SPEELGOEDEREN is DE G0EDK00PE WINKEL Zie 80Z8 speeiil ■—Ia. j. meesters SINT NICOLAAS ine a uil jioiripi Aanleg van Electristhe Leidingen. J. P. J. ZIJLMANS, Heeren Modemagazijn WOLLEN MANS- JOH. DE WAARD Hooi, Haverstroo en Tarwestroo Ornamenten en Kotoren. Trompstr. 19-21 - Kennemerlaan 50 Telephoon 331. I f De twee broeders. Het meest gesorteerde, Het meest voordeelige adres voor Tevens een prachtsorteering LUXE ARTIKELEN Speciale afdeeling Eikenhouten Meubelen, als: Theetafels, Theekasten, Pieclenstals, Portemanteaux etc., alsmede een reuzen voorraad PEELDEN. AANBEVELEND BOEKHANDEL P, F, C. KOELSE, Telei. 97 LEVERT U ALLE BOEKWERKEN EN TIJDSCHRIFTEN PLAATST UWE ADYERTENTIEN IN ALLE COURANTEN Afzonderlijke nummers verkrijgbaar A 9 ets. ALGEM. HANDELSBLAD, NIEUWS v/d DAG, EN NIEUWE ROTTERDAM SC HE COURANT voor Advertentign en Abonnementen, De grootste sorteeriug Sjüt fflCQlaÊ8-G&dmyx WILLEMSPLEIN 7 Ff. 5 S IJMUIDKN SCHILDSR Eü ££HA8$tËtt Willem Baren dzstr. 12 TELEFOON Sê80. Steeds voorradig tegen êoncurreerende prijzen, bij Th. BEAAM, Zeestraat MMUIDEN. VELSEROORD. Kanaalstraat C 24 - Telefoon 171 Ziedt h®d©ï® eaas Etaüsg©® iiii I m p©IJa:©i® I 1 Beleefd aanbevelend, FEUILLETON. 16 Diederik als wreker. Legermann, de eerste firmant der firma Karl Wilhelm Legennann, was ten hoogste verbaasd loan den volgenden morgen een elegant ge- kleede jonge man zijn kantoor bin nen kwam, die niets van een koop man had. Het was een eenvoudig, ruim kantoor en buiten den chef was niemand aanwezig. „Heb ik de twijfelachtige eer met den heer Legermann te gpre- ken?" vroeg de referendaris. De koopman zag den vreemden bezoeker verbaasd aan es zeide dan: „Om u te dienen!" „Ik ben een vriend van de fami lie Börner," ging de jonge man voort, „an ik kom op verzoek van den vader uwer vroegere boekhoud ster." Onwillekeurig trad de koopman een paar sehreden terug en stelde zich verdekt op achter een schrijf tafel. De woorden en nog meer de vergramde uitdrukking op höt gelaat van den gespierden jongen man voorspelden niets goeds. Hij trachtte echter zijn vrees te verbergen en vroeg„Waar b ijft de juffrouw van daag toch? Ik houd van orde en stiptheid of is zg misschien ziek?" Diederik nam den koopman nauw keurig op. Het was een man van middelbaren leeftijd. Zijn terugstoo tend uiterlijk verried een groete sluwheid en zijn donkere oogen zagen den referendaris brutaal aan. De juffrouw zal uw kantoor niet meer met haar tegenwoordigheid vereeren," antwoordde Diederik. „U echter zal nog heden naar de dame gaan en haar in tegenwoordigheid van haar ouders uwe excuses aan bieden." De koopman keek een oogenbük verbluft. Dan barstte hij in een schaterlach uit. „Ik hahaha waarvoor zou ijrmiin boekhoudster dan excuus vragen?" De juffrouw is niet meer uwe boekhoudster," antwoordde Diederik scherp en dreigend. „Ik vraag u, of u genoegdoening zal geven voor de onbeschaamde handelwijze tegen over juffrouw Eörner?" „Onbeschaamd viel de koopman grof uit. „Wat moet dat beteeke- nen? Belachelijk 1 Wat een aanstel lerij van de jonge dameOverigens wat voor recht hebt u om mij rekenschap te geven van mijn daden? Vriend der iamdie! Dat kan ieder zeggen." Legermann kneep zijn oogen katachtig dicht en ver volgde dan smalend: „Tegenover u zal juffrouw Börner wel niet zoo preutseh zijn?"* Met één sprong stond Diederik aan de zijde van den koopman. Dan hoorde men twee forsche klappen en als echo een jammerkreet van den heer Legermann. „Onthoud uw dag!" riep hij, bevend van woede. „Verlaat direct 't kantoor!" Diederik bleef nog een oogenblik staan, lachte verachtelijk, zette den hoed op en ging kalm het kantoor uit. Den volgenden dag las men ia verschillende dagbladen onder het opschrift „Brutale mishandeling van een koopman", een lang relaas van deze dramatische scène. Het bericht scheen door den koopman zelf op gesteld te zijn. Zijn naam werd er alleen met de aanvangsletters in aangeduid, terwijl de namen van den referendaris en van de boek houdster voluit goschreven waren. De jengs beschermer van de zoo genaamd beleedigde jonge dame" kwam er natuurlijk slecht af, zijn optreden was het „toppunt van brutaliteit" en „verregaande ja- ioerschheid" zou er het motief van zijn Hst bloed steeg Diederik naar het hoofd, toen hij het bericht las. Schaamte en smart vervulden hem. Daaraan had hij niet gedacht, zulke gevoigen had hij niet voorzien. Wat had hij dwaas gehandeld 1 Nu was juffrouw Börner eerst voor goed gecompromiteerd en haar goede naam te grabbel gegooid. Toornig stampte hij met den voet op den grond. En toch 1 Zou hij voor de tweede maal niet evenzoo handelen Had de schaamtelooze koopman het niet dubbel en dwars verdiend Zeker, zeker Juffrouw Börner beleedigd te weten en haar eer niet te wreken, dat zou voor hem onmogelijk ge weest zijn. Na een poosje op en neer door zijn kamer geloopen te hebben ging de jonge man op een stoel zitten en begon na te denken over den grond der verontwaardiging, die zich van hem had meester gemaakt. Hij liet het verledene de revue pas seeren, vanaf zijn eerste ontmoeting met Francisca Börner tot op hun laatste samenzijn. Hg dacht aan 't gevoel van onbehagen, dat hem overviel, toen hij hoorde van Otto's plannen ten opzichte der jonge dame, aan zijn ontevredenheid en onrust, toen Francisca h@m vertelde boek houdster gewerden te zijn. En ten slotte kwam hij tot de slotsom, dat hij voor het eenvoudigs jonge meisje meer voelde dan vriend schappelijke sympathie. Hij had haar lief! Hij sprong verlicht op. Nu was het hem duidelijk, welken weg hij had in te slaan om Fransisca te refeabiliteeren en haar goeden naam te herstellen. Zijn gezicht straalde en met bevende handen kUedde hij zich in deftig zwart. Maar voor hij het huis verliet sohreef hij eerst haastig enkele regels op een blad papier. Dan ging hij met vluggen trsd de straat op, riep een taxi aan en reed naar de Wörtherstratze. Het was vroeg in den morgen. Mevrouw Börner was in de keuken bezig en Diederik werd in de „goede kamer" ontvangen door Francisca, die blijkbaar het bericht in de courant ook reeds gelezen had, want zij zag er zeer bedrukt uit. Meer nog, zij was terughoudend en er lag een ongewone bevangenheid in heel haar wezen. „Vergeef mij," zeide hij, „dat ik u zooveel verdriet veroorzaakt heb. Ik deed het met goede bedoelingen." „Wij zijn u dank schuldig." ant woordde zij met neergeslagen oogen. „U ia voor mijn eer opgekomen." „Maar op zulk een onbezonnen wijze, dat u eerst nu aan bespot ting bloot staatVergeef me mijn onhandigheid. Ik zie in, dat er iets gebeuren moet, om de kwade ge volgen van mijn overijlde handel wijze te voorkomen. Hij haalde een blad papier uit zijn zak, reikte het haar toe en vervolgde „Mag ik deze regels aan de redacties der bladen zenden met verzoek om plaatsing?" Francisca las: „Geachte Redactie, Sta mij toe het bericht over zeker voorval ten kantore van de firma Karl Wilhelm Legermann, voorko mende in uw nummer vaD héden, op verschillende punten in strijd te verklaren met de werkelijkheid. Do door den heer Legermann aange kondigde gerechtelijke verhandeling zal daarover de noodige klaarheid brengen. Thans wilde ik alleen mededeelen, dat ik tot het verdedi gen van de eer der jonge dame niet alleen gerechtigd, maar ook verplicht was, daar ik de eer heb haar verloofde te zijn. Hoogaentend, Graaf Diederik EikensteiD, referendaris." Het jonge meisje staarde den jongen man me't wijd geopende oogen aan. Zij was doodsbleek ge worden. Smart en beleedigd schaam tegevoel stonden op haar aangezicht te lezen. „Dat gaat te ver. Wanneer het niet ernstig gemeend is, maar slechts dienen moet om spotters den mond te snoeren..." „Maar het is mij ernst", onder brak haar de graaf stralend van vreugde, „en het gebeurt niet om u in 't openbaar genoegdoening te gevenWat vroeger onbewust in mg leefde, dat is mij door dit voor val klaar bewust geworden, n.l. dat ik u lief heb, Francisca, eerlijk en oprecht. En ik vraag u nu, kan u mijn liefde beantwoorden, wil u mijn vrouwtje worden?" Het jonge meisje had haar han den voor 't aangezicht geslagen en brak in een luid gesnik uit. (Wordt vervolgd). TRUIËN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1918 | | pagina 4