J. P. J. ZIJLMANS, LEEU WIN'S Bedden en Meubelfabriek 1 pj 'F™* |i| sssr T. SMIT, WILLEMSPLEIN J 1 1 1 H Koper-, Lood- en Smkwerker A, J. MEESTERS Al 3tPTJ HET JUISTE SDRES VOOR SL UWE - - - - - h i* i 1 r WJSLS KFUMEBIE Si [SI mmm LaEs fïTilOPE P llllllllllilll^BHB Trompstr. 19-21 - Kennemerlaan 50 Telephoom 331. Piano- Orgel- en Muziekhandel Hooi, Haverstroo en Tarwestroo NUTS-SPAARBANK. P. BART te-11 Mèièi 'Ml II N.V. IJmuider Agenturen- en Ad ministratiekantoor Hypotheken, Scheepsverbanden, ANEGANG 46, HAARLEM. Telefoon 2291. De twee broeders. liff'OIB "f» •WOTWSVW "Waramirs I Onze etalage laat IJ heden de grootste sorteering zien. Uw bezoek wordt door mij zeer op prijs gesteld. 1 Hoogachtend, T. SN3LIT. I VELSEROORO. SJMÜiBEN. Stemmen Y er hu ren JBLep*un&ti e Znr'iQlitlxKg' gegarandeerd, solied en billijk. Aanbevelend, Steeds voorradig tegen ©oneurreerende prijzen, bij Th. BEAAM, Zeestraat Tel. 354. Opgericht d. h. Departement IJmuiden v. d. Mij. tot Nut van't Algemeen Commissie van Toezicht: Ds. LUIKINGA, Pastoor G. v. d. POLL en P. POOL Inleggers 4%. CDinïmum-iijBags f 0.25. Geopend MAANDAGAVOND van 7- Tijdelrjk gevestigd tfelrnstrasat -9 uur. SCHILDER ER BEHJIHflER Willem Barendzetr. 12 TELEFOON S8@. Timmerman en Metselaar Beveelt zich beleefd aan voor alle voorkomende Woonplaats Werkplaats jMlistïiafesgf® 51 IS Kanaalstraat 65, IJMUIDEN. Telefoon 103 Directeur: L. M. OAMMAN. Agentschap van de Nationale Hypotheekbank. Agentschap van de Rotterdamsche Scheepshypotheekhank Voorschotten Bouwcredieten Crediethypotheken Voorschotten Boekhouding en Administratiën FEUILLETON. VIERDE HOOFDSTUK. Een jaar later. Een jaar was verloopen, Graaf Gerhard bad zijn landgoed Alt- Möhren verkocht en de speelschuld van Otto was prompt betaald. De ex-luitenant was met een laatste toelage van 3000 gulden naar Amerika gezonden en behalve een paar brieven aan zijn broer, waarin hg da aankomst en de eerste in drukken in de Nieuwe Wereld meld de, had men niets wear van hem gehoord. Graaf Diederik had ia Berlijn zgn eerste staatsexamen met goed gevolg afgelegd en werkte nu aan het kantongerecht. Daarbij gaf hij onder den burgelijken naam Eiken- steiu privaatles om zijn vader fl- nantieel zoo min mogelijk ten laste t® komen. Het geluk had hem in zooverre begunstigd, dat hg niet in meerdera families les behoefde te geven; hij was door den rijken hofwagen fabrikant Börner geënga geerd als onderwijzer voor diens zoon tegen f 150 per maand. Diederik moest voor deze beloo ning den jongen scholier hulp ver- leenen bij z$n huiswerk voor de klasse en hem bovendien privaat onderwijs geven. De jongen was niet erg hegaafd, maar aan goeden wil ontbrak het hem niet. De heer Börner, een man van weinig be schaving, had een ware apenliefde voor zijn zoon. Nu en dan deed de fabrikant den iongen graaf het ge noegen de les bij te wonen en zich van de gemaakte vorderingen te overtuigen. Bij ieder juist antwoord, dat de jongen gaf, straalde de va der van trots en dan zei hij tegen den huisonderwijzer: „De 'jongen kan wat hé? Ik zeg je, dat hij weer met zijn pralerij begon. Toen Diederik zich op zekeren dag naar het huis van Börner begaf, ontving deze hem met de mede- deeling, dat Alfred de jonge gym nasi ast, ziek geworden was. De het tot iets brengen zal. Hij zal fabrikant sloeg den jongen graaf studeeren en nog eenmaal minister worden. Dat zeg il^ je!" Pijnlijker was het voor Diederik, wanneer hem de fabrikant na de les tevreden op den schouder klop te en hem welwillend een sigaar presenteerde, waarbij hij dan nooit vergat er aan toe te voegen: „Die kun je gerust rooken, meneer Eikenstein. Zij kosten f 150 de duizend. Bij* sigaren kan men de prijs zeggen. Onder de 100 gulden rook ik ze nooit." Zijn welwillendheid bereikte den hoogsten graad, wanneer hij den onderwijzer zijns zoons bij den arm nam en hem te dineeren ver zocht. Aan tafel vertelde de heer Bör ner breedvoerig van z|jn fabriek, die zich tot een der eerste in den lande had ontwikkeld en meer dan 500 arbeiders werk verschafte, en hij noemde z^n voorname klanten uit de wereld der aristocratie om standig met titel en al. Ook de kamerheer von Blumenfeld had hij daarbij eens genoemd. Natuurlijk liet Diederik niet merken, in welk een nauwe betrekking hij tot dezen aristocraat stond. Onaangenaam deed h9t den jongen graaf aan, dat Börner de gewoonte had bij elke opgediende delicatesse tot eten aan te manen, waarbij hij steeds op herkomst en prijs wees. Te onaan genamer was hem dit, omdat hij merkte, dat de echtgenoote, maar vooral de dochter van Börner, juf frouw Francisca, er verlegen onder werden en het jonge meisie niet zelden kleurde, wanneer haar vader. voor eens een kijkje te nemen in de fabriek. Diederik wilde den heer Börner niet ontstemmenhij volgde hem in de fabriek, die achter het huis lag en moest nu meer dan een uur lang de blufferijen van den fabrikant aanhooren. Ten slotte bracht deze hem door het kantoor, waar een aantal klerken op hooge krukken werkte, naar het privaat- kantoor, waar het zeer comfortabel uitzag. „Wat al voorname heeren op dezen stoel daar gezeten hebben!" begon Börner. Eens zelfs een ko ninklijke prins jawel! Ik maakte voor hem een landauwer, licht als een vser, een waar kleinood. Zijne Hoogheid stond verbaast over het kunststuk en was buitengewoon tevreden. Zijne Hoogheid verwaar digde zich zelfs mij joviaal op den schouder te kloppen. „Beste meneer Börner," zeide hij, „u is een kun stenaar en wanneer u niet reeds hofleverancier was, dan zoudt gg door dit meesterstuk deze waardig heid verdiend hebben". Nu, een orde-teeken kreeg ik toch". De ij dele man wees met glimla chende tevredenheid naar het bo venste knoopsgat van zijn jas, waar een blauw lintje prgkte. Börner praatte zoo noggeruimen tjjd door, toen er gekloopt werd en een jonge boekhouder zijn hoofd naar binnen stak met de boodschap „Meneer, kamerheer baron von Blumenfeld is daar". Graaf Diederik schrok. Een ont moeting met zgn zwager kwam hem zeer ongeweascht voor. Maar hoe hier weg te komen? De automobiel en rijtuigfabrikant was opgesprongen en met een trium- feerenden blik naar den jongen man liep hij ijlings naar de deur. „Als (t u blieft, meneer de baron," zeide hij onder tal van buigingen, „wil u zoo vriendelijk zijn binnen te komen?" „De elegante baron kwam binnen. Verlegen stond Diederik ter zijde. „Beste mijnheer Börner," begon de kamerheer, „ik kom voor mijn nieuwe auto. Die is mijHij wierp een blik op den jongen man en onderbrak den zin om op ver baasden toon uit te roepen: „Jij hier, Diederik? In opdracht van pa een auto koopen Apropos, Erica en ik hebben in lang niet de eer van eon bezoek gehad." Hij stak zijn zwager de hand toe en deze nam ze blozend aan. Börner spalkte zijn oogen wijd open en wist niet wat van deze scène te moeten denken. De intieme betrekking tusschen den voornamen baron en den bescheiden referenda ris verbaasde hem in de hoogste mate. „Meneer de baron kent meneer den referendaris?" vroeg hij. De baron glimlachte. „Zeker, beste meneer Börner", verklaarde hij, „graaf Eikenstein is mijn zwager." De verbazing van den fabrikant steeg ten top en sprakeloos staarde hij nu den een en dan den ander aan. Eerst de vraag van den ka merheer wekte hem uit zijn ver- dooving: „Heeft graaf Eikenstein een wagen besteld?" Börner begon te begrgpen. Zijn ijdelhqid voelde zich door de on verwachte ontdekking een hoogedel geboren huisonderwijzer te hebben, tan zeerste gestreeld en de zijn familie overkomen eer verwarde hem zoodanig, dat hij stotterend ant woordde: „Meneer de graaf heeft de eer, ik wilde zeggen, de goed heid, mij, ik bedoel mijn zoon Alfred onderwijs te geven." De kamerheer nam het lorgnet van den neus. Vragend keek hij zijn zwager aan. „Hoe? Geef je onderwijs, Diekerik? Wat voor onderwijs dan toch?" „Ik help den jongen bij zijn school werk," antwoordde deze. Hij nam zijn hoed. „Ik wil de heeren niet storen." Hij boog voor den fabrikant en wilde zijn zwager de hand reiken. Deze zeide echter: „Ik ga met je mee, DiederikAdieu, meneer Bör- net. Ik kom morgen wel even weer aanloopen." De fabrikant deed de beide heeren uitgeleide. Bij de deur nam hij de gelegenheid waar om zijn huisonder wijzer voer het eerst den hem toe komenden titel te geven: „Mogen we morgen meneer den graaf weer verwachten Het kwam er eenigszins angstig uit en hij haalde verlicht adem, toen de referendaris op beslisten toon antwoordde„Zeker, meneer Börner Om 5 uur, als gewoonlijk." Voor de deur stond de equipage van den Kamerheer. Diederik wilde hier afscheid nemen, maar de ka merheer verzocht hem mee te rijden. „Ik rij bij je kamers voorbij, Die derik. Stap in!" Toen het rijtuig dank zij zijn gummiraderen licht over de straat vloog, gaf de baron lucht aau zijn overvol gemoed. „Nu zeg me eens, hoe is het mo gelijk dat je de zoon van zulk een plebeier privaatonderwijs geeft?" De spreker sloeg zijn handen in elkaar, om aan zijn woorden nog meer kracht bij te zetten. (Wordt vervolgd). li OnWBiffl HJURQ nrevTS Parfumerie, Toilet en luxe artikelen |l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1918 | | pagina 4