed naar 't
hoofd steeg, ging hg voort: „Met
verlot daartegen protesteer ik,
als Erica's echtgenoot ten sterkste 1"
.(Wordt vervolgd).
-o—
itsrseizQsn
Lierop
IK 1-IEBEEMAVOrtDBRILVAn
eriKAn^UBUDE meest
SEBREKK'l6EVERUCHTIh6ZIEn