Filiaal I. SpruIJt. Fa A. I MEESTERS MULDER RIJKE Haariemsche Bankvereenïging Afdeeling Spaarbank, f8lll 4pSt S'ps Agentuur Handelmaatschappij iipot n fe CoiiiiÈl-PilrolëDH-CoDipaBj. M. MACHIELSE gerbooten te koop aangeboden, kopervast. COUPONS, DEPOSITO, GIRO-VERKEER, CREDIETBRIEVEN en alle overige Bankzaken. TOUWWERK voor de Visscherjj De twee broeders. Ziel heden onze speciale uitstalling Nog bijzonder voordceiige prijzen EFFECTEN, Hoofdagentscliap OBLIGATIE MAATSCHAPPIJ BRIEFJES weder VERKRIJGBAAR. F. HUISMAN, Willem Barendzstr. 12 TELEFOON S80. BOEKHANDEL P. F, C, ROELSE, Telef. 97 H. Mulder R. Rijke Verhuring van loketten in hare brand en inhraakvrije Ondergrondschö Saie-Inrichtïng. FEUILLETON. Profiteert nu nog van onzen flinken voorraad TRICOTHOEDEREN, WOLLEN ©EKENS, SATINET DEKENS en MOLTONNEN DEKENS Ontvangen mooie zending CHALE's, HANDSCHOENEN, BRETELS, SOKKENHOUDERS enz. Ziet vooral onze JKteJ steens Paarlaarsteeg 4. voor Haarlem en Omstreken. Telefoon 2156.® Amstel 126 Amsterdam Solide vertegenwoordigers gevraagd HOÖGE PROVISIE. Aanleg van Electriaclie Licht en Krachtinstallaties, Levering en plaatsen van alle soorten Kronen en Lampen. Ophangen gratis. Philips- en Popelampen verkrijgbaar. Ook prima carbidlampen, geheel gevaarloos. Beleefd aanbevelend, Installateur. IJmuiden. K.Wilhelmstraat 12. 8CHILDEB EM BEKABGER Cenirsfl! &dw©rt©rafii®-ïsear®®u LEVERT U ALLE BOEKWERKEN EN TIJDSCHRIFTEN PLAATST UWE ADVERTENTIËN IN ALLE COURANTEN Afzonderlijke nummers verkrijgbaar A 9 ots. ALGEM. HANDELSBLAD, NIEUWS v/d DAG, EN NIEUWE ROTTERDAMSCHE COURANT voor Advertentiëii en Abonnementen. SCHEEPSTIMMERLIEDEN EN BOOTMAKERS. Speciaal adres voor het maken van nieuwe en het opborren van oude POMPEN. Alle soorten Blokken en pokhouten schijven uit voorraad leverbaar; aan hetzelfde adres 2 nieuwe log- Klaar volgens inspectie. Beleefd aanbevelend, Z.Z. Vissehershaven. Bijkante»® UWKI. - Kanaalstraat C 60. I IJMUIDEN - Trawlerkake 54 - TEL. No. 236 van de N.V. VAN DEK LEL Y's TOUWPABRIEKEN te Rotterdam ALLE BENOQDIGDHEDEN voor de YISSOHERIJ 10 „Je ben niet wijs, DiederikIk zou mij opsluiten in een bureau en pennelikker worden Waarom Ik heb het heelemaal niet noodig. Het gaat mij immers voor den wind, mensch Ik kan het niet beter wen schen. Ik zwem in monney. Als mij nog iets te wensehen overblijft, dan is hetmoge het altijd zoo blijven 1" „Dat is het juist. Wanneer het seizaen der remien voorbij is, wat dan „Beste jongen, voor den winter vrees ik niet. Wij hebben groote plannen. Wij zullen een renstal aanleggen, dat doet de hofwagen fabrikant onder mijn toezicht en met mijn voorlichting. En wanneer de stal aangelegd is ben ik gebor gen" Diederik keek zijn broer door dringend aan. „Foei, Otto 1" zside hij op afkeu renden toon. „Foei? Hoe zoo?" „Je wil Börner verleiden zich met dingen in te laten, waarvan hij geen verstand heeft, die hem zullen vervreemden van zijn fa briek." „Verleiden? De hofleverancier heeft niet noodig verleid te worden Die brandt van verlangen om het plan uit te voeren. De kerel is vol enthusiasme voor de sport. Weet je wel, wat zoo'n renstal op levert? Dikwijl tonnen goud „En hoesraak levert hij niets op, maar ruïneert zijn eigenaar?" Otto haalde luchthartig de schou ders op. „Nu ja. aan welk»» onderneming is geen risico verbonden. .Daardoor moet men zich toch niet laten af schrikken. Ik zal het wel bolwerken, dat bezweer ik je Hij schoof arm vertrouwe lijk doer dien van zijn broer en fluisterde hem vertrouwelijk ia het oorIk heb bovendien nog een speciaal plannetje ik ga de banden tussehen Börner en mij nog nau wer tos halen. Diederik hoorde op. „Nog nauwer? Wat meen je daarmee „Kun je dat dan niet raden Het meisje ziet er niet kwaad uit, 't is uit heel ander hout gesneden, dan haar vader De natuur heeft soms wonderlijke spelingen Denk je ook niet, dat zij als gravin van Eikenstein een goed figuur zou maken De referendaris bleef als van den donder getroffen staan. „Hoe. je jo wil stamelde hij, moeite doende om zijn kalmte te bewaren. „Juffrouw Francisca. trouwen, ja welWanneer ik maar eerst de schoonzoon van den rijken fabri kant ben, dan ben ik voor mijn gansche leven onder dak. Prachtig idee, wat?" Het lachen van zijn broeder klonk den referedaris pijnlijk inde ooren, Het bloed steeg hem naar 't hoofd. Met een heftige beweging maakte hij zijn arm uit die van Otto vry. Hij voelde een diepe verachting voor zijn broer, het scheen hem toe, alsof een ruwe hand zich uitstrekte naar een onaantasbaar heiligdom en het leek hem onmogelijk, dat juffrouw Francisca een sympathieke indruk zou hebben gekregen van Otto's lichtzinnig karakter. „Je denkt toch niet," zeide hij „dat juffrouw Börner op jou aan zoek zal ingaan „Waarom niet?'" vroeg de ex- luitenant verwonderd. „Zulk een meisje te imponeeren is toch een kieisigheid voor menschen van ons soort. 'Vooral, wanneer het blijkt, dat ik niet alleen baron, maar graaf ben, zal ze me met open armen ontvangen Diederik had een scherp woerd op de lippen, maar hij sprak het met uit. Hij verlangde zoo snel mogelijk het pijnlijk gesprek af te breken, stak zijn broer verstrooid d® hand toe en zeide„Adieu, ik heb nog veel te doen. Mijn adres ken je. Misschien ga je toch nog in op 't geen ik je voorsloeg." Hij liep snel heen, alsof hij geen seconde meer te verliezen had. ACHSTE HOOFDSTUK Moederliefde De zomervacantie was gekomen. De familie Börner was naar een badplaats vertrokken, om de heete Juii- en Augustusdagen door te brengen aan 't strand. Alleen de heer Börner was in Berlijn gebleven, naar gelijk hij- het uitdrukte, ge wichtige conferenties met de baron Oetting e.a. sportsmen zyn tegen woordigheid in de hoofdstad noodza kelijk maakten. Men zou het|plan van 't stichten van een renstal overwe gen en eventueel een begin maken met de uitvoering. Ook Diederik verliet Berlijn voor eenige weken en begaf zich naar zijn ouders op Eikenstein. Deze hadden van Otto's terugkeer te Berlijn nog niets geheord. Nn werd Diederik gekweld door de vraag, of hij zijn ouders al dan niet op de hoogte zou brengen. De stomme smart zijner moeder ontroerde hem diep en hij zou haar gaarne getroost hebben door haar mede te deelen, dat hij Otto gezond en wel te Berlijn had ontmoet. Toen de oude graaf op zekeren dag naar 't vald gereden was om op het binnen halen van den oogst toe te zien, werd het medelijden met de arme vrouw Diederik te sterk. Hoe klaarde het gezicht der oude gravin op, toen zij het heuglijk nieuws hoorde, dat d® onzekerheid omtrent het lot van den geliefden zoon weg namZij legde haar hand tegen het kloppend hart en haar vochtige oogen opslaande fluisterde zij„Ik dank U, mijn God, dat Gij hem niet hebt te gronde laten gaan En zich tot Diederik wendend, vroeg zij „Je hebt hem dus gezien en gesproken?" „Ja moeder." „Hoe zag hij er uit, Diederik? Leed hij gebrek?" „Neen moeder. Hij maakte het heel goed De oude dame vouwde de handen samen en zag haar zoon met van geluk stralende oogen aan. Een „Goddank" kwam meer malen van haar lippen. Dan legde zij haar rechterhand voor de oogen en zweeg geruimen tijd. Diederik liep onrustig de kamer op en neer en naast de weemoedige genoegdoening zijn moeder bevrijd te hebben van een zwaren last, was er een smartelijke toorn in hem tegen den lichtmis, die zijn hartstochten zelfs niet om wille zijner oude zieke moeder wist te beteugelen. Eindelijk liet de gravin haar hand zakken. Aan de wimpers der blauw omrande oogen hingen een paar dikke tranen. „Vertel mij, Diederik, hoe het hem dien tijd gegaan isHeeft hij in Amerika veel moeten lijden?" „Ik geloof van niet, moeder" antwoordde Diederik ontwijkend. Veel weet ik er echter niet van. Het is hem in de Nieuwe Wereld slecht bevallen." De gravin knikte. „Dat begrijp ik," zeide ze glim- lechend. „En thans, Diederik? Wat doet hij nu? Waar leeft hij van? Diederik wendde den blik af. „Hij heeft nog geen bepaald be roep, moeder." Zij knikte nogmahls, maar haar trekken drukten weer bezorgdheid uit. „Ja, ja," zeide zjj zacht, „het zal hem wel moeilijk vallen een pas send werk te vinden. Maar het is een geluk, dat jjj en Tassillo en Erika in zijn nabijheid zijt. Jelui zullen hem helpen, niet waar Zij keek haar zoon vragend aan. „Zeker moeder," antwoordde deze, door het raam ziende, want hij kon den blik zijner moeder niet verdragen. Een pauze volgde. Beide zwegen. „Diederik I zeide eindelijk do gravin op bijna smeekenden toon. „Moeder De gravin nam de rechter hand van haar zoon in hare handen en zeide Beloof mij, Diederik, dat je je broeder niet verlaten zult, wat er ook gebeuren moge. Je bent zijn broer en behoeft niet zoo streng tegen hem te zjjn als je vader. Ik ben oud en ziekelijk, ik geloof niet, dat ik nog lang zal leven. Ik zal in vrede ster ven, als ik de overtuiging heb, dat jij tea minste medelijden met hem zult hebben en hem niet aan zjjn lot zult overlaten. Beloof je me dat, Diederik Diederik haalde zwaar adem. Hij aarzelde een belofte te doen, wier draagwijdte hij op dit oogenblik niet overzien kon. De gravin zuchtte. Wordt vervolgd. HUISHOUDSCHORTEN. n

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1918 | | pagina 6