N.Y. C. A. Zwager's Ijzerhandel
HEEREN MODE-MAGAZIJN
ïiiiir- es
BEVERWIJK IJ MUIDEN
HST FIJNSTE
N.V. Ifmuider Agenturen- en
Administratiekantoor
Hypotheken,
ScheepsYerbanden,
TAFELWATER
P BART
Ziet de NIEUWSTE ARTIKELEN
voor den WINTER in onze I Etalages
JOH. DE WAARD.
De twee broeders.
Wij hebben nog enkele soorten GaloHfèr&$
voor verlaagde prijzen aan te bieden
H00M Eau de Cologne
Drogisierl Vergulde Sapor
Kanaalstraat 65, IJMUIDEN. Teleloon 103
KANAALSTRAAT C 24 - TELEFOON 171
Ju. KAPER Pzn.
FEUILLETON.
^4' v il. 'A, t.
^,3® prn* ^ïjseoio,
W t II erraspi el n, IJnUl en
Gelegenheid tot wegen
Medische Personen en Kin
deren weegschaal,
Directeur: L. M. CAMMAN.
Agentschap van de Nationale Hypotheekbank.
Agentschap van de Ilotterdamsche Scheepshypotheekbank,
Voorschotten Bouwcredieten, Orediethypotheken Voorschotten,
Boekhouding en Administratiën.
AllgTELSTII.i«, ÜBWinCB
BEVEELT ZSCH BELEEFD AAN VOöR
ALLE DAARTOE BENOODtGDE
WmVXmMSD&è.
VERKRIJGBAAR IN DE MINER AAL WATERFABRIEK
ZEESTRAAT 35
TELEFOON 238
Timmerman en Metselaar
Beveelt zich beleefd aan voor alle
voorkomende
Woonplaats Jsagi'«SMi&UB<dtt SS
Werkplaats SS^ir^^cgsaESfR*. 16
Baleefd aanbevelend,
Tevens veroorloof ik mij, meneer
de graal, u bij dezen mijn dank te
betuigen, dat u de genaden, heelt
willen hebben Allred te onderwijzen
en u kan er van verzekerd zijn,
dat wij ons zeer vereerd gevoelen.
„Speek tocb geen onzin, meneer
BönnerJ" viel Diederik bem in rede.
„Van eer kan geen sprake zijn. Ik
geef les, omdat ik bijwerk zocht,
dat wat geld opleverde. U betaalt
me voor tijd en moeite, aan uw zoon
besteed. Dank zijn wij elkaar niet
schuldig. Dat ik toevallig een graaf
ben, daarvan heeft u noch uw zoon
voordeel."
De hofwagerfabrikant had een
gevoel alsof hij een emmer koud
water over zijn hoofd kreeg.
„Maar meneer do graafl" prote
steerde hij.
„Wil u mij een plezier doen, me
neer Börner vroeg Diederik ernstig.
„Zeer gaarne, meneer de graaf.
Meneer de graaf heeft maar te be
velen."
„Dan verzoek ik u vriendelijk
den graaf te vergeten en het, zoo-
als tot dusver, te laten bij refen-
daris 1"
De fabrikant zette een spijtig ge
zicht.
„Maar dat spijt mij, meneer de
graaf meneer de referendaris,
wilde ik zeggen.
Ik dachteere wien eere toekomt
en de graventitel komt u toch toe."
De jonge graaf fronste het voor
hoofd, dacht een oogenblikje na en
zeide danKunt u zich dan niet
verplaatsen in mijn toestand me
neer Börner?"
„Het moet immers bij voortdu
ring onaangenaam voor mij zijn,"
ging hij voort, er aan te werden her
innerd, dat omstandigheden mij
dwingen tot een bezigheid, die in
zich wel eervol, maar toch niet over
eenkomstig mijn stand is. Zie zoo.
En nu verzoek ik u mij uw zoon
te sturen, dan kan de les begin*
nen."
Börner toonde een verbluft ge-
zich. Maar hij talmde nog. „Mag ik
u verzoeken, meneer de - - referen
daris, na de les bij ons te soupee-
ren f"
Glimlachend antwoordde Diederik:
„Heel graag meneer Börner, maar
onder voorwaarden, dat u mij be
handelt als voorheen."
„Zeker meneer, de referendaris,"
haaste de fabrikaat zich te zeggen.
Maar wanneer mij een enkele maal
in de drukte van 't gesprek 't woord
„graaf" ontvalt, dan moet u het j
mij niet kwa'ljk riemen."
Alfred was zeer verstrooid onder de
les. Meermalen vergat hij te act
woorden en zat hij zijn onderwij
zer met open mond aan te staren,
alsof hij plotseling een merkwaardige
eigenschap in hem ontdekt had.
Er waren groote toebereidselen ge
troffen voor het souper, dat zag
Diederik direct. In plaats van
bier sierden tretscke flessehen Rijn
wijn den disch. Het scheen wel of
Börner een soort van feestmaal wil
de geven te-r eere van zijn grafe
lijke huisonderwijzer.
En inderdaad lag dit in ds bedoe
ling van den hofwagenfabrikant. Hij
had 's middags op zijn bureau zelfs
een toespaak ingestudeerd, maar hij
achtte het nu met het oog op den
graaf gedane belofte toGh maar be
ter den toast achterwege te laten.
Meermalen kwam het echter voor,
in 't bijzonder wanneer het dienst
meisje in de eetkamer was dat hij
zijn belofte' vergat en den referen
daris „meneer de graaf noemde.
Ook mevrouw Börner, welk een ver
standige vrouw ze anders ook was,
kon zich niet het genoegen ontzeggen
haar gast te noemen bij den ontdek
ten titel. Er lag toch iets heerlijks in
een heuschen graaf aan tafel te
hebben Juffrouw Francisca was de
eenige, die zich met den jongen graaf
op dezelfde wijze als voorheen on
derhield en die hem ook nu niet
aansprak dan als „maneer de refe
rendaris," terwijl zij takt vol vermeed
ook maar een toespeling te makeu
op de sensationeele ontdekking.
ZESDE HOOFDSTUK
Terug uit Amerika
Maanden verliepen. Het werd
lente. Meneer Börner liet zich zelden
meer zien op les en wanneer hij het
studeervertrek van zijn zoon betrad,
was het slechts voor enkele oogen-
blikken. Er was iets gejaagds, iets
zenuwachtigs ovar hem gekomen.
Eens kwam hij vroolijk het ver
trek binnen. Zijn gezicht had een
hooge kleur, zijn oogen schitterden.
Hij was chique, bijna als een dandy
-gekleed. „Victorie 1" riep hij uit.
„Vandaag interessante wedrenneu
in Hoppegarien, meneer de graaf
Er gaat toch maar niets bov6n de
wedrennen. Dat houdt een mensch
in spanning. Vindt u ook niet, me
neer de referendaris 1"
Graaf Diederik moest glimlachen
om de ongewone begeestering van
den fabrikant.
„Ik intressseer me niet veel voor
sport, meneer Börner,antwoordde
hij.
„Werkelijk niet Jammer Maar
u moet toch eens 'n keer met me
mee, U moet het eens zien. Het
was vandaag enormEen outsider
haalde den prijs van Baulsdorf
hop, hop snel als een bliksem
straal ging 't dier. Kent u het paard,
meneer de graaf
„Nee meneer Börner."
„ZooNn, ziet u, ik had op dat
beest 500 Mark gezet. Weet u hoe
veel betaalt werd?"
„Geen flauw vermoeden, meneer
Börner
De fabrikant sloeg enthusiastiseh
met de vlakke band op de tafel.
„Het tienvoud, meneer de graaf!
Mijn 5000 Mark stak ik in den zak.
Dat neemt men toch mee, hé
„Zeker. Maar gewoonlijk zijn de
verliezen in het groene renperk
grooter, dan de winsten!"
„Verliezen?" laehte de fabrikant.
„Dat gebeurt niet meer, graaf! Ik
wed sinds gisteren altijd op de be3te
paarden. Weet ge, wie me op de
hoogte houdt?"
Börner boog zich over de tafel,
alsof hij gewichtige mededeeling te
doen had.
„Ik heb n.l. miet eenfameuse kerel
kennis gemaakt. Die is op de hoogte,
zeg ik uEen „sportman" van top
tot teen. Kent iederen stal en paard
in Duitschland en Frankrijk, ja
zelfs in Amerika. Luitenant baron
vod Oetting. Kent u hem
Graaf Diederik zag verrast op
Von Oetting was de familienaam
zijner moeder.
„Kent u den baron?" herhaalde
Börnor.
„Ik geloof van niet," antwoordde
de ander. „De naam is mij wel be
kent, maar niet de betreffende per
soon. Is de baron een actief die
nend officier?"
„Neen, buiten dienst. Hij is jong.
Maar het beviel hem niet in dienst.
Te veel diecipline, zegt hij. Dat paste
hem niet. Overigens, een joviale ke
rel en daarbij een gentleman eerste
klasse dien moet je leeren ken
nen, referendaris]'8
De volgende namiddag, beleeide
Diederik een verrassing van wie hij
in 't eerste oogenblik niet wist, of
hij ze als een pijnlijke, dan wel een
aangename moest beschouwen. Het
was kort voor het einde der les
toen Börner van de wedrennen te
rugkeerde. Hem volgde een elegant
gekleede jongeman. Diederik her
kende hem op het eerste gezicht en
stond verrast op van zijn stoel, met
wijd geopende oogen zijn broer aan
te staren, die eveneens groote verba
zing toonde.
De fabrikant, die van de emotie der
twee jonge mannen niets merkte,
straalde van ij delen trots.
„Sta mij toe toe, begon bij breed
sprakig, „sta mij toe" mijne heeren
dat ik u aan elk aarvoorstel mijn
vriend, luitenant baron von Oetting
meneer de referendaris, graaf
van De naam bleef hem in de
keel steken, toen hij zag. dat de
heer, dien hij „zijn vriend" had ge
noemd, glimlachte op den referenda
ris toe liep en hem als een oud
vriend de hand drukte.
„Wel, Diederik, hoe gaat bet?
Dat noem ik een verrassingDus,
je geeft privaatles Een merkwaar
dige sport!"
„De heeren kennen elkander?"
vroeg Börner verbaasd.
„Inderdaad antwoordde Otto
snel. „Wij zijn oude kennissen,
graaf van Eikenstein en ik. Eigen
lijk zijn wij zelfs bloedverwanten.
Niet waar, Diederik Jammer dat
onze wegen in den laatsten tijd zoo
uit elkaar liepen!"
De luitenant keek zijn broer met
een spottend lachje aan. Diederik
zocht naar een antwoord. De
cynische wijze waarop Otto sprak,
deed hem onaangenaam aan. De
fabrikant daarentegen was in de
wolken.
„Nu, dan hebben de heeren thans
gelegenheid de kennismaking te
hernieuwen," zeide hij en Diederik
by den arm nemend, ging hij voort:
„Kom mee, referendarisje I U moet
ons vandaag nog een beetje de eer
van je gezelschap gunnen. Ik ga u
voor, heeren!"
Wordt vervolgd.
VICTORIA WATER
Bot bt-'-stK middel ter bevordering
van den haargroei 1
Voorkomt roots!
Dood tot zoifs de kiemen van
onrein!
Geeft het haai' z£)n glans ten tg I
Is goedkoop, kost slecht»
Verkrftgbaar
i» H. C
P,