Filiaal J Spruijt, Neptunusstr. 36 F. t Haarlemsche Bankvereeniging I Afdeeling Spaarbank, nÉ4pCi S'jlR PÏÏ Slnjewel's Bockhandel Wlllcmsplcin. EFFECTEN, COUPONS, DEPOSITO, GIRO-VERKEER, CREDIETBRIEVEN en alle overige Bankzaken, IriutM laalsctappü Jera", llÉltÉMII 1 ZEER VOEDZAAM ZIJN BilllllONBIORüES M. BOSMft Wza. «J De twee broeders. BEKENDMAKING Jn. KAPER Pzn. Studieboeken Atlassen Woordenboeken Schoolfasschen Passerdoozen Teekenborden Schrijf- en Tee kenbehoeften Adverteert in dit blad, want uw zaak kan niet leven zonder drukinkt. TRANSPORT tsI1ÜHIBI FEUILLETON. Onze zijn goedkoop, van prima stoffen, mooie modellen en moderne kleuren nieuws kunt u het best te weten komen door u te abonneeren op ï>e Telegraaf, - Eiken morgen en eiken avond losse nummers a 9 ets. - Het Maandagochtendblad 10 cents per nummer, aan buis bezorgd. Bljkenltoop IJKUEDER. ICantotaiRtraaf O 6®§» I Yerhuriïlg van loketten in hare brand en inbraak vrij© Ondergrondsche Safe-Inrichting. ingevolge art. 38 W. v. K. Bij akte voor den ondergeteekende op 4 Juli 1918 verleden, is wijziging gebracht in de statuten van de Naamlooze Vennootsehap gevestigd te IJMUIDEN, gemeente VELSEN. De akte vac wijziging in haar geheel, mitsgaders de Koninklijke Bewilliging, zijn geplaatst in het Bijvoegsel tot de Nederlandsehe Staatscourant van 2 October 191S no. 230. W. A. DALLE MAN, Notaris te IJmuiden, Het adres voor alle X n I Willemsplein AMTEUTrfe, UMtMDEfll BEVEELT ZICH BELEEFD MN VOOR ALLE DAARTOE BENTODiflDE —;i— WERKZAAMHEDEN. De Vereenigde Mineraalwaterfabrikanten van Haarlem en Omstreken berichten u, dat zij vanaf heden 15 October 1918 bun limonade gazeuze, syphons en literflesscben mineraalwater hebben Hoogachtend, Het Bestuub. ALOM VERKRIIGUAAR S FABRIKANTEN UH.NlilÉiNlIUIJf RIJSWIJK N 8n£KicHrt844 MSSUï?Rf1ï!EKSM¥OOR VAM TRAWLERKADE C. 37, IJMUIDEN. Telef. No. 456. MOLEST YEKZEKKKING. 6 Zonder rechtstreeks op deze vraag te antwoorden merkte Diederik met een sarcastisch lachje op:"Plebejer? Als dat de fabrikant hoorde, die zich zooveel laat voorstaan op zijn ken nissen aan het hof!" „Een plebejer blijft een plebejer!" gaf de kamerheer verachtelijk terug. „Het is mij on begrijpelijk, hoe jijjekurt verlagen den zoon van zulk een man onder wijs te geven." De referendaris bleef kalha. De verlegenheid, die hem straks in 't kantoor bevangen had, scheen geheel geweken „Onderwijs geven is wetenschappe lijk bezigheid," antwoordde Diederik, „en ik vind, dat zij zeer zeker niet staat beneden die van een re ferendaris, als hoedanig ik tegenwoor dig aan 't kantongerecht fungeer." De kamerheer schudde het hoofd. „Dat is toch «en heel verschil, beste Diederik, verklaarde hij op een toon van gezag. „Als referen daris sta je in koninklijken dienst. Hier echter werk je voor eenmensch, die sociaal beneden je staat. Zie je dan het vernederen niet, dat daar in steekt?" Op leveudigen toon zei nu de jonge graaf: „Aangenaam is het mij uu juist niet dagelijks te moeten omgaan met iemand, wiens bescha ving heel wat te wenschen over laat, maar iets vernederends kan ik er niet in zien, dat ik zijn zoon les geef. Overigens de jonge man glimlachte inronisch is het mQn schuld, maar de uwe, dat Börner mij thans kent als graaf van Eiken- atein." „Hoezoo?" „Nu jaIk had mij eenvoudig aan hem voorgesteld als de referendaris Eikenstein." De kamerheer zette een verbaasd gezicht. Dan zeide hij „Maar nu Börner weet, wie je bent, zal het je wel pijnlijk vallen als zijn huis onderwijzer te blijven fungeeren?" Pijnlijk? Ja eigenlijk is het altijd pijnlijk voor mij geweeet. Niet het les geven, maar de omgang met hem. Maar ik ben daar over heen en ik denk, dat ik ook in de toe komst - -" Hoe voer de kamerheer geërgerd uit. „Je bent toch niet van plan je verder nog te laten betalen door een man, die weet, dat je mijn zwa ger bent?" „Dat ik zijn zoon voor niets les zou geven kan toch niemand verlo gen, antwoordde Diederik met ironisch glimlachje. De baron voel de op dit oogenblik geen zier voor humor. „Je zult geen lessen geven, Diede rik," zeide hij op beslisten toon. „In geen geval ten huize van dien man, die vöor mij en voor 't halve hof werkt. De plebejer is in staat er groot op te gaan en mij er te com- promitteeren." De referendaris haalde de schouders op. „Het zou me voor jou spijten," antwoordde hij, niet zonder spot. „Maar men moet van twee kwaden bet minste kiezen. Het grootste kwaad zou voor mij in dit geval zijn, dat ik mgn lessen moest op geven, want ik geloof niet, dat ik spoedig een ander middel zou vinden om in mijn behoeften te voorzien." Ben je dan zoozeer op dat lesgeld aangewezen?', Je kent de omstandigheden, waar in vader verkeert. Ik houd het voor plicht hem te helpen, zooveel ik kan." De kamerheer schraapte zijn keel en speelde met het snoer van zijn monocle. Wat betaalt Börner je dan wei?" „Honderdvijftig gulden per maand." „Hm, dat is geen bagatel." Baron Tassilo verzonk in nadenken. Eindelijk liet hij een diepen zucht hoeren, als iemand, die na langen strijd een nu juist geen aangenaam besluit genomen heeft. „Ik wil je een voorstel doen, Die derik," zei hij, de hand op den arm van zijn zwager leggend, „ik zal je maandelijks honderd gulden uitbeta len. wanneer je je verplicht van je privaat lessen bg Börner en in 't al gemeen van alle lesgeven af zien". Diederik richtte zich op en zag zijn zwager met verbazing aan. „Je vrijgevigheid verrast me," zeide hij met een zweem van spot. Dwing je my er niet toe je het geld voor te schieten? Wanneer je ooit in de gelegenheid bent zul je het mij natuurlijk terug betalen. Een bitter lachje verscheen om de mondhoeken van den jongen graaf. „Het spijt me, antwoordde hij maar ik kan geen verplichtingen op mij nemen, van welke ik niet weet, of ik ze vervullen kan." De kamerheer streek vol ergernis zijn knevel op en zeide: „Nu, dan schenk ik je het geld. Wat blijft mij anders over? Je stelt me itamers bloot aan de belachelijkste aanmatigingen van dien plebejer. Ik kan aan 't hof toch niet toegeven, dat mijn zwager by de kinderen van mijn wagenfabrikant den huisonderwijzer speelt." De oogen van den jongen graaf fon kelden van toorn. Hij balde de vuisten. Bittere gedachten kwamen in hem op. Onlangs, toen het er om ging de bede van een grijzen schoonvader te ver vullen voor de eer van de familie een geldelijk offer te brengen, had de kamerheer koud en egoistisch hulp geweigerd. Thans, nu zijn ijdelheid in 't spel was, toonde hij zich be reid tot betalen. „Ik dank je, Tassillo," zeide hij koel. „Ik houd het voor eervoller mij te laten betalen voor een fat soenlijke bezigheid, dan een aalmoes aan te nemen." Sprakeloos van verbazing staarde de kamerheer zijn zwager aan. Eindelijk barstte hij los: „Ik snap je niet I* Van my, van je zwager, wijs je geld terug en van een vreemde, van een plebejer neem je het aan! Daar begrijp ik niets van." „Je vergeet, dat ik in 't eene geval wederdiensten bewijs en in het andere niet." Maar dit argument maakte totaal geen indruk op den hoveling. „Bedenk toch," riep hg rood van ergenis. „Je maatschappelgke po sitie! Noblesse oblige! Wanneer men graaf is kan men niet doen als een burgerlijk menseh. Je stand legt je verplichtingen op. Dat heb je toch zélf gevoeld, toen [je je rang verzweeg en je by den fabri- kan als simpele referendaris aan diende." Het bloed schoot den jongen man naar het hoofd. „Je vergist je," antwoordde hg., „Niet om die raden was het, dat ik mijn graventitel verzweeg. Ik deed het opdat ik gemakkeiyker leerlingen zou vinden| Ik was er van overtuigd, dat men vooroordeel zou gehad hebben tegen den graaf en dat |,wilde ik uit den weg gaan. Overigens ben ik van meening, Tassillo, dat de tyden voorbij zijn, waarin de adel ziGh enkel goed achtte voor den krijgsdienst en voor hooge staats ambten en alle productieve werk zaamheden aan den gewonen bur german overliet. Hooger dan de eer van den stand staat de eer des menschen en deze gebiedt mij te werken en geld te verdienen om mgn armen ouden vader zijn harde lot zooveel mogeiyk te ver lichten. Bat is mgn opinie, Tassillo maar de koetsier houdt stil. Adieu De complimenten aan Erica en de kinderen En nog voor de kamerheer van zijn verbazing over zulk een vreemde levensbeschouwing bekomen was, had de jonge graaf het rgtuig reeds verlaten en was verdwenen. VIJFDE HOOFDSTUK. Niet „meneer de graaf", maar „meneer de referendaris. Toen Diederik zich den volgen den morgen naar Börner begaf, ontving deze hem in deftig zwart. Ook zijn orde, de kroonorde vierde klasse, droeg hij, in miniatuur for maat, op de borst. Toen Diederik binnen trad maakte Börner een diepe buiging. „Ik gevoel behoefte, meneer de graaf", zeide hy, „U exuses te vra gen, dat u in mijn huis tot dusver niet volgens uw stand ontvangen is. Tot onze verontschuldiging kan dienen, dat wy niet wisten, wien wij de eer hadden tot onderwijzer van onzen zoon te hebben. Wordt vervolgd. VREDE Zee- en Binnen vaartverzekeringen van schepen en goederen TlHf A Wïl verzekering van Fabrieken, Pakhuizen, Q-oede- AIPJLkij3fc.lv MJ r6I1) Woonhuizen, etc. k VerderInbraak-, Bedrpfs-, Ongevallen-, Ziekten-, Wettelijke-, Aansprakelj] kheid- en andere verzekeringen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1918 | | pagina 4