Noord-Holl. Landbouwcrediet nsr- en S.S. Timmerwerken IN. BOSNIA Wz. Hooi, Haverstroo en Tarwestroo P. BART Hulst met bessen - - Kerstsparren S. DE VLUGT, Pr. Hendrikstr. 70 C. LEENHEER, TOUWWERK voor de Visscherjj bezorgt eerste verband op schepen. De twee broeders. Jn. KAPER Pzn. BOEKHANDEL P. F, C. ROELSE, Tel©!. 97 Th. BRAAM, Zeestraat O", -v. Volgestort Kapitaal t 2.000.000 Reserve f 845.087.42. D. Bais Jnz. Aannemer en Makelaar A. J. MEESTERS Agentuur Hatidelmaafschapplf Ipot ?i i§ CiiiÉITÉÈii-Cëipif. Scheepsverband. HET ASSURANTIEKANTOOR VAN FEUILLETON. ÜMSTELSTS8, IS, UBB&ÏÏBESS BEVEELT ZICH BELEEFD AAN ¥0ÖF ALLE DAARTOE SENOODIODE WERKZAAMHEDEN. Csssiraal sdvertmlle-bupeao LEVERT U ALLE BOEKWERKEN EN TIJDSCHRIFTEN PLAATST UWE ADVERTENTIEN IN ALLE COURANTEN Afzonderlijke summers verkrijgbaar a 9 ets, ALGEM. HANDELSBLAD, NIEUWS v/d DAG, EN NIEUWE ROTTERDAMSCHE COURANT voor Advertentiën en Abonnementen, Steeds voorradig tegen acneurreerende prijzen, bij zorg begin Januari 1919 voor Uw duplicaat vrachtbrieven in te leveren, daar als voorheen den löden Januari wordt uitbetaald. Yoor 1919 dezelfde conditiën. Zoodra de uitvoer naar België daar is zijn de noodige motors disponibel voor bet vervoer, daar vermoedelijk de eerste tijd volgens mij ingewonnen informaties het spoor niet zal gaan. Expediteur, BUKABT06I1 HMItLEIH. De Bank verstrekt credieten, tegen borgstelling, hy potheek of andere zakelijke zekerheid. Agent voor IJmuiden, WILHELH1NAKADK 79. VBAAGT UW FORMULIEREN AAN BIJ Timmerman en Metselaar Beveelt zich beleefd aan voor alle voorkomende Woonplaats J«li«s®5cede S3 Werkplaats I® I Het adres voor alle I Willem splefn senfLÉigf? eb ïèm&mwm Willem Barendzstr. 12 TmEFOON «86. VANAF HEDEN VERKRIJGBAAR IN VERSCHILLENDE MATEN. GELIEVE VROEGTIJDIG TE BESTELLEN. Aanbevelend, TELEFOON 218. IJMUIDEN - Trawlerkake 54 - TEL. No. 286 BOTHASTRAAT 2. worden la alle uii- Toeringcn blllffk, net en ring geleverd door van de N.V. VAN DES LELY's TOU WE ABRIEKEN te Rotterdam ALLE BENOODIGDHEDEN voor de VISSCIIERIJ Willemsplein. TRAWLERKADE C 37. TELEFOON 456, CONDITIËN BILLIJK. Liefkozend ging de dorre hand der oude gravin over bet blonde hoofd van den knielenden jongen man. Zij zag hem vragend en in anstige spanning aan. Diederik stond op. „Vadei" fluisterde hij den ouden graaf In 't oor, die juist bezig was een lepel medicijnen in te schenken. Graaf Gerhard zag hem aan, baal de de schouders op en verliet de kamer. Diederik knielde opnieuw neer aan 't bed en bracht zijn mond aan 't oor van de zieke. „Otto gaf mij groeten voor u mede, moeder zeide hij zacht. „Hij smeekt u om vergiffenis. Het gaat hem thans goed. Hij heeft een fatsoenlijke be trekking gekregen en werkt vlijtig." Een gelukkig lacbje verhelderde de trekken van 't ingevallen gezicht der lijdster. „Heb je het hem al gezegd fiui sterde zij, naar da d ur ziende, waardoor de graaf verdween. Diederik knikte. „En wat zeide hg Diederik keek zwijgend voor zich. Dan kwam het als een kreet van wanhoop uit de rochelende borst van de zieke vrouw: „Ach, kon ik hem. nog eenmaal zien Zjj brak in een krampachtig snik ken uit. „Ik kan niet eerder sterven," jammerde zij. Diederik stond radeloos. Hij beet zieh de lippen ten bloede. Eindelijk kon bij het niet langer verdragen. „Wees kalm, moeder, ik zal Otto halen,"zeide hij zich liefdevol over haar heen buigend. Hjj verliet de kamer en begaf zieh naar zijn vader. In korte woor den vertelde hij wat er voorgeva' len was en hij eindigde :„Ik kan dezen jammer niet larger aanzien. Ik vertrek oogenblikkelijk." Een oogenblik nog weifelde de oude graaf. „Zijn handen balden zich tot vuisten en zijn lippen beef den. Eindelijk zeide hij gejaagd „Goed Laat hem dan komen Het moederhart zal zijn recht hebben. Stuur hem een telegram en breng bem tot haar. Ik zal zoo lang in ©en ander vertrek wachten". Haastig schreef Diederik het tele gram gaf het aan een der rijks- kntchten om het snel aan'fc naastr telegia&f kantoor te brengen en ijlde dan naar zijn moeder terug. „Hij komthij komt riep hr baar reeds op den drempel toe. Toen hij aan haar bed stond, vatte zij z'n hand en drukte die kramp achtig, maar de rust, die Diederik van zijn boodschap verwacht had, trad niet in. Integendeel, haar ze nuwachtigheid werd voortdurend grooter. Onrustig wentelde zij zich heen en weer in 't bed. „Acb, nu niet sterven;" klaagde zij bij herhaling. Haar ademhaling werd zoo moeilijk, dat Diederik zijn vader riep. Ook de oude graaf schrok bjj 't zien van den toestand en ylings zond hij een boodschap naar den dokter. Toen deze kwam had de aanval haar hoogtepunt bereikt, doch de zieke kwam er door, 't zij door de kracht van 't genees middel, dat de dokter haar toediende, hetzij door den wil der zieke, die niet sterven wilde voor zij haar lieve lingskind nog eenmaal gezien had. Uitgeput lag zij nu in de kussens, de oogen met koorsachtige onrusi gericht op de deur en van tijd tot tijd opschrikkend, als zich in de nabijheid een of ander geluid liet hooren... Eindelijk hoorde men het ratelen van een snel naderenden wagen. De oude graaf stond op en verliet de kamer. Diederik volgde hem om eenige minuten later met Otto terug te keeren. De aanblik van de zieke moeder, om wier gezicht bereids de scha duw des doods zweefde, maakte toch een overweldigenden indruk op den lichtzinnigen zoon. Hij ver bleekte, de tranen kwamen hem in de oogen, terwijl hij diep geroerd voor 't bed op de knieën neder zonk. De stervende; maakte een matte beweging met de hand en Otto stond op en boog zich over zijn moeder. Zij zag hem met onuitsprekelijke liefde aan en liefkoosde met baar sid derde handen zijn gezicht. En dan kwam het fluisterend van -haar lippen„Vader I" De dokter wenkte en fluisterde Diederik iets in 'fc oor. Deze ging snel de jkamer uit en keerde terug met den graaf. Otto ging den ouden heer deemoedig tegemoet, maar de graaf liep hem voorbij zonder hem een blik waardig te keuren. „Hoe is het Dora?" vroeg hij en boog zich over de stervende. Met een inspanning van kracht nam zij z'n hand. Tegelijkertijd fluisterde zij „Otto" en toen deze naderbij ge komen was, nam zij ook zijn hand en legde die in de hand van haar echtgenoot. Dan zonk haar hoofd terug in de kussens en de laatste ademtocht verliet haar rochelende borst. Met een ruk trok de graaf de hand terug uit die van zijn zoon. Dan streek hjj zacht over de oogen van zijn ontslapen vrouw, die lief en ;eed met hem gedeeld had. En met Diederik neder knielend storte hij een innig gebed voor de rust harer ziel. Otto stond aan 't voeteinde van 't bed. Hij steunde de over elkaar geslagen armen op den achterwand van 't ledikant, verborg het hoofd in zijn handen en weende bitter. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK Op 't verkeerde pad. Vroeg in den morgon van den vol genden dsg klopte een huisknecht aan de deur van Otto's slaapvertrek. „Het rijtuig staat voor, meneer de graaf". Otto zag verwonderd op. „Waarvoor „Meneer de graaf wou toch met den eersten trein naar 't station, om af te reizen Meneer de graaf, onze patroon, heeft bevolen aan te spannen." Otto beet zich op de lippen. Hij be greep. Zijn vader was onverzoenlijk De scène aan het sterfbed had den afkeer jegens zijn zoon niet ver minderd. De onverbiddelijke wees hem andermaal de deur. Zuchtend kleedde hij zich aan. Reeds had hij de illusie gekoesterd, dat hij weer in genade aangenomen zou worden en nu moest hij naar het afschu welijke advocatenkantoor terug Diederik bleef tot na de begra fenis. Ook Franeisca woonde de be grafenis bij, evenals de kamerheer von Blumenfeid en zijn echtgenoote, die echter onmiddellijk na de ter aardebestelling naar Berlijn terug keerden. Diederik en Francisea bleven nog twee dagen op Eiken- stein, waar thans de oude graaf alleen achter bleef om door overleg en zuinig beheer de opge nomen hypotheken weer af te kun nen lossen. Sinds de boven geschetste gebeur tenissen scheen er iets in Otto veran derd te zijn. Hij kwamj slechts zelden meer een avondje door brengen bjj zijn broer en er kwam onrustig en zenuwachtigheid over hem. Hij sprak niet meer over zijn nieuwe beroep, waarover hg andeis allerlei humo ristische beschouwingen gaf. Ten slotte kwam bij in 't geheel niet meer. Toen Diederik hem in geen veertien dagen gezien had. werd hij ongerust en besloot hij zich naar het kantoor van Hagemann te begeven. Voor hij echter daartoe overging werd hij opgebeld door mr. Hagemann, die hem uitnoodigde tot een bezoek ten einde over een private aangelegenheid te spreken. Vol droeve voorgevoelens ging Diede rik op weg. De advocaat ontving hem met een ernstig gezicht. „Tot mijn spijt, moet ik u me- dedeelen. dat ik uw broer vandaag zijn ontslag heb moeten geven," zeide hij. Diederik verbleekte. „Heeft hij een of andere on eerlijkheid begaan?" stamelde hij. Da advocaat glimlachte. ..Eigenlijk Is het niet zoo erg. Ik zou bet oneerlijke concurrentie noe men. Menigeen zou het in hem prijzen en het pienterheid of zoo iets heeten In 't kort; hij heeft cliënten, die hij op mijn bureau leerden kennen, in hun woning bezocht en hun zijn hulp aangeboden bij kleine proses sen. Hjj beweerde, dat hjj even zbo goed werkte als ik en veel goedkooper. Enkele mijner clienten zijn er inderdaad ingeloopen en hebben voor zich laten werken, doch blijkbaar niet tot aller tevredenheid. Een hunner stelde er ten slotte den chef van mjjn buraeu mee in ken nis en zoo jkwam (het ook mjj ten oore. U begrjjpt, dat ik voor de goede gang van zaken op mjjn kantoor uw broer moest ontslaan." (Wordt vervolgd). H. H. Visditiandelaren SLAOLIE verkrijgbaar Van Oosbree's Zonen I foor t. werkplaats, Pres. Krugerstraat 2, beveelt zich aan voor alle voorkomende 20

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1918 | | pagina 6